Aromatische truffels in Nederland

Nederlandse Mycologische Vereniging
26-AUG-2020 - In de afgelopen twee jaar zijn op verschillende plaatsen in Nederland diverse nieuwe truffelsoorten ontdekt. In de meeste gevallen ging het om de Zomertruffel. De Zwarte wintertruffel werd in het rivierengebied aangetroffen en Tuber mesentericum (nog geen Nederlandse naam) in Zuid-Kennemerland. Het zijn drie zwarte truffelsoorten met een krachtig en herkenbaar aroma.

Er is in het verleden vaker op Nature Today geschreven over truffelsoorten in Nederland. Dit betrof doorgaans niet de soorten die bekend staan om hun culinaire kwaliteiten of hoge handelswaarde. Hiervan werd tot voor kort aangenomen dat die alleen in zuidelijke streken voorkomen. Recente vondsten lijken deze aanname echter tegen te spreken.

Truffels

Een truffel is het ondergrondse vruchtlichaam van de truffelschimmel. Truffels leven in symbiose met bomen door middel van ectomycorrhiza, een netwerk van myceliumdraden dat als een netkous de boomwortels omsluit. De schimmel krijgt via de boom noodzakelijke suikers gevoed en voorziet op zijn beurt de boom van allerlei mineralen. Voor de voortplanting is de schimmel afhankelijk van allerlei dieren die truffels nuttigen en via hun darmstelsel de sporen verspreiden. Dit wordt als een van de verklaringen aangemerkt voor het sterke aroma waar truffels om bekend staan. De geur helpt de dieren de ondergrondse truffels te lokaliseren.

Nieuwe aromatische truffelsoorten

In de afgelopen twee jaar zijn in Nederland op verschillende plaatsen diverse nieuwe truffelsoorten ontdekt. In de meeste gevallen ging het om Tuber aestivum met als handelsnaam Zomertruffel. Tuber brumale (handelsnaam: Zwarte wintertruffel) werd in het rivierengebied gevonden en in Zuid-Kennemerland Tuber mesentericum. Het zijn drie zwarte truffelsoorten met een krachtig en herkenbaar aroma. Twee van deze vondsten werden bij toeval gedaan. De overige vondsten zijn gedaan als gevolg van een lopend onderzoek naar 'echte truffels' (Tuber species), waarbij een getrainde truffelhond wordt ingezet om truffels op te sporen. Het is voor het eerst dat er in Nederland gericht naar truffels wordt gezocht met behulp van een hond. Dit onderzoek heeft tot doel om meer te weten te komen over de diversiteit en de verspreiding van truffels in Nederland. Een voorname reden is dat er in het verleden zelden echte truffels gevonden werden in ons land omdat daar niet eerder gericht naar gezocht werd of kon worden, omdat er geen truffelhonden voorhanden waren. In de ons omringende landen werden ze echter wel al langer gevonden. Dit maakte het aannemelijk dat met name de Zomertruffel ook in Nederland een inheemse soort zou kunnen zijn. De recente vondsten lijken deze theorie te ondersteunen.

Tuber aestivum in zijn natuurlijke omgeving

Zomertruffel

De eerste waarneming van de Zomertruffel was in juni 2018 in de Betuwe tijdens een excursie van de Nederlandse Mycologische Vereniging. De truffel werd waargenomen in een eikenlaan op klei. De paddenstoel bevond zich vrijwel aan de oppervlakte en werd bij toeval gevonden doordat bladstrooisel onderzocht werd. Ook in 2019 en 2020 werd, mede dankzij inzet van een getrainde truffelhond, de Zomertruffel op meerdere locaties in het rivierengebied en in Limburg aangetroffen. De Zomertruffel heeft net als vele andere truffelsoorten een 'wrattige' structuur, in ieder geval met vrij grove wratten en bij doorsnede een lichtbruine kleur met fijne wittige aders. De geur is mild, maar wel overduidelijk de geur die alom geassocieerd wordt met truffels.

Tuber brumale

Zwarte wintertruffel

In november en december 2019 werd nog een andere opmerkelijke vondst gedaan tijdens het onderzoek met een truffelhond. De Zwarte wintertruffel werd door Judith Evenaar gevonden onder beuk en eik op maar liefst vier locaties in een gebied niet ver van Wageningen. Dit was wederom een nieuwe soort voor Nederland: een aromatische truffelsoort die te herkennen is aan het donkere vruchtvlees met brede witte aders die ook na langdurige blootstelling aan licht niet van kleur veranderen. Daarmee is hij onder andere te onderscheiden van zijn duurdere 'neefje', Tuber melanosporum, waarvan de aders na verloop van tijd roodachtig verkleuren. In januari 2020 werd de Zwarte wintertruffel nogmaals gevonden op een andere locatie in het rivierengebied.

Tuber mesentericum

Tuber mesentericum

In december 2019 werd een foto van een zwarte truffel geplaatst op Waarneming.nl met de vraag welke soort het betrof. De truffel werd bij toeval door een hond gevonden in een lindelaan en door de waarnemer op internet geplaatst. De hond was waarschijnlijk getriggerd door de sterke petroleumachtige geur van de paddenstoel. Na onderzoek door enkele leden van de Nederlandse Mycologische Vereniging was de conclusie dat het Tuber mesentericum betrof, een nieuwe soort voor Nederland die nog geen Nederlandse naam heeft. In de weken na deze eerste vondst werden in de betreffende laan nog meerdere exemplaren gevonden. Tuber mesentericum is herkenbaar aan de sterke petroleumachtige geur en een holte in de onderzijde van de truffel. Het vruchtvlees is doorgaans wat donkerder van kleur dan die van de Zomertruffel. Door de petroleumachtige geur is deze truffel niet interessant voor culinaire doeleinden. Een uitzondering hierop vormen exemplaren van Tuber mesentericum die in Mediterrane bergstreken boven duizend meter hoogte verzameld worden onder zilverspar. Bij deze exemplaren ontbreekt de petroleumgeur en wordt het aroma als aangenaam ervaren.

Tuber mesentericum

Wildplukken

Ondanks het feit dat er in Nederland ook eetbare truffels zijn gevonden, moet hierbij wel worden opgemerkt dat wildplukken in Nederland nog steeds niet is toegestaan zonder uitdrukkelijke toestemming van de eigenaar of beheerder van het gebied. Gezien de schaarsheid van de natuur in Nederland zal die toestemming naar alle waarschijnlijkheid uitblijven, dus het heeft weinig zin om nu en masse een truffelhond te gaan aanschaffen.

Tekst: Gerard Koopmanschap, Alfons Vaessen & Judith Evenaar, Nederlandse Mycologische Vereniging
Foto's: Gerard Koopmanschap; Alfons Vaessen; Nektarios Filippopoulos; Judith Evenaar