Berk in volle bloei
8-NOV-2022 - Mensen met hooikoorts worden regelmatig verrast door het grillige verloop van het hooikoortsseizoen. Dit jaar is tijdens de maanden januari-maart en mei-juli minder zelfzorghooikoortsmedicatie verkocht dan in 2021. Maar in april juist veel meer. Sinds dit jaar werken onderzoekers met zeer uiteenlopende expertise samen om de effecten van klimaatverandering op de hooikoortsdynamiek beter te snappen.

Hooikoorts treft meer dan een kwart van de Nederlandse bevolking. Hooikoortsklachten hebben grote consequenties voor het dagelijks functioneren tijdens werk, studie, vrije tijd en zorg voor gezin en anderen. Met betere informatie over allergie en betere hooikoortsverwachtingen kan de impact van hooikoorts op het dagelijks leven sterk verminderd worden.

Krachtenbundeling

In een door ZonMw gesubsidieerd onderzoeksproject bundelen verschillende onderzoekers de krachten om de jaarlijkse hooikoortsdynamiek te doorgronden. Het project bepaalt onder welke (weers)omstandigheden er waar in Nederland hoeveel pollen door planten worden afgegeven aan de lucht, en hoe de pollen zich door de lucht verplaatsen. Daarnaast wordt onderzocht hoe de verschillende mate van pollenblootstelling invloed heeft op de ziektelast, en welke bomen je dus het beste wel of niet kunt aanplanten. Tenslotte wordt met mensen die last hebben van hooikoorts besproken hoe ze nu omgaan met hun symptomen en welke informatie ze zouden willen hebben om de overlast te beperken.

Heel veel cijfers bieden grip op hooikoorts

Katjes van de hazelaarTijdens de eerste maanden van dit project zijn er uiteenlopende gegevens bij elkaar gebracht: tientallen jaren aan pollentellingen uit Nederland, België en Duitsland; informatie over waar precies allergene boomsoorten staan in gemeenten; huisartsregistraties en klachtenscores van allergiepatiënten; verkoopcijfers van allergiemedicatie en meteorologische data. Door deze gegevens slim te combineren ontstaan al nieuwe inzichten. Een eerste analyse laat zien dat de pieken in pollenconcentraties in de lucht van de allergene pollensoorten els, berk en gras, nauw samenvallen met de pieken in de verkoop van zelfzorghooikoortsmedicatie die verstrekt is door DA-drogisten in Nederland (zie de figuur). Deze verkoopdata kunnen dus gebruikt worden om de ziektelast van hooikoortspatiënten te analyseren.

In 2022 twaalf procent minder verkoop van zelfzorghooikoortsmedicatie dan in 2021

De jaren 2021 en 2022 verschilden sterk van elkaar wat betreft het pollenverloop en de medicatieverkoop. In 2022 is de verkoop van zelfzorghooikoortsmedicatie beduidend lager – twaalf procent – uitgevallen dan in 2021. De verschillen in zelfzorgmedicatieverkoop blijken sterk overeen te komen met het verloop in pollenaantallen. De lage elzenpollenpiek in 2022 ging gepaard met veel lagere verkoopcijfers dan in dezelfde periode in 2021, waarin we juist een zeer hoge elzenpollenpiek zagen. Voor berk zien we een ander patroon. In april werd twee keer zoveel berkenpollen gemeten als in 2021 en daarmee gingen ook de medicijnverkoopcijfers flink omhoog in die periode. Deze medicijnverkoopcijfers geven aan dat mensen, die gevoelig zijn voor elzen- en/of berkenpollen, in 2021 en 2022 sterke verschillen in hun klachten hebben ervaren.

In de afgelopen zomer lagen de verkoopcijfers van zelfzorghooikoortsmedicatie ruim 22 procent lager. Een hele hoge overlastpiek door graspollen bleef dit jaar uit. Net op het moment dat de graspollenconcentratie zou gaan pieken, bleek het heel hard te regenen. Hierdoor spoelden veel pollen uit en waren mensen mogelijk vaker binnen. Of er ook nog een effect van het zeer droge voorjaar is geweest op de groei van grassen, en dus op de pollenproductie, is moeilijk te bepalen. Het droogte-effect lijkt mee te vallen omdat de hoeveelheid graspollen in 2022 maar zes procent minder was.

 Verloop van wekelijkse verkoop hooikoortsmedicijnen bij de DA drogist en de aantallen pollen geteld door LUMC en het Elkerliek Ziekenhuis van 1 januari 2021 tot en met 31 augustus 2022

“Ik ben niet ziek”

In de afgelopen maanden zijn een aantal bijeenkomsten georganiseerd met mensen met hooikoorts. Het werd duidelijk dat de klachten beperkend kunnen zijn voor het dagelijks functioneren, maar dat de kennis over welke pollensoorten de klachten veroorzaken vaak afwezig is. Opvallend is dat veel mensen met hooikoorts zichzelf niet als patiënt beschouwen. Men probeert er mee te leven omdat men niet zo goed weet wat er verder nog aan gedaan kan worden. Bovendien werden pollenverwachtingen niet vaak geraadpleegd omdat ze niet als betrouwbaar werden ervaren. Het verbeteren van de pollenverwachting is één van de doelen van dit project.

Pollenwolken berekenen

De eerder genoemde datasets zullen ook gebruikt worden om ruimtelijke pollenverwachting te ontwikkelen, waarbij de verspreiding van pollen als wolken over een kaart van Nederland gemodelleerd kunnen worden. Waarschijnlijk wordt aangesloten bij het Europese SILAM model dat voor heel Europa op een minder gedetailleerde ruimtelijke schaal een pollenverwachting maakt. Mensen die weten van welke pollen zij last hebben, kunnen deze pollenverwachtingen raadplegen en hierop hun activiteiten en medicijninname aanpassen. Hierdoor kan de impact van de hooikoortsklachten op hun dagelijks leven verminderen.

Welke bomen in de stad?

AtlascederEen andere focus binnen het onderzoek is het stedelijk groen. Door de klimaatverandering zullen steden meer bomen aanplanten. Belangrijk daarbij is dat geschikte boomsoorten worden gekozen. Binnen het project is gestart met een inventarisatie van de allergeniciteit van de meest voorkomende boomsoorten in de stedelijke omgeving van Nederland. Hiermee kunnen groenbeheerders en gemeenten in de toekomst verantwoorde keuzes maken om een allergeenarme stedelijke omgeving te creëren.

Het onderzoeksproject laat zien dat pollen een belangrijke component zijn in de lucht die wij allen inademen. Goede informatie over pollen en een uitgebreid pollenmeetnetwerk zijn belangrijk om de miljoenen mensen in Nederland die last hebben van hooikoorts, in de toekomst te voorzien van betrouwbare informatie vanuit de apotheek of arts.  

Tekst: Letty de Weger en Marise Kasteleyn, LUMC; Arnold van Vliet, Bob Mulder en Wichertje Bron, Wageningen University & Research; Sjoerd van Ratingen, Danny Houthuijs, Lisbeth Hall en Joost Wesseling, RIVM; Ellen-Wien Augustijn, Rosa Aquilar, Raul Zurita-Milla, Faculty of Geo-Information Science and Earth Observation, University of Twente; Petra Hoogland Service Apotheek, Anna van Leeuwen, GGD Rotterdam-Rijnmond, Wendy Batenburg, Henry Kuppen, Terra Nostra, Mieke Koenders, Elkerliek Ziekenhuis
Foto’s: Henry Kuppen, Arnold van Vliet, LUMC