Kleine landschapselementen lead

Nieuw budget voor kleine landschapselementen in de Lopikerwaard

Provincie Utrecht
20-MEI-2022 - De provincie Utrecht stelt tweehonderdduizend euro beschikbaar voor vergroening van het landschap in de Lopikerwaard. De subsidie is bedoeld voor de aanleg en het herstel van zogenoemde kleine landschapselementen (KLE).

De subsidie wordt beschikbaar gesteld aan de agrarische natuurvereniging Lopikerwaard. Deze vereniging coördineert de uitvoering in het gebied. De aanleg van kleine landschapselementen is van meerwaarde voor de landschappelijke en natuurlijke kwaliteit.

Ieder gebied heeft eigen karakteristieke landschapselementen. In de Lopikerwaard zijn dat bijvoorbeeld rijen met knotwilgen. Oude knotbomen zijn hol en vormen voor vogels, vleermuizen en kleine marterachtigen een ideale nest- en schuilplaats. Ook zijn deze bomenrijen belangrijk voor de oriëntatie van vleermuizen. Typerend voor het gebied zijn de beplantingen op dijken en kades. 

Platform Kleine Landschapselementen

Een rij knotwilgen in de LopikerwaardSinds 2017 werkt de provincie Utrecht samen met andere partijen in het Platform Kleine landschapselementen (KLE). Dit platform heeft tot doel om nieuwe landschapselementen zoals houtwallen, poelen en natuurvriendelijke slootkanten aan te leggen of te herstellen. De provincie Utrecht geeft de KLE-subsidie voor het agrarisch gebied en voor natuurgebieden. De deelnemende gemeenten dragen zelf bij aan het realiseren van landschapselementen op erven en op gemeentelijke grond.

De nieuwe subsidie van tweehonderdduizend euro is opengesteld voor het grondgebied van de gemeenten Montfoort, IJsselstein, Oudewater en Lopik. Deze gemeenten zijn lid van het Platform KLE sinds 2020. Ook voor andere gebieden van de provincie is budget aanwezig voor aanleg en herstel van KLE.

Meer informatie

  • Als je zelf een klein landschapselement wilt realiseren kun je contact opnemen met de agrarische collectieven. Aanvullende informatie hierover is te vinden op de website van de provincie Utrecht.

Tekst en foto: provincie Utrecht