Kieskeurige roodstaarten in de Noardlike Fryske Wâlden

BoerenNatuur
9-JUN-2025 - Hoe het de gekraagde roodstaart de laatste jaren in het coulisselandschap van de Noardlike Fryske Wâlden is vergaan, heeft Ernst Oosterveld onderzocht, samen met Altenburg & Wymenga en Landschapsbeheer Friesland, in een breder onderzoek naar biodiversiteit. De vogel blijkt kieskeurig te zijn in haar keuze tussen elzensingels en houtwallen.

De gekraagde roodstaart is een kleurrijke zangvogel die graag in spleten, kieren en holen in open naaldbossen, tuinen en parken, en besloten agrarische gebieden broedt. Het coulisselandschap van de Noardlike Fryske Wâlden (NFW) vormt een landelijk bolwerk voor de soort: er komen zes keer meer roodstaarten voor dan dat je op grond van het oppervlakteaandeel van de NFW in Nederland zou verwachten.

De gekraagde roodstaart broedt er in elzensingels en houtwallen. Elzensingels zijn lijnvormige begroeiingen van bomen en struiken langs sloten met als belangrijkste boomsoort de zwarte els. In de NFW kunnen de roodstaarten terecht in wel 3.000 kilometer aan elzensingels. Houtwallen zijn lijnvormige begroeiingen op een zandwal met als belangrijkste boomsoort de zomereik. In de NFW is er 300 kilometer aan houtwallen (in het Fries 'dykswâlen' geheten). De roodstaarten broeden er in natuurlijke holtes en in nestkasten die wij hebben opgehangen.

Vrouwtje gekraagde roodstaart brengt een rups naar jongen in de nestkast

Kieskeurige roodstaarten

Sinds 2014 doen we onderzoek naar de gekraagde roodstaart in een houtwallengebied bij Eastermar en in een elzensingelgebied bij Surhuzum, beide 650 hectare groot. Uit jaarlijkse tellingen blijkt dat de aantallen broedende roodstaarten per strekkende kilometer in de houtwallen twee tot drie keer hoger zijn dan in de elzensingels. Daarnaast nemen in de houtwallen de aantallen meer toe dan in de elzensingels.

Elzensingels......en een houtwal met een zandige wal in de NFW

Van 1980 tot 2012 bleven de aantallen in de houtwallen stabiel, maar in de elzensingels namen ze met met tweederde af. De stabilisatie van het aantal in deze periode is opvallend, omdat de broedpopulatie in West-Europa toen sterk te lijden had van sterfte in de overwintergebieden in de Sahel door extreme droogte. Van 2014 tot 2023 nam het aantal broedende roodstaarten in de houtwallen jaarlijks met 6,6 procent toe, maar in de elzensingels met maar 0,7 procent per jaar.

De roodstaarten blijken dus kieskeurig: ze hebben duidelijk een voorkeur voor houtwallen boven elzensingels. Zou een verschil in habitatkwaliteit de reden zijn?

Berkenstobbe met ingerotte holtes in een houtwal, waar de gekraagde roodstaart wel in broedt

Nestgelegenheid

Misschien is er verschil in nestgelegenheid tussen houtwallen en elzensingels? Houtwallen zijn breder en herbergen soms dikke stobben die na de periodieke kap overblijven en in de loop der jaren door inrotten veel holen kunnen bevatten (zie bijgaande foto). In beide gebieden hangen er per kilometer ongeveer evenveel nestkasten die extra nestgelegenheid bieden. Dit maakt dus geen verschil.

De ontwikkeling van het aantal bezette nestkasten door gekraagde roodstaarten in het houtwallen- en het elzensingelgebied. Het aantal bezette nestkasten is weergegeven als index waarbij het aantal in 2014 op 100 is gesteld. De stippellijnen geven de lineaire trends aan. Het verschil in trend is statistisch significant

Verschijningsvorm en omgeving

In verschijningsvorm en omgeving zijn er ook verschillen tussen wallen en singels. Houtwallen in de NFW zijn gemiddeld breder en hebben een bredere boomkroon. Er staan meer alleenstaande, oudere bomen in en in de omgeving is er een grotere lengte aan andere wallen en zijn er meer dwarsverbindingen dan bij elzensingels. Als ik in het veld loop, krijg ik het idee dat de roodstaarten vooral in oude, breed uitgegroeide singels en wallen zitten te zingen, maar uit het onderzoek tot nu toe blijkt niet dat deze factoren belangrijk zijn voor de aanwezigheid van gekraagde roodstaarten.

Voedselaanbod

Misschien ligt het antwoord in het voedselaanbod. Uit video-opnames van prooiaanvoer voor jongen in nestkasten blijkt dat de roodstaarten hun jongen in houtwallen meer rupsen voeren (zie onderstaande figuur). In de elzensingels krijgen de jongen meer vliegen en muggen. Je zou zeggen dat zo’n sappige rups meer voedingswaarde heeft dan een vlieg of mug, wat zou kunnen leiden tot een betere groei van jonge roodstaarten in houtwallen en meer uitgevlogen jongen.

Insecten die gekraagde roodstaarten aan hun jongen voeren in nestkasten in de NFW. Alleen bij rupsen van nachtvlinders en wespen en bijen is er een statistisch significant verschil (aangegeven met *)

Al met al stellen de roodstaarten ons, na zoveel jaren onderzoek, nog steeds voor raadselen. In vervolgonderzoek hopen we die de komende jaren op te lossen.

Trilogie

Dit artikel is het laatste deel van een drieluik over het onderzoek naar vogels dat ecologisch onderzoeksbureau Altenburg & Wymenga de laatste jaren deed in het coulisselandschap van elzensingels en houtwallen van de Noardlike Fryske Wâlden. Daar werkten ook Erik Klop en Els van der Zee van Altenburg & Wymenga en Gerrit Tuinstra van Landschapsbeheer Friesland aan mee. Het onderzoek was in opdracht van het agrarisch collectief NFW en de provincie Fryslân. Deel 1 gaat over de terugkeer van de trekvogels naar hun broedgebied. Het tweede deel gaat over wat het coulisselandschap zo aantrekkelijk maakt voor de vogels

De NFW is een oud en kleinschalig agrarisch cultuurlandschap dat de kaalslag en de schaalvergroting in de vorige eeuw heeft weerstaan. In de verhalen deelt Ernst Oosterveld zijn enthousiasme voor het bijzondere gebied en zijn bewoners. Als u net zo enthousiast bent geworden, word dan Vriend van de Vereniging Noardlike Fryske Wâlden.

Meer informatie

Tekst: Ernst Oosterveld, Altenburg & Wymenga
Beeld: Altenburg & Wymenga (leadfoto: mannetje gekraagde roodstaart); Chris Tiesinga; Ernst Oosterveld

Met dank aan alle studenten die hielpen met nestkastcontroles en video-opnames van prooiaanvoer, en aan de vrijwilligers van het agrarisch collectief NFW die hielpen met het vastleggen van kenmerken van de singels en wallen.