2-MRT-2021 - In 2020 hebben opvallend veel mensen meegedaan aan het beoordelen van de waterkwaliteit via Waterdiertjes.nl. Dit ondanks, of misschien wel dankzij, corona. In totaal deden 623 waarnemers meer dan 890 waarnemingen; ongeveer twee keer zoveel als in voorgaande jaren. In veertig procent van de wateren was de kwaliteit goed tot uitstekend. Stromende wateren en tuinvijvers scoren hoger dan gemiddeld.

Het jaar 2020 stond vooral in het teken van COVID-19, maar het was ook het jaar waarin voor de derde keer mensen uit het hele land mee konden helpen met het bepalen van de biologische waterkwaliteit door het zoeken van waterdiertjes. Hebben de gevolgen van de pandemie ook effect gehad op dit burgerwetenschapsproject? Om daarachter te komen, zijn we de verzamelde gegevens van Waterdiertjes.nl ingedoken en onderzoeken we meteen hoe het er met de kwaliteit van het oppervlaktewater in Nederland voorstaat.

Veel deelnemers

Kaart met de ligging van de bemonsterde locaties in 2020 op Waterdiertjes.nl

Uit de metingen van Waterdiertjes.nl blijkt dat er 893 bemonsteringen doorgegeven zijn. Bijna allemaal bevatten ze geschikte informatie voor een waterkwaliteitsbeoordeling aan de hand van ongewervelde waterdieren, zoals insectenlarven, wormen en slakken. De gegevens zijn afkomstig van 759 locaties en bijeengebracht door maar liefst 623 verschillende burgerwetenschappers. Sommige mensen droegen bij met meer dan tien tot zelfs vijftig bemonsteringen. Ook organisaties als IVN en Wageningen University & Research leverden een aanzienlijke bijdrage. Daarmee is in 2020 fors meer bijgedragen door burgers dan in voorgaande jaren, ondanks het vervallen van activiteiten zoals de IVN Slootjesdagen.

Pieken in waarnemingen

Afgelopen jaar zijn mensen verspreid over het hele land op zoek gegaan naar waterdieren. Wel zijn er gebieden met een beperkt aantal bemonsteringen, zoals de provincies Flevoland, Groningen, Friesland, Overijssel en Limburg. Ook zijn er concentraties van waarnemingen te zien op de kaart, zoals rond Alkmaar, de regio Den Haag–Leiden, Rotterdam, Utrecht, Beveland en Wageningen.

Als we kijken naar de bemonsteringen per maand is duidelijk te zien, dat er in twee periodes veel gegevens verzameld zijn: de vroege zomer (juni) en de herfst (september en oktober). Ook tijdens de intelligente lockdown van half maart tot juni zijn redelijk wat waarnemingen verricht, met bijna honderd in mei. Heel bijzonder zijn de grote aantallen in de herfst in vergelijking met 2018 en 2019.

Overzicht van de bemonsteringen per maand in 2018, 2019 en 2020

Poelslak en duikerwantsen op kop

De meeste soorten uit de Top 10 komen overeen met die van vorig jaar, maar vaak op een andere plaats. De poelslak is de soort die op de meeste plekken is aangetroffen in 2020, net als in 2019. De waterkever is terug van weggeweest en staat op de tweede plaats. Nieuw in de Top 10 zijn de wormen: dieren die zowel in de bodem als tussen planten kunnen leven. Bij de lijst op basis van de getelde aantallen zijn de bootsmannetjes na twee jaar van de eerste plaats verdreven door de duikerwantsen, die in de voorgaande jaren trouwens ook al in de top zaten. Nieuw in deze lijst met veel gevonden aantallen zijn de slakken, waarbij de poelslakken met stip op plaats drie zijn gekomen. Het valt op dat de meeste dieren in lagere aantallen zijn aangetroffen in 2020, ondanks dat er meer bemonsteringen gedaan zijn. Het is niet duidelijk waarom dat zo is.

Overzicht van de tien soorten die op de meeste plekken zijn aangetroffen (frequentie) en de Top 10 van soorten met de meeste individuen (aantallen), waarbij de watervlo-achtigen buiten beschouwing zijn gelaten. Per soort is het rangnummer in 2020 (linksboven) en 2019 (rechtsboven) weergegeven. Het getal linksonder geeft het aantal locaties waar de soort is waargenomen (frequentie) of het totaal aantal individuen (aantallen)

Waterkwaliteit

Bijna veertig procent van de bemonsterde wateren in 2020 had een goede of uitstekende kwaliteit. Dit is iets lager is dan in de voorgaande jaren. Ongeveer veertig procent scoorde een matige en zo’n twintig procent een slechte of zeer slechte kwaliteit. Die laatste groep is hoger dan in de voorgaande jaren, mogelijk speelt klimaatverandering met langere perioden van droogte hierbij een rol. Bij langdurige warmte verdampt er veel water, neemt het zuurstofgehalte in het water af en raken de aanwezige stoffen geconcentreerd. Dit kan allemaal leiden tot slechtere leefomstandigheden voor de waterdieren.

Waterkwaliteit in vijf klassen voor alle bemonsterde wateren in 2018, 2019 en 2020

Door de vele bemonsteringen in 2020 is het mogelijk de waterkwaliteit betrouwbaar uit te splitsen naar de verschillend watertypen, zoals sloot en ven. De waterkwaliteit verschilt binnen de watertypen, waarbij die van rivieren de minste spreiding laat zien. Beken en rivieren hebben wederom het hoogste percentage waarnemingen met een goede en uitstekende kwaliteit, gevolgd door tuinvijvers, plassen en vennen, stadsgrachten en de rij wordt gesloten door stadsvijvers, sloten, meren, kanalen en poelen.

Een interessante bevinding is dat in de stedelijke omgeving de waterkwaliteit van de vijvers (tuinvijvers en stadsvijvers) regelmatig (heel) goed scoort, maar ook slecht en zeer slecht. Waarom dat zo is, is nog niet duidelijk. Deze vijvers hebben de potentie om echte waterpareltjes in de stadse omgeving te vormen. Daarom is het heel nuttig om meer over die verschillen in de waterkwaliteit te weten te komen. Overigens geldt voor alle watertypen dat er nog genoeg te doen is om overal op zijn minst een goede waterkwaliteit te krijgen.

Waterkwaliteit in vijf klassen voor verschillende watertypen, bemonsterd in 2020

Doe mee in 2021!

Ook in 2021 kan iedereen weer meedoen en waarnemingen doorgeven via Waterdiertjes.nl. Welke dieren leven in het water bij jou in de buurt? Ga op onderzoek uit en geef het door! Op YouTube kun je een filmpje vinden over het verzamelen van waterdieren en het invoeren en doorsturen van je gegevens.  Voor scholen is er bovendien ondersteunend lesmateriaal beschikbaar.

Waterdiertjes.nl is een initiatief van Wageningen University & Research, GLOBE Nederland, het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW), IVN Natuureducatie, EIS Kenniscentrum Insecten, Waarneming.nl, STOWA, Waterschap Brabantse Delta en het Ministerie van Infrastructuur & Waterstaat.

Tekst: Edwin Peeters, Wageningen University & Research; Froukje Rienks & Sven Teurlincx, Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW); Matthijs Begheyn, Esther de Regt & Anton Gerritsen, GLOBE Nederland
Foto: Matthijs Begheyn
Grafieken en kaart: Waterdiertjes.nl