Voorbeeldexoten LIFE Resilias

Effectieve aanpak van exoten: stand van zaken anno 2024

Bosgroepen, Stichting Bargerveen
30-JAN-2024 - In het Europese subsidieproject LIFE Resilias werken Bosgroep Zuid Nederland en Stichting Bargerveen zeven jaar lang aan systeemgericht natuurherstel om dominantie van exoten te doorbreken. Inmiddels zitten we op de helft van de looptijd van het project en kijken we samen met de projectcoördinator naar de vorderingen, de al behaalde resultaten én de acties die nog op de planning staan.

De ecosysteemaanpak in LIFE Resilias zet heel gericht in op het versterken van bos en natuur, zodat invasieve soorten geen kans krijgen om een bedreiging te vormen voor de inheemse flora en fauna. Partners Bosgroep Zuid Nederland en Stichting Bargerveen laten in het project de kansen en mogelijkheden zien voor het versterken van de veerkracht van het bos- of natuurgebied. Dit doen de partners specifiek aan de hand van vier voorbeeld exoten, die vaak een flinke uitdaging vormen door de continue bestrijding ervan. Inmiddels zijn er al forse stappen gezet binnen het project.

 De gekozen gebieden zijn ingedeeld op basis van de exoot waarmee we in het gebied aan de slag gaan.

Actief in zestien voorbeeldgebieden

Lidewij Cornelissen is de projectcoördinator van LIFE Resilias: “Ik ben het aanspreekpunt voor het LIFE-programma van de Europese Unie. Voor de uitvoering hebben we het programma opgedeeld in vier ecosystemen: beekdalen, bossen, graslanden en wetlands. In die ecosystemen komen een aantal exoten voor. Er zijn vier exoten waar we ons op focussen binnen LIFE Resilias: Amerikaanse vogelkers, Aziatische duizendknopen, watercrassula en zonnebaars. Deze exoten komen in één of meerdere van de vier ecosystemen voor. Alles wat we nu doen, doen we in samenwerking met de terreineigenaren, meestal leden van de Bosgroep. We zijn actief in zestien voorbeeldgebieden.”

Uitvoering van de plannen

Het project loopt van september 2020 tot eind 2027. We zijn nu dus halverwege en inmiddels hebben de projectpartners voor alle voorbeeldgebieden een plan gemaakt. Lidewij: “In die plannen hebben we omschreven hoe we de ecosysteemaanpak in de voorbeeldgebieden gaan uitvoeren. Deze ‘Ecosystem Resilience Approach’ (ERA) is vervolgens ook al op verschillende plaatsen uitgevoerd. Dit houdt in dat we er omstandigheden creëren waaronder de exoot minder goed gedijt. Voor alle gebieden geldt dat de aanpak is ingezet, maar dat de monitoring en metingen om de effectiviteit te bepalen nog lopen.”

Lidewij Cornelissen, projectleider LIFE Resilias

Aan de slag met de ecosysteemaanpak

De keuze van LIFE Resilias om de veerkracht van ecosystemen te versterken in plaats van invasieve exoten langdurig te bestrijden, is gebaseerd op de wetenschap dat bestrijden tijdrovend is, heel veel geld kost en op de lange termijn vaak geen oplossing blijkt te zijn. Wijdverspreide exoten volledig wegkrijgen is nagenoeg niet haalbaar, zeker niet zonder ook het ecosysteem zelf aan te pakken. Het is effectiever om bos en natuur zo te beheren, dat het ecosysteem sterk genoeg is om bedreiging van een exoot zelf te voorkomen. De exoot krijgt een plek in het ecosysteem, zonder dat hij schade kan toebrengen aan het systeem en de biodiversiteit. Dit is de LIFE Resilias ecosysteemaanpak.

Laten zien dat het werkt

Lidewij Cornelissen: “Het doel van de plannen is dus dat de exoot één van de soorten wordt, in plaats van een nare dominante. Dat dit kan, is voor de vogelkers en de zonnebaars al onderzocht en bewezen. Nu willen we met LIFE Resilias ook aan anderen laten zien dat het werkt. Dit doen we dus letterlijk met de voorbeeldgebieden. Hier kunnen we beheerders, eigenaren, beleidsmakers en andere betrokkenen laten zien hoe je de ecosysteemaanpak toepast en wat er nodig is in het beheer. Dit hebben we bijvoorbeeld ook al gedaan met een veldexcursie op de Kennisdag van 23 juni 2022.”

