Rijkdom aan bijzondere paddenstoelen in het Kralingse bos groter dan ooit

Nederlandse Mycologische Vereniging
11-MRT-2020 - Het onderzoek naar paddenstoelen in het Kralingse bos te Rotterdam was zeer succesvol, mede dankzij de vele regen in het najaar van 2019. Er werden meer dan 400 soorten gevonden, waaronder grote zeldzaamheden, evenals soorten die op de Rode Lijst staan als ernstig bedreigd. Hoewel al vaker geïnventariseerd, werden er in het afgelopen jaar bijna 100 nieuwe soorten voor het gebied waargenomen.

Voor veel natuuronderzoekers vormt de winterperiode het ideale seizoen om hun gegevens uit te werken en zo nodig te gebruiken in een rapport of aanbeveling voor beheerders. Inmiddels is dat ook gebeurd voor het Kralingse bos, nadat in het najaar van 2019 in opdracht van Bureau Stadsnatuur, Rotterdam, een onderzoek plaatsvond naar de paddenstoelen in dit park.

De Korrelige taaiplaat is een ernstig bedreigde paddenstoel die ook voorkomt in het Kralingse bos

Een van de sterke punten van het Kralingse bos is het vele grote dode hout dat de beheerders in het bos laten liggen of gebruiken als omzoming van sommige paden. Dikke, dode stammen houden veel water vast en vormen daarom een groot deel van het jaar een geschikt substraat voor paddenstoelen. Een van de zwammen die uitsluitend daarop te vinden is, is de ernstig bedreigde Korrelige taaiplaat (Neolentinus schaefferi). Dankzij het constante aanbod van 'nieuw' dood hout kan deze zeldzaamheid zich al twintig jaar in dit park handhaven.

De Gele kleefparasol was alleen bekend van Zuid-Limburg, maar komt tegenwoordig ook voor in het Kralingse bos

Een hele reeks vondsten was niet eerder bekend van het Kralingse bos. Daaronder zitten spectaculaire soorten, zoals de schitterende Oranjerode hertenzwam (Pluteus aurantiorugosus) en de nauwelijks minder mooie Gele kleefparasol (Limacella ochraceolutea). Deze laatste was alleen bekend van Zuid-Limburg. Een andere zeldzaamheid is de Zwartvoetvezelkop (Inocybe tenebrosa) die in ons land geldt als ernstig bedreigd.

Het Kralingse bos is inmiddels zo'n negentig jaar oud, net iets ouder dan het Amsterdamse bos. Beide bosparken zijn aangelegd op kleiïge tot kleiïg-humeuze bodems. Voor die tijd was dat heel bijzonder, omdat bos voorheen alleen werd aangeplant op voedselarme zandgronden die voor de landbouw weinig waarde hadden. Op klei groeien vaak heel andere soorten paddenstoelen dan op zand. Onderzoek in beide bosparken laat zien dat de bosbodem zo langzamerhand geschikt is geworden voor kritische paddenstoelen die alleen in oude bossen op klei willen groeien.

Een aanwijzing daarvoor is dat in het Amsterdamse bos vorig jaar een paar bijzondere gordijnzwammen zijn gevonden, waaronder een nieuwe soort voor Nederland: Cortinarius variiformis. Ook in het Kralingse bos zijn meer gordijnzwammen dan ooit gevonden, evenals veel russula's en melkzwammen; allemaal soorten die samenwerken met de boom waarbij ze groeien. Dit soort paddenstoelen wordt symbionten genoemd en deze groep kent in het Kralingse bos inmiddels een kleine honderd vertegenwoordigers, een goed teken!

De zwartvoetvezelkop staat als ernstig bedreigd op de Rode Lijst

Dikke kans dat bij het honderdjarige jubileum van beide parken deze zijn uitgegroeid tot echte kleibossen waar paddenstoelen gaan groeien die we voorheen alleen kenden van enkele landgoederen rond Utrecht of uit het buitenland. Veel bossen worden met het klimmen der jaren alleen maar gevariëerder en levenskrachtiger. Ze worden ook geschikter voor steeds meer fijnproevers onder de paddenstoelen, mede dankzij veranderingen in bodemstructuur en bodemleven. Natuurliefhebbers kunnen dan ook nog veel plezier gaan beleven aan de bijzondere natuur van dit soort bosparken. Vast staat dat het Kralingse bos qua paddenstoelen al zeer gevarieerd is en dat het aantal soorten alleen nog maar toenneemt. Samen met de honderd nieuwe vondsten in 2019 telt het Kralingse bos nu ruim 800 soorten paddenstoelen in totaal, een respectabel aantal dat in de komende jaren, bij gelijkblijvend beheer, alleen nog maar verder kan toenemen.

Tekst: Rob Chrispijn, Nederlandse Mycologische Vereniging
Foto's: Rob Chrispijn (leadfoto: Oranjerode hertenzwam); Jan Knuiman