Hoogveenbos in het Weerterbos met een vlakdekkende begroeiing van veenmossen en water boven maaiveld.

Ontwikkelingskansen voor hoogveenbossen in het Weerterbos

Stichting Bargerveen
22-MEI-2024 - In het Weerterbos komt het zeldzame bostype Hoogveenbos voor. Deze bossen worden gekenmerkt door een hoge bedekking van veenmossen op natte, basenarme en zure standplaatsen. De kwaliteit van de hoogveenbossen staat onder druk door verdroging, en daarom doet Stichting Bargerveen, in opdracht van het Limburgs Landschap, onderzoek naar de ontwikkelingskansen van de hoogveenbossen in het Weerterbos.

Het Weerterbos

Het Weerterbos is een ongeveer 800 hectare groot natuurgebied dat deel uitmaakt van het Natura 2000-gebied Weerter- en Budelerbergen & Ringselven, gelegen tussen Weert en Budel. Het vormt een relict van een veel groter moeras- en bosgebied, dat in het verlengde ligt van de Peelvenen. Het Weerterbos bestond voornamelijk uit moeras en broekbos en was omgeven door open heide- en hoogveengebieden. Het projectgebied ligt in een grote laagte waarvan de afvoer naar het noorden is geblokkeerd door een west-oost lopende dekzandrug. Op één locatie is een doorgang aanwezig in deze zandrug, hier ligt de oorsprong van het stroomdal van de Sterkselse Aa. De sterk lemige toplaag in de laagte zelf zorgt ervoor dat regenwater niet goed in de bodem kan infiltreren waardoor de bossen in regenrijke perioden heel nat zijn, ideaal dus voor hoogveenbossen. Het bijzondere aan het Weerterbos is dat er naast zure en basenarme standplaatsen, in ieder geval in het verleden, ook zeer basenrijke condities aanwezig waren. Dit weten we omdat op de bodem van een aantal vennen (pingo-ruïnes) een laag met kalkrijke afzettingen (kalkgyttja) aanwezig is.

Een heel diepe sloot in het Weerterbos, die in het natte voorjaar van 2024 tot de rand gevuld is met water

Door de aanleg van sloten en uitgebreide rabattensystemen zijn de moerassen en broekbossen ontwaterd en ontgonnen. De afwatering van het Weerterbos vindt hoofdzakelijk plaats via de Oude Graaf, Vloedlossing en Rosveldlossing. Tegenwoordig bepalen aangeplante loof- en naaldbossen het aanzien van het gebied en hebben kleinschalige herstelmaatregelen in het oppervlaktewatersysteem er weer voor gezorgd dat rabattensystemen langdurig watervoerend zijn. Een klein deel van de berkenbossen kwalificeert als habitattype Hoogveenbos (H91D0) en wordt gekenmerkt door een rijke ondergroei van veenmossen.

Ontwikkelingskansen voor natte natuur in het Weerterbos

Ondanks de al genomen herstelmaatregelen zijn de standplaatscondities nog steeds te droog voor de instandhouding en uitbreiding van hoogveenbossen. In de zomer zakt de grondwaterstand namelijk te diep weg. Extra herstelmaatregelen zijn noodzakelijk om de zomerwaterstanden te verhogen. Om herstelmaatregelen op te stellen is het noodzakelijk eerst het hydro-ecologisch functioneren van het gebied op landschapsschaal beter in de vingers te krijgen.

Twee voorbeelden van rabattenbossen met hoge waterstanden in het voorjaar, maar zonder veenmossen. Rechts wel met haarmos, een indicatie dat de condities hier te droog zijn voor veenmossen

Daarom voert Stichting Bargerveen hier een landschapsecologische systeemanalyse (LESA) uit. In dit onderzoek vormen we een beeld van zowel het historisch als het huidig hydrologisch functioneren van het gebied en haar omgeving. Hiervoor wordt de samenhang tussen geologie, reliëf, grond- en oppervlaktewater, bodem, vegetatie en fauna onderzocht. Op basis daarvan bepalen we met welke herstelmaatregen de zomerpeilen omhoog gebracht kunnen worden en maken we inzichtelijk waar kansen liggen voor uitbreiding van hoogveenbossen. Bovendien moet het onderzoek handelingsperspectief bieden voor verbetering van de kwaliteit van de overige habitattypen, zoals de Zwakgebufferde vennen, Vochtige en Droge heiden en Beuken-eikenbossen met hulst.

Veenmosverspreiding

Om kansrijke plekken voor de ontwikkeling van hoogveenbossen in kaart te brengen, hebben we dit voorjaar een veenmoskartering uitgevoerd, het oppervlaktewatersysteem in kaart gebracht en de waterkwaliteit bemonsterd. Op enkele plekken troffen we veel veenmossen aan, waarbij vooral Gewimperd veenmos (Sphagnum fimbriatum) veel voorkomt tussen de rabatsloten in de natte bossen. In de best ontwikkelde hoogveenbossen wordt deze soort begeleid door het voor berkenbroekbossen karakteristieke Haakveenmos (Sp. squarrosum). Langs de randen van de meeste vennen groeit veel Geoord veenmos (S. denticulatum), een soort van natte, voedselarme standplaatsen met oppervlakkige toestroom van lokaal grondwater.

Een grote groeiplek van haakveenmos samen met gewimperd veenmos in een stuk goed ontwikkeld hoogveenbos

Het landschapsecologisch onderzoek in het Weerterbos is nog in volle gang. In juni staat het volgende veldwerk gepland waarbij we de bodemopbouw in de bossen in kaart gaan brengen door grondboringen uit te voeren op transecten waarbij ook de bodem-pH wordt gemeten om locaties met basenrijker grondwater inzichtelijk te maken. Uiteindelijk kunnen we met deze gegevens knelpunten in het systeemfunctioneren op landschapsschaal inzichtelijk maken en bepalen welke herstelmaatregelen noodzakelijk zijn om de kwaliteit van de hoogveenbossen te verbeteren en uit te breiden.

Tekst: Esther van Hoof & Remco Versluijs, Stichting Bargerveen
Foto’s: Remco Versluijs