Primaat met jong. Een beeld uit de cameravallen van het Tropical Ecology Assessment and Monitoring (TEAM) Netwerk

Meer dan 2 miljoen foto’s geven belangrijk inzicht in gedrag tropische zoogdieren

Wageningen Environmental Research, Wageningen University & Research
30-NOV-2022 - De meesten van ons zijn overdag actief en slapen 's nachts. We geven de voorkeur aan daglicht, terwijl de duisternis beperkingen oplegt. Ook dieren moeten hun tijdsbesteding afstemmen op hun behoeften en beperkingen: voedsel vinden, roofdieren vermijden, socialiseren en warm blijven zonder oververhit te raken.

In een nieuwe studie in Nature Communications onderzocht een internationaal team van wetenschappers of er consistente patronen zijn voor locaties en regio's in de manier waarop verschillende dieren hun dag besteden. Dit vormt een belangrijke basis voor mogelijk vervolgonderzoek naar de effecten van menselijke activiteit.

Professor Douglas Sheil van Wageningen University & Research, die het project helpt leiden, licht het idee toe: "Op het eerste gezicht zijn de fauna’s van verschillende tropische regio's verschillend. Er zijn geen gorilla's of olifanten in de tropische wouden van Amerika, geen tapirs in Afrika en geen gordeldieren in Azië. Dit is het resultaat van de gedetailleerde geschiedenis van de uitwisseling van soorten, isolatie en evolutie binnen elk gebied. Maar als we dieper kijken en nagaan hoe elk van deze dieren in zijn levensonderhoud voorziet, gaan in de verschillen overeenkomsten schuil: elke regio heeft bijvoorbeeld een reeks soorten van verschillende grootte die zich voedt met planten, insecten en andere dieren. Hoe diep gaan de overeenkomsten als we nagaan hoe dieren de tijd gebruiken? Zouden bijvoorbeeld naast elkaar levende soorten dezelfde neiging hebben om de voorkeur te geven aan dag- of nachtactiviteit, afhankelijk van hun behoeften en beperkingen?“

Pekari. Een beeld uit de cameravallen

Meer dan 2 miljoen foto's

Hoofdauteur Andrea Vallejo Vargas van de Norwegian University of Life Science: "Onze ogen in het bos zijn de vele cameravallen die ons in staat stellen te weten wanneer zelfs de meest geheimzinnige dieren actief zijn. Dankzij de meer dan 2,3 miljoen foto's die het TEAM-netwerk (Tropical Ecology Assessment and Monitoring) heeft verzameld, hebben wij de activiteit van zoogdieren in 16 beschermde gebieden in verschillende regio's bestudeerd. Door 166 soorten op hetzelfde tijdstip met elkaar te vergelijken, konden we nagaan of voedingsbehoeften en grootte van invloed zijn op de mate van activiteit van het dier. We vergeleken deze patronen tussen continenten en hoe deze overeenkomen met heersende theorieën."

Consistente dagelijkse activiteit

De studie bracht een consistente dagelijkse activiteit van tropische zoogdieren tussen de continenten aan het licht, afhankelijk van de lichaamsgrootte en hun voedingsbehoeften. Grote soorten die vruchten of bladeren en insecten eten (behalve in de Neotropen in Midden- en Zuid-Amerika) zijn vaker 's nachts actief dan kleinere soorten. De onderzoekers stelden vast dat de toename van de nachtelijke activiteit samenhangt met een toename van de lichaamsgrootte die reageert op de temperatuur. Grote carnivoren en omnivoren zijn daarentegen vaker overdag actief dan kleinere soorten die vergelijkbare voedingsbehoeften hebben. Het bleek dat interacties de belangrijkste factor zijn bij het bepalen van de activiteit van carnivoren en omnivoren.

Cameravallen installeren

Insecteneters vormden de enige uitzondering waarbij het patroon per continent verschilde: grotere soorten waren vaker overdag actief in Amerika, terwijl het omgekeerde gold in Afrika en Azië. De redenen hiervoor zijn onduidelijk, maar het gedrag van neotropische insecteneters weerspiegelt heel andere behoeften dan degene die elders zijn geëvolueerd. Dat is waarschijnlijk het gevolg van de lange evolutionaire isolatie van het Zuid-Amerikaanse continent.

Bovendien ontdekten de onderzoekers dat roofdieren en prooien elkaars gedrag beïnvloeden. Met name toppredatoren volgen activiteitspatronen die overeenstemmen met hun prooi. Dat heeft ook gevolgen voor andere soorten.

Waarom is dit van belang?

Afgezien van het feit dat het op zich al fascinerend is, is het waardevol te weten hoe natuurlijke en bijna-natuurlijke gemeenschappen zich gedragen en op elkaar inwerken, zodat we een referentie hebben voor het onderzoeken van dergelijke patronen in minder ongerepte gebieden. We weten bijvoorbeeld weinig over de effecten van menselijke activiteiten, zoals de jacht of de aanwezigheid van kunstlicht, en over gemeenschappen waar bepaalde soorten, zoals de grote carnivoren, nu zeldzaam of afwezig zijn. Dergelijke verkenningen zullen het onderwerp zijn van toekomstig onderzoek.

Tekst: Wageningen Environmental Research
Foto's: Tropical Ecology Assessment and Monitoring (TEAM) Netwerk (leadfoto: primaat met jong. Een beeld uit de cameravallen); Benjamin Drummond en Sara Joy Steele