 Tijdens de veldexcursie op de Kennisdag van 23 juni 2022

Het verhaal breed uitdragen

Naast de bezoeken aan de voorbeeldgebieden richt LIFE Resilias zich ook breder op het uitdragen van de ecosysteemaanpak. Lidewij: “Dit doen we door lezingen en presentaties te geven. Bijvoorbeeld op de Landelijke Beheerdersdag en op verschillende grote, nationale en internationale symposia. In 2022 hebben we een eerste, eigen symposium georganiseerd en ook vertellen we actief over de ecosysteemaanpak bij onze leden en beheerders. Daarnaast zitten we geregeld met beleidsmakers om de tafel. Deze manier van het uitdragen van onze boodschap verloopt heel voorspoedig. Mensen staan open voor een andere aanpak dan de traditionele aanpak: met grof geschut uitroeien. Ook omdat ze vaak zelf al hebben ervaren dat de poging om een exoot helemaal uit te roeien lang niet altijd succesvol is.”

De traditionele, totale verwijdering van invasieve exoten door afgraven leidt tot veel schade aan het ecosysteem

Stap naar beleid

Lidewij is tevreden over de vorderingen van het project: “Wat de uitvoering betreft zijn we mooi op schema. Qua uitdragen zijn we al verder dan we vooraf hadden ingeschat. Er is nu al meer interesse voor de ecosysteemaanpak dan we hadden durven hopen. We zien dat ook buiten het project de aanpak wordt toegepast. Zo speelt er nu bijvoorbeeld al een project in opdracht van de provincie Noord-Brabant. Daarbij zijn in gemeente Reusel-Mierden en gemeente Hilvarenbeek de groeiplaatsen van duizendknoop rondom het Natura 2000-gebied geïnventariseerd. De provincie heeft daar subsidie voor vrijgemaakt. De stap van voorbeeld en inspiratie naar beleid is daar dus gezet.”

Ambities voor de toekomst

Het project loopt nog tot eind 2027. Wat gaat er voor die tijd nog gebeuren? Lidewij: “We gaan het demonstratiekarakter van onze voorbeeldgebieden benutten. Daar kunnen we in de praktijk laten zien hoe het werkt. Daarnaast blijven we de resultaten van de beheermaatregelen daar natuurlijk ook monitoren om zo het effect op langere termijn in kaart te brengen. Verder kijken onze vier actieleiders ook nog naar andere invasieve soorten waarvoor de ecosysteemaanpak nog meer zou kunnen werken. Zo kijkt Janneke van der Loop van Stichting Bargerveen op dit moment bijvoorbeeld naar schijngenadekruid en de karmozijnbes. Bart Nyssen van Bosgroep Zuid Nederland werkt de ecosysteemaanpak ook uit voor invasieve boomsoorten als Amerikaanse eik, vederesdoorn, robinia en hemelboom. En we onderzoeken ook wat het financiële plaatje is van de ecosysteemaanpak ten opzichte van traditionele methoden.”

De vier voorbeeldsoorten uit het project: zonnebaars, Amerikaanse vogelkers, Aziatische duizendknopen en watercrassula

Inzicht in de financiële kant

“In Europa is er een lijst met aan te pakken invasieve exoten. Als eigenaar van het gebied ben je verplicht actie te ondernemen als een soort van deze lijst op je terrein voorkomt. Van opsporen en verwijderen tot in ieder geval zodanig beheren dat je verspreiding en schade voorkomt. Nu staat van de voorbeeldexoten binnen LIFE REsilias alleen de zonnebaars op deze lijst. Voor Aziatische duizendknopen geldt vooralsnog alleen een handels- en vervoersverbod. Als je een exoot compleet moet of wilt weghalen, kost het een hoop tijd, moeite en geld om telkens weer helemaal te doen. Dan ga je iedere keer weer in een landschap prutsen en dat komt ook de recreatiewaarde van je gebied niet ten goede. Verder krijg je als eigenaar meestal geen geld voor de bestrijding van exoten. Vandaar dat we laten onderzoeken of de ecosysteemaanpak, die ook niet gratis is, mogelijk wel een goedkopere optie is dan de traditionele aanpak.”

Meer informatie

  • Er is al meer verschenen over de LIFE Resilias ecosysteemaanpak, ook hier op Nature Today. De brochure over het project kunt u hier downloaden (pdf, 2 MB).
  • Project LIFE Resilias is een initiatief van Bosgroep Zuid Nederland en Stichting Bargerveen. Het project is mede mogelijk dankzij de Europese Unie en heeft financiering ontvangen vanuit het LIFE-programma. Daarnaast hebben Rijkswaterstaat, Evides waterbedrijf en de provincies Noord-Brabant, Zeeland en Utrecht zich als sponsoren verbonden aan het project.

Tekst: interview Lidewij Cornelissen door Marrie Hoedelmans, Bosgroepen
Foto's: Bosgroepen (leadfoto: de vier voorbeeldexoten van LIFE Resilias); LIFE Resilias; Marrie Hoedelmans; Janneke van der Loop