Waterviolier

Over de 'bloemetjes en bijtjes' van waterplanten

FLORON
10-AUG-2022 - Bij landplanten zorgen insecten of de wind voor de bevruchting van de vrouwelijke bloemen. Maar hoe stellen waterplanten hun nageslacht eigenlijk veilig?

Aangenomen wordt dat de meeste waterplanten zijn geëvolueerd uit landplanten. Binnen plantenfamilies waarin zowel land- als waterplanten voorkomen is de manier van bestuiven vaak hetzelfde. Zo worden de bloemen van waterranonkels en boterbloemen beide door insecten bestoven. Bij waterranonkels steken de nectarproducerende bloemen daarom boven het wateroppervlak uit. Hoog en droog kunnen de bloeiwijzen zo veilig bezocht worden door insecten. Deze strategie vind je terug bij negentig procent van de waterplanten. Behalve door insecten zijn er ook waterplanten die zo door de wind bestoven kunnen worden. De overige tien procent gooit het over een andere boeg.

Drijven op hoop van zegen

Bij Vallisneria en Waterpest worden de pollen door het water verspreid. Net als bij windbestuivers, berust bestuiving daarbij op toeval. De op het water drijvende pollen moeten toevallig op een vrouwelijke bloem (stamper) stuiten. De kans daarop is natuurlijk klein. Daarom produceren dergelijke waterplanten heel veel pollen. Daarnaast zijn de stempels van de bloemen sterk vergroot. De stempel is het bovenste, vaak kleverige deel van de stamper dat het pollen opneemt. Een vergrote stempel vergroot de kans op bevruchting.

Ook is het pollen vaak aangepast op drijvend vervoer. Zo zorgt bij sommige waterplanten een vetachtig laagje ervoor dat het pollen waterafstotend is, zodat het beter blijft drijven.

Het mysterie van Klein kroos en andere kroossoorten. Stempel en helmdraden steken zijdelings uit de plant en liggen op het wateroppervlak. Men denkt dat de overdracht van stuifmeel geschiedt door tegen elkaar aan te wiebelen. De stempel is de top van de stamper; een helmdraad is de steel van de meeldraad

Gericht ronddwarrelen onder water

Bij soorten waarbij de bestuiving onder het wateroppervlak plaatsvindt, ontbreekt dit drijfvermogen. Wel vertoont het pollen van deze waterplanten vaak speciale aanpassingen om het zweefvermogen onder water te vergroten en daarmee de kans op succesvolle bestuiving. Zo heeft Zeegras draadvormig pollen en groepeert het boemerangvormige pollen van Ruppia zich rondom gasbelletjes. Heel vernuftig!

De kracht van vegetatieve vermeerdering

Weer een andere tactiek, al dan niet in combinatie met één van bovenstaande tactieken, is vegetatieve vermeerdering. Hierbij laat een plant stengelfragmenten en/of winterknoppen los die verder drijven met het water en verderop uitgroeien tot nieuwe planten. Bij veel ondergedoken waterplanten komt deze vorm van vermeerdering veel vaker voor dan geslachtelijke voortplanting. Smalle waterpest laat de potentie van deze tactiek goed zien; van deze niet-inheemse plantensoort zijn alleen vrouwelijke planten in Nederland geïntroduceerd en dankzij vegetatieve vermeerdering heeft Smalle waterpest zich door vrijwel heel Nederland verspreid.

Meer informatie

Wil je meer weten over de voortplantingskunsten van waterplanten? Lees het in het PLANTEN-artikel 'Bevruchting nabij de waterspiegel' (pdf; 0,2 MB). Wil je vaker plantenartikelen lezen? Word dan donateur van Stichting FLORON en ontvang twee á drie keer per jaar het tijdschrift PLANTEN.

Tekst: Leonie Tijsma, Ruud Beringen & Edwin Dijkhuis, FLORON
Foto's: Blikonderwater.nl; Wim van der Ven