
Natuurjournaal 11 augustus 2025
Nature TodayDe rode paardenanemoon is vanaf land vrijwel nooit in volle glorie te zien: als het substraat waarop hij zit droogvalt, trekt hij zijn tentakels in en transformeert tot een cherrytomaatje tussen de stenen. Zeeanemonen zijn bloemdieren, net als onder andere kwallen. Ook zij bezitten netelcellen in hun tentakels, waarmee ze prooien vangen en verlammen met zenuwgif. Paardenanemonen hebben daarnaast een ring van blauwe vechtknobbels (acroraghi) op hun zuil, waar ook netelcellen in zitten. Als een kloon van een andere soortgenoot te dicht in de buurt komt, blazen ze hun knobbels op. Ze maken zich op voor een gevecht. Een erg traag gevecht, maar niet minder hevig, en de uitkomst kan fataal zijn. ‘Attack of the clones' – de anemoonversie.
De paardenbloedzuiger zit niet op paarden en zuigt geen bloed. De naam slaat op de gelijkenis met een andere bloedzuigersoort, die weleens in de neusholten van vee voorkomt. De paardenbloedzuiger houdt het echter bij weekdieren, insectenlarven, visseneitjes en andere wormen. Paardenbloedzuigers zitten in de ondiepe gedeelten van sloten en plassen, maar in natte omstandigheden kun je er zelfs een over land zien kruipen, tot enkele tientallen meters van water vandaan! Aan de manier van voortbewegen zie je dan al snel dat dit geen regenworm is. Aan beide uiteinden van het lichaam zit een zuignap, waarmee paardenbloedzuigers zich afzetten en optrekken. In de voorste zuignap zit de mond, met twee rijen (stompe) tanden. Als ze een prooi hebben overmeesterd, slokken ze die zo op.
Tekst: Karen Bosma, Nature Today
Beeld: Sytske Dijksen, Saxifraga