
Broedvogels in Nederland in 2024
Sovon Vogelonderzoek NederlandHet rapport ‘Broedvogels in Nederland 2024’ vat de belangrijkste ontwikkelingen van de Nederlandse broedvogels tot en met 2024 samen. In deze publicatie zet Sovon Vogelonderzoek Nederland de aantalsontwikkeling van tweehonderd soorten broedvogels in Nederland op een rij. Deze informatie dient als belangrijke bron voor natuurbeleid, natuurbeheer en beschermingsdoelen. Het is samengesteld op basis van gegevens uit de verschillende broedvogelmeetnetten van Sovon. Vrijwillige en professionele vogeltellers volgen de aantallen vogels jaarlijks op een systematische manier in duizenden vaste telgebieden verspreid over Nederland. Dit levert een duidelijk beeld op hoe vogelpopulaties zich ontwikkelen. Dit jaar wordt in het rapport extra aandacht besteed aan de soorten die op de Rode Lijst staan.
Veldmuizentekorten en hoge waterstanden
Op de lange termijn, vanaf 1990, vertoont 43 procent van alle onderzochte vogelsoorten een afname. De rest neemt toe, of is stabiel. Van de twintig sterkste dalers in 2024 staan elf soorten op de Rode Lijst, waaronder de bedreigde Kwartelkoning en de ernstig bedreigde Velduil. Beide soorten laten over de jaren fluctuerende broedaantallen zien – gerelateerd aan veldmuizenpieken (Velduil) of veranderlijke omstandigheden in de broedhabitat (Kwartelkoning) – maar laten over het geheel een afname zien. Ransuilen, die als kwetsbaar op de Rode Lijst staan, profiteren net als de ernstig bedreigde Velduilen vooral van veldmuizenrijke jaren. Recent zijn dergelijke jaren goed voor een bescheiden opleving, maar 2024 kenmerkte zich als een veldmuizenarm jaar en van een opleving was dat jaar dan ook geen sprake.
Voor soorten als Kleine Plevier en Oeverzwaluw speelden hoge waterstanden van de rivieren in 2024 een negatieve rol op de broedaantallen. Ook Baardman en Boerenzwaluw kenden een matig jaar, waarbij de laatste in recente jaren een scherpe daling laat zien die zich lastig laat verklaren.
Natte lentes en warme zomers
Van de twintig sterkste stijgers in 2024 staan tien soorten op de Rode Lijst, waaronder ernstig bedreigde soorten als Woudaap, Kwak en Draaihals. De reden achter de toename van Woudapen is niet helemaal duidelijk. De toename van Kwakken in ons land komt grotendeels door nakomelingen van individuen afkomstig uit dierenparken. Draaihalzen profiteren van verschillende beheermaatregelen, voornamelijk in Drentse natuurgebieden.
Tot de opvallende stijgers behoren onder andere soorten als Dwergstern, Visarend, Nachtegaal en Appelvink. Ook nieuwkomers als Oehoe, Kraanvogel en Zeearend bereikten in het afgelopen jaar recordaantallen. Het aantal Ooievaars nam verder toe, net als de aantallen van Grote Zilverreiger, Kleine Zilverreiger en Purperreiger. Grauwe Klauwieren profiteren van de recente droge en warme zomers – de broedpopulatie is in de afgelopen vijf jaar maar liefst verdrievoudigd. Tafeleenden en Porseleinhoentjes profiteerden lokaal van de overvloedige neerslag en hoge waterstanden van rivieren in het voorjaar van 2024.
Opvallende broedgevallen
In 2024 kende Nederland een reeks opvallende broedsuccessen en bijzondere waarnemingen. Ten opzichte van 2023 groeide de broedpopulatie van de Pontische Meeuw met 40 procent. Zij broedden vooral op De Kreupel en bij Lelystad. De Koereiger beleefde een recordjaar met 41 paren, verspreid over zeven provincies. Visarenden broedden succesvol in de Biesbosch, op de Veluwe en ook in Zeeland, een primeur. De Rode Wouw brak records met 41 bezette nesten, en ook de Zwarte Wouw werd op meerdere plekken gemeld. Bijeneters evenaarden hun record uit 2015 met twaalf broedparen. Opvallende broedgevallen waren er van Steppekiekendief (gepaard met een Bruine Kiekendief), Hop en Roodbuikwaterspreeuw.
Daar staat tegenover dat van weidevogels als Kievit en Grutto wederom lage aantallen werden vastgesteld en dat Blauwe Kiekendief en Kramsvogel wellicht op het punt staan als broedvogel te verdwijnen. Voor Europese Kanarie is het mogelijk al zo ver: dit jaar werd geen enkel territorium gemeld.
Werk van vrijwilligers
De meeste gegevens uit het rapport werden verzameld door vrijwilligers, die vaak voor dag en dauw op pad gingen om de broedvogels in hun ‘eigen’ gebied in kaart te brengen. Naast de vrijwilligers vervullen ook werkgroepen, de provincies, de terreinbeherende organisaties, en de agrarische collectieven een belangrijke rol bij de broedvogelmonitoring. Dankzij alle inzet is het mogelijk om gefundeerde landelijke en regionale uitspraken te doen over nagenoeg alle Nederlandse broedvogelsoorten. De gegevens van het Meetnet Broedvogels leveren betrouwbare trends op van tweehonderd Nederlandse broedvogelsoorten. Van veel soorten zijn ook trends per provincie en per Natura 2000-gebied beschikbaar.
Tekst: Sovon Vogelonderzoek Nederland
Beeld: Koos Dansen (leadfoto: draaihals); Bram Ubels