Zoetwatergetijdennatuur herleeft in Noordwaard

FLORON, Staatsbosbeheer
15-APR-2023 - Zeven jaar na afronding van de herinrichting van de aan Nationaal Park De Biesbosch grenzende polder Noordwaard, hebben veel planten zich weten te vestigen in de afgegraven delen van dit gebied. Sommige plantensoorten blijken zich goed thuis te voelen in het nieuw ontstane zoetwatergetijdengebied. Opvallend is vooral het talrijke voorkomen van de Rode Lijstsoorten Rijstgras en Driekantige Bies.

De Noordwaard is gesitueerd tussen de Nieuwe Merwede in het noorden en de Biesbosch in het zuiden. In het kader van Ruimte voor de Rivier is de Noordwaard in de periode 2012 tot 2015 opnieuw ingericht. Voor de herinrichting bestond de Noordwaard uit enkele, door getijdenkreken gescheiden, landbouwpolders. Bij de herinrichting zijn grote delen van het voormalige agrarisch gebied ingericht als doorstroomgebied door de kaden tussen de polders en de bouwvoor af te graven en de oude getijdenkreken te herstellen. Grenzend aan het doorstroomgebied liggen enkele laagbekade polders die nu dertig tot honderd dagen per jaar onder water staan. De kaden rond de overige landbouwpolders zijn versterkt en de bedrijfsgebouwen op terpen geplaatst. De kade langs de Nieuwe Merwede is verlaagd tot een drempel op twee meter boven NAP en in de Bandijk langs de Nieuwe Merwede zijn vier doorstroomopeningen gemaakt. Bij hoge waterafvoeren in de Nieuwe Merwede stroomt het rivierwater over de drempel door deze openingen de Noordwaard in om vervolgens via het Hollands Diep naar zee afgevoerd te worden. Door deze extra afvoercapaciteit zal de waterstand in de Nieuwe Merwede naar verwachting met wel dertig centimeter verlaagd kunnen worden. Door een combinatie van hoge waterafvoeren, springtij en westerstorm liep de Noordwaard in februari 2020 voor het eerst onder. Ook in 2021 en 2022 is de drempel overstroomd, maar ook bij minder hoge waterstanden kan de Noordwaard door waterinlaten vanuit het zuiden (Amer) en het noorden (Nieuwe Merwede) overstromen.

Kaart van de Noordwaard na herinrichting

Nieuwe Deltanatuur

Met de herinrichting van de Noordwaard, grotendeels in eigendom van Rijkswaterstaat, is de oppervlakte getijdennatuur met 1500 hectare toegenomen. Sinds 2022 voert Staatsbosbeheer het natuur- en vegetatiebeheer uit. Het beheer is gericht op ecologische versterking van het gebied. In het doorstroomgebied wordt gestreefd naar het ontwikkelen van overstromingsgraslanden; in de bekade polders naar het ontwikkelen van het vochtig hooiland met weidevogels en dotterbloemhooilanden. Opslag van houtige gewassen zou op den duur de doorstroming te veel gaan belemmeren. Daarom wordt het doorstroomgebied extensief begraasd met konikpaarden, Schotse hooglanders en waterbuffels. Doorstromingremmende vegetaties, die ondanks de begrazing opschieten, worden aanvullend gemaaid. De graslanden in de laagbekade polders worden gehooid of begraasd met schapen. In afstemming met Rijkswaterstaat probeert Staatsbosbeheer meer sloot-, oever- en graslandvegetatie ’s winters te laten overstaan. Hierbij zijn de eerste stappen gezet en de eerste resultaten behaald.

Ontwikkelingen

In de jaren na de herinrichting zijn alle kilometerhokken in de Noordwaard door FLORON-vrijwilligers op planten geïnventariseerd en in de zomer van 2022 is door het landelijk bureau van FLORON de vegetatiesamenstelling binnen 21 plots vastgelegd. Hiermee is een aardig beeld ontstaan van de ontwikkelingen in de flora. Vooral in het laaggelegen doorstroomgebied zijn de ontwikkelingen ingrijpend. Door het nieuw ontstane krekenstelsel zijn de oorspronkelijke greppels en sloten op de perceelsgrenzen nauwelijks meer te herkennen en hebben de aardappel- en suikerbietenakkers plaatsgemaakt voor soortenrijke vegetaties waarin vooral rivierbegeleidende soorten zich spontaan hebben gevestigd. De meest opvallende soort is de Grote kattenstaart (Lythrum salicaria); deze soort kleurt de Noordwaard in de zomer over grote oppervlakten roodpaars.

Grote kattenstaart bij polder De Zalm (Noordwaard)

Op de lager gelegen periodiek droogvallende, slikkige delen, langs de getijdenkreken groeien soortenrijke vegetaties met soorten als Waterpeper, Grote waterweegbree, Zompvergeet-mij-nietje, Knikkend tandzaad, Rode waterereprijs, Klein vlooienkruid, Naaldwaterbies, Bruin cypergras, Slijkgroen, Blauwe waterereprijs en Gevleugeld sterrenkroos. Pioniervegetaties met een dergelijke soortensamenstelling zijn te rekenen tot het EU-habitattype Slikkige rivieroevers. Twee Rode Lijstsoorten zijn in het zoetwatergetijdengebied van de Noordwaard opvallend talrijk in deze vegetaties aanwezig: Rijstgras en Driekantige bies.

Slikkige oever met Driekantige bies langs nieuw gegraven getijdenkreek in de Noordwaard

Rijstgras en Driekantige bies

Op de Rode Lijst uit 2012 wordt Rijstgras nog in de categorie kwetsbaar ingedeeld, maar deze warmte- en stikstofminnende soort zit al vanaf eind vorige eeuw in de lift. Omdat de bloeiwijze vaak in de bladschede verborgen zit, is het een onopvallende soort. Toch kon worden vastgesteld dat dit gras zich in de lagere delen van de Noordwaard op uitgebreide schaal gevestigd heeft. Sinds de afronding van de werkzaamheden in 2015 is Rijstgras in 12 (van de 28) kilometerhokken voor het eerst waargenomen. De Noordwaard en de Biesbosch, waaruit de soort al eerder bekend was, lijken hiermee een van de belangrijkste bolwerken van deze soort in Nederland te zijn geworden.

Nog opmerkelijker is de toename van de Driekantige bies. Na 2015 is deze soort in de Noordwaard in 17 kilometerhokken voor het eerst aangetroffen. Driekantige bies is in de meeste West- en Midden-Europese landen een Rode Lijstsoort; ernstig bedreigd in België, Engeland, Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en Italië, bedreigd in Nederland en kwetsbaar in Spanje en Portugal. In Zwitserland en Italië wordt de soort met uitsterven bedreigd. In Engeland is ze nog maar van één locatie bekend. In Frankrijk als geheel lijkt de situatie minder dramatisch, maar in vier overwegend noordelijke regio’s wordt ze tegenwoordig als uitgestorven beschouwd. De Driekantige bies is in de Noordwaard niet alleen in meer kilometerhokken aangetroffen, maar komt er geregeld over meerdere hectaren massaal voor. De Noordwaard is hiermee een van de belangrijkste bolwerken van deze soort in West- en Midden-Europa.

Vegetatie met Driekantige bies, Blauwe waterereprijs en Rijstgras (stengel onderaan rechts van het midden) in de Muggenwaard (Noordwaard)

Kilometerhokken in de Noordwaard waarin de Driekantige bies voor en/of na 2015 is waargenomen

De Noordwaard brongebied?

De Driekantige bies is in 2021 en 2022 op verschillende natuurontwikkelingsterreinen in het binnenland opgedoken. Uit deze gebieden zijn geen oudere waarnemingen bekend. Of er hier sprake is van een 'uitstralingseffect' van de massale aanwezigheid in de Noordwaard is nog onduidelijk, maar mogelijk zijn zaden met watervogels of als verstekeling met maai- of grondverzetmachines vanuit de Noordwaard op deze binnenlandse groeiplaatsen terechtgekomen.

Tijdschrift Planten

Dit natuurbericht over de Noordwaard is gepubliceerd ter gelegenheid van het uitkomen van de negentiende editie van het tijdschrift Planten. Wil je het uitgebreide artikel over de Noordwaard en ander interessant plantennieuws lezen? Word dan donateur van Stichting FLORON. Daarmee ondersteun je het onderzoek naar en de bescherming van wilde planten in Nederland, én krijg je twee keer per jaar het tijdschrift Planten en in de zomer de Florabalans.

Tekst: Ruud Beringen, FLORON; Jacques Rovers, FLORON district Noord-Brabant Baronie; Willemien Troelstra, FLORON district Zuid-Holland-Zuid; Harm Blom, Staatsbosbeheer
Foto's: Staatsbosbeheer (leadfoto: noordwestelijk deel van de Noordwaard met bloeiende Grote kattenstaart tijdens hoogwater op 22 juli 2021. Uiterst rechts de Nieuwe Merwede en middenboven de westelijke doorstroomopening); Ruud Beringen
Kaarten: De Ingenieur; Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF)