Kluut

Klimaatbuffers: de natuur als bondgenoot

Vogelbescherming Nederland
2-SEP-2025 - Na vijftien jaar komt er een einde aan de samenwerking binnen de Coalitie Natuurlijke Klimaatbuffers. Met een resultaat om trots op te zijn: Nederland kreeg er bijna 100.000 hectare nieuwe of herstelde natuurgebieden bij. Deze natuurlijke klimaatbuffers verlagen wateroverlast, slaan koolstofdioxide op én maken het landschap mooier. Het gedachtegoed krijgt vanaf dit jaar een andere invulling.

Bosbranden, te lage rivierstanden, droogte of juist wateroverlast: net als de rest van de wereld heeft Nederland te maken met effecten van klimaatverandering. Deze  effecten hebben gevolgen voor onze economie, gezondheid, natuur en veiligheid. Natuurlijke klimaatbuffers zijn gebieden die daar wat tegen doen. Zo leveren ze een grote bijdrage aan een klimaatbestendig Nederland. Op ongeveer tweehonderd plekken zijn er nu (natuur)gebieden in Nederland die een rol vervullen bij het vasthouden en opvangen van water, het voorkómen van watertekorten, het temperen van hitte en het verminderen van koolstofdioxide in de atmosfeer. Door natuurlijke processen de ruimte te geven, verbeteren deze zogeheten ‘nature-based solutions’ de leefbaarheid van ons land. Ook vogels profiteren daarvan, met name soorten die zich thuis voelen in natte natuur, zoals moerasvogels. Een flink aantal daarvan laat een populatiegroei zien.

Waterral

Wat heeft Vogelbescherming te maken met klimaatbuffers?

In 2008 richtte Vogelbescherming samen met zeven andere natuurorganisaties de Coalitie Natuurlijke Klimaatbuffers op. Omdat wij geen gebieden beheren, was onze rol vooral die van aanjager, kennispartner en ‘lobbyist’ voor dit gedachtegoed, zowel voor als achter de schermen. Dankzij de samenwerking met de zeven andere partners in deze coalitie is er veel bereikt. Hulde voor het harde werken van onze partners: Natuurmonumenten, LandschappenNL, ARK Natuurontwikkeling, Staatsbosbeheer, Wereld Natuur Fonds, Waddenvereniging en de Natuur- en Milieufederaties.

Wat zijn mooie voorbeelden van klimaatbuffers?

Natuurgebied De Onlanden bij Groningen (Natuurmonumenten) laat nu wuivende rietkragen zien rondom weidse plassen. Toch bestaat dit mooie natuurgebied pas zo’n tien jaar. Daarvóor was het een laaggelegen landbouwgebied, dat met bodemdaling en overtollig water kampte. In 1998 liepen de stad Groningen en de provincie deels onder water. Dankzij De Onlanden houdt iedereen nu droge voeten en kan de landbouw doorgang vinden. De Onlanden zelf vormen nu een schitterend natuurgebied van meer dan 2.500 hectare, met heringerichte beekdalen van het Eelder- en Peizerdiep, nieuwe moerasnatuur en de komst van de otter. De natuur werkt als een magneet op moerasvogels, watervogels en steltlopers. Een voorbeeld is de wulp, een bedreigde steltloper die voedsel zoekt op de natte graslanden van de Onlanden. 

Er zijn meer klimaatbuffers dan die plusminus tweehonderd gebieden die dankzij de Coalitie Natuurlijke Klimaatbuffers zijn gerealiseerd. Het is een gedachtegoed. Zo kan je ook het natuurstel van de Hedwigepolder zien als een klimaatbuffer. De getijdenatuur kreeg in deze Zeeuwse polder, na een bewogen geschiedenis, weer de ruimte. Vele watervogels en steltlopers, zoals kluut, tureluur en scholekster, wisten het gebied meteen te vinden.

Kluut

Wat waren tussentijdse mijlpalen?

De eerste fase van de samenwerking binnen de Coalitie Natuurlijke Klimaatbuffers stond in het teken van rivierverbreding, herstel van beeklopen en het ophogen van kwelders. Talrijke voorbeeldgebieden, zoals De Onlanden, werden ingezet om klimaatbuffers in de praktijk te testen. Toen dat goed uitpakte, maakte de coalitie vanaf 2017 een doorstart via het Europese LIFE IP Deltanatuur-programma. Er werd gewerkt aan de opschaling van bewezen concepten naar structurele toepassing in overheidsbeleid en -uitvoering. Onderdeel daarvan was bijvoorbeeld het ontwikkelen van een kansenkaart, waar overheden meteen mee kunnen werken. Het mooiste inzicht van deze kaarten was dat overal in Nederland kansen liggen: in de natuurgebieden, maar vooral ook daarbuiten. De kaarten vormen geen blauwdruk, maar zijn bedoeld om beleidsmakers te inspireren om echt aan de slag te gaan met deze almaar belangrijker wordende opgave.

Meer recent werd aan de hand van vier scenario’s ook een visie op veengebieden ontwikkeld. Door de kunstmatige verlaging van waterpeilen voor de landbouw daalt de bodem op veel plekken, met allerlei negatieve ontwikkelingen tot gevolg. Zeker in tijden van droogte – zoals de afgelopen jaren – is vernatting op sommige locaties zeer aan te bevelen. Veen kan bijvoorbeeld een grote bijdrage leveren aan het tegengaan van klimaatverandering, omdat het veel koolstofdioxide op kan slaan. Tegelijkertijd is het een natuurlijke spