Blauwe glazenmaker

Natuurjournaal 9 juli 2024

Nature Today
9-JUL-2024 - Kieskeurige rupsen en libellen op jacht.

De larve van de blauwe glazenmaker is uit het water gekropen en de libel heeft haar vleugels uitgeslagen. Je kan deze grote libel nu zien vliegen. De larve heeft maar liefst twee jaar onder water geleefd en gejaagd op alles wat kleiner is dan hijzelf. Eenmaal in de lucht is zijn leven een stuk korter, een volwassen libel leeft acht tot tien weken. Ook in dit stadium van zijn leven is de blauwe glazenmaker een echte jager. Ze vliegen in een rustig tempo laag over de grond, steeds langs dezelfde weg. Door dit gedrag komen blauwe glazenmakers nogal eens binnenshuis achter ramen of gordijnen terecht, of worden ze gevangen door huiskatten. De Nederlandse namen van libellen roepen vaak veel vragen op: paardenbijter, glassnijder en glazenmaker zijn slechts een paar voorbeelden. In dit geval komt de naam uit de tijd dat glazenmakers nog glas in een raamwerk van latten op hun rug droegen. Dat leek op de vleugels van een libel. Of andersom natuurlijk. Een blauwe glazenmaker kan zich voortplanten in je vijver als er veel waterplanten in staan en er geen vis in zit. Wil je meer weten? Lees dan de tips van De Vlinderstichting.

Rupsen van de veldparelmoervlinder stellen hoge eisen aan de plek waar ze leven

De rups van de veldparelmoervlinder is uit het ei gekropen. Deze vlindersoort is zeldzaam in Nederland, en dat heeft vooral te maken met de eisen die de rupsen stellen aan hun leefgebied. Het landschap moet open zijn, en voedselarm. De plantengroei moet structuurrijk zijn, het liefst met de zon op het zuiden zodat de zonnewarmte in het voorjaar goed doordringt. Kortom: het microklimaat moet precies goed zijn. En zulke plekken zijn in Nederland zeldzaam geworden. Op de kalkgraslanden van Zuid-Limburg vinden de rupsen nog wel geschikte plekken en af en toe wordt er ook elders nog een nieuwe populatie ontdekt. Ze eten van smalle weegbree, een plant die overal voorkomt. Als de zomer ten einde is spinnen de rupsen in groepjes een nestje van zijdedraden. Daarin bivakkeren ze de hele winter, pas volgend voorjaar zullen ze verpoppen.

Tekst: Ineke Radstaat, Nature Today
Foto's: Frits Bink, Saxifraga; Michiel Wallis de Vries, De Vlinderstichting