Lime Butterfly
12-MEI-2020 - De resultaten zijn gepubliceerd van een vier jaar durend onderzoek naar de verschillende vlindersoorten op St. Eustatius gedurende de wintermaanden in 2009-2012. Dit project gaf nieuw inzicht in de vlinders van Caribisch Nederland: St. Eustatius, Saba en St. Maarten. Op de drie eilanden komen 44 soorten vlinders voor, waaronder zeven nieuwe soorten die op St. Eustatius zijn aangetroffen.

Phoebis sennae, SabaNaast een kleurrijke toevoeging in de tuin, zijn vlinders van groot belang voor de plaatselijke ecosystemen. Vlinders worden vaak gebruikt als een indicator voor bepaalde omgevingen. Zo wijst een druk en gevarieerd vlinderbestand over het algemeen op een even zo rijk en gevarieerd plantensysteem en de aanwezigheid van veel soorten ongewervelden, waaronder belangrijke bestuivers en natuurlijke ongediertebestrijders.

Omdat vlinders zeer gevoelig zijn voor veranderingen in hun omgeving, kunnen zij bovendien door ecologen gebruikt worden om overkoepelende effecten van klimaatverandering, verstedelijking en verlies van leefgebieden te onderzoeken.

Dichten van de kenniskloof

Ondanks dat deze soorten van grote ecologische waarde zijn, is er maar weinig bekend over de soortspecifieke spreiding op de Cariben.

Anartia jatrophaeOm deze kenniskloof te verkleinen, hebben onderzoekers van Wageningen Marine Research, St. Eustatius National Parks Foundation (STENAPA), Caribbean Netherlands Science Institute (CNSI), Wageningen University, Carmabi Foundation Curaçao en de University of Florida de vlinders op St. Eustatius gevolgd en die van Saba en St. Maarten geïnventariseerd. Drie verschillende leefgebieden op St. Eustatius werden bestudeerd en vergeleken. Naast de visuele telling werden ook literatuuroverzichten van andere nabijgelegen eilanden betrokken in het onderzoek om zo tot een completer inzicht in de vlinderfauna te komen.

Plaatselijke fauna en flora

Gedurende het onderzoek werd vier jaar (2009-2012) lang tijdens de wintermaanden (januari tot en met april) op St. Eustatius de vlinderpopulatie van vier verschillende leefgebieden in kaart gebracht. De betrokken leefgebieden waren: de krater van de Quill, de windluwe, zuidwestzijde van de Quill, de lagere zijden van de Quill tegen de buitengrenzen van Oranjestad en de noordelijke heuvels.  

Dit project leverde ook een vernieuwde soortenlijst op voor de naastgelegen eilanden Saba en St. Maarten. In totaal werden 44 soorten geteld op de drie eilanden, waaronder zeven nieuwe soorten op St. Eustatius.

Hypolimnas misippusVan de 44 getelde soorten behoort bijna de helft tot de familie der witjes (Pieridae), een familie die erom bekend staat groot en sterk te zijn en snel te vliegen. Deze familie kwam in elk van de vier leefgebieden voor. De op een na meest geziene vlinder was afkomstig uit de Lycaenidae familie (blauwtjes), een kleinere vlinderfamilie die voornamelijk leeft in drogere gebieden met beperkte grondstoffen. Deze doorgaans kleine vlinders werden aangetroffen in alle leefgebieden behalve in de Quill krater.  

De aanwezigheid van planten die als gastheer voor de larven kunnen dienen bepaalt of vlinders zich op het eiland kunnen voortplanten. Gastheerplanten werden aangetroffen voor alle soorten op twee na, en het lijkt er dus op dat in ieder geval 42 van de 44 aangetroffen soorten tot voortplanting in staat zijn. 

Het belang van de topografie

Voorheen werd aangenomen dat de beschikbare hoeveelheid grond bepalend was voor de aanwezigheid van vlinders. Dit onderzoek, samen met eerdere studies, toont echter aan dat diversiteit en topografische hoogteverschillen (lees ‘bergen’) in het leefgebied belangrijker zijn. Ondanks het feit dat Saba en St. Eustatius kleiner zijn dan de buureilanden, is een onevenredig groot aantal van de soorten aangetroffen op deze eilanden.

Kennis van de geologie, verstedelijking, landbouwgeschiedenis en andere menselijke factoren op een eiland geven inzicht in uitdagingen waarmee vlinders kampen. Ontbossing, overbegrazing door loslopend vee en het gebruik van bestrijdingsmiddelen kunnen de vlinderpopulaties onder druk zetten.

Anaea minorDe beschikking over nieuwe soortenlijsten van vlinders zal behulpzaam zijn bij het natuurbehoud op deze eilanden. Omdat zij gevoelig zijn voor veranderingen in het milieu, kunnen vlinders een goede graadmeter zijn van ecologische trends (zowel positief als negatief) op deze eilanden. Daarmee helpt dit onderzoek de doeltreffendheid van het plaatselijke natuurbehoud en -herstel te toetsen en indien nodig bij te stellen.

Vlinders van de ABC-eilanden

Voor de geïnteresseerden van vlinders van de Benedenwindse Eilanden is er het naslagwerk Butterflies and moths of Curacao, Aruba and Bonaire, van Debrot en Miller. Dit bevat kleurrijke foto’s en informatie over 78 soorten die op de ABC-eilanden aangetroffen worden. Het boek is beschikbaar via Stichting Carmabi en boekwinkels.

Meld uw vlinders

Meld door u gespotte vlinders (en foto’s) op: dutchcaribbean.observation.org of download de gratis apps.

Deze gratis website en apps kunnen door iedereen gebruikt worden en zijn niet voorbehouden aan biologen. Met de site en apps kunnen alle soorten planten en dieren worden gemeld in meer dan veertig talen. De soorten die door plaatselijke gemeenschappen gemeld worden zijn belangrijk voor natuurbehoudinitiatieven en helpen de soorten op onze eilanden te beschermen.

Meer informatie

Tekst: Dutch Caribbean Nature Alliance (DCNA), Hannah Madden, Caribbean Netherlands Science Institute (CNSI), Dolfi Debrot, Wageningen University & Research
Foto's: Binoy JS (leadfoto: limoenvlinder (Papilio demoleus), geïntroduceerd vanuit Azië. De soort leeft op St. Maarten en is één van de zeven nieuwe soorten van St. Eustatius); Hannah Madden; Michiel Boeken