Internationale wadvogeltrends geactualiseerd

Sovon Vogelonderzoek Nederland
25-FEB-2022 - Eens in de drie jaar wordt de balans opgemaakt van de vogels in de internationale Waddenzee. Een recent verschenen rapport toont interessante feiten en ontwikkelingen. Zo zijn bergeend en pijlstaart sterk afhankelijk van de Waddenzee, gedurende een deel van het jaar verblijft bijna de volledige populatie er. Ook blijken wormenetende vogels het in de Nederlandse Waddenzee relatief goed doen.

Het tellen van watervogels op hoogwatervluchtplaatsen in de Waddenzee is een internationale aangelegenheid. Sovon werkt daarbij samen met Deense en Duitse collega’s. Niet alleen worden telmomenten op elkaar afgestemd, ook de resultaten staan in gezamenlijke publicaties opgeschreven.

De wadvogeltrends zijn onlangs geactualiseerd. Eens in de drie jaar schrijven de Nederlandse, Duitse en Deense organisaties voor vogelmonitoring in de Expert Group Migratory Birds, in het kader van het trilaterale monitoringprogramma in de Waddenzee (TMAP), een voortgangsrapport. Dit geeft een actueel overzicht van de trends van watervogels in de internationale Waddenzee.

Bergeend prioritair

We weten dat de Waddenzee een uitermate belangrijk kruispunt is voor steltlopers op de trekwegen tussen de Arctische toendra’s en de West-Afrikaanse kusten. Maar als we in het nieuwe rapport kijken naar de vogelsoorten waarvoor de Waddenzee van groot belang is, staat de bergeend met stip op één. De gehele West- en Noord-Europese bergeendenpopulatie verblijft tijdens de rui van vleugels in de zomer in de Waddenzee, in toenemende mate in het Nederlandse deel ervan.

Op nummer twee prijkt de pijlstaart, waarvan ruim 95 procent van de populatie die broedt in Noord- en Oost-Europa (inclusief IJsland) in de Waddenzee verblijft. Overigens doen verschillende eendensoorten het goed in de Waddenzee. Zo nemen de aantallen wintertalingen, slobeenden, smienten en pijlstaarten er toe.

Positieve ontwikkelingen?

Hoewel veel populaties van doortrekkende en overwinterende watervogels onder druk staan door veranderende situaties in de broedgebieden door onder andere klimaateffecten, of langs de trekweg door bijvoorbeeld een verminderde beschikbaarheid van voedsel, lijkt het aantal soorten dat een negatieve trend laat zien af te nemen. Ook lijkt een groeiend aantal soorten weer wat toe te nemen. Vergelijkingen tussen langjarige trends (vanaf 1987) en kortjarige trends (vanaf 2010) laten zien dat op de lange termijn zestien soorten afnamen, maar dat de kortjarige trends voor nog slechts negen soorten negatief zijn.

Langjarige trends waren voor negen soorten positief, en op de korte termijn namen twaalf soorten toe. Soorten die zowel op de korte als de lange termijn in aantal toenamen zijn lepelaar, brandgans, pijlstaart, slobeend, steenloper en bontbekplevier. Soorten die zowel op lange als korte termijn afnamen zijn eider, wilde eend, kluut, zwarte ruiter en grote mantelmeeuw.

Wormeneters floreren op Nederlands wad

Bij de vorige trendupdate uit 2019 viel op dat enkele, overwegend wormenetende soorten het in het Nederlandse deel van de Waddenzee veel beter deden dan in de Deense en Duitse delen. Het ging daarbij om zilverplevier, kievit, drieteenstrandloper, bonte strandloper, rosse grutto, wulp en stormmeeuw. Van een deel van deze soorten stabiliseerden de aantallen inmiddels, maar bontbekplevier, zilverplevier, drieteenstrandloper en bonte strandloper doen het in de Nederlandse Waddenzee nog steeds beduidend beter dan in Denemarken en Duitsland. Het lijkt er bij deze soorten op dat ze profiteren van de sedimentverandering in de Waddenzee, dat de leefomstandigheden voor bodemdieren als slijkgarnalen en zeeduizendpoten gunstiger maakt. Plaatselijk, zoals langs de Friese Waddenkust, leidt dit tot in de zomer en nazomer ook tot opvallende aantallen krombekstrandlopers en ruiende bergeenden.

Meer informatie

Tekst: Romke Kleefstra, Sovon Vogelonderzoek Nederland
Foto: Romke Kleefstra (leadfoto: kanoeten en bonte strandlopers op Richel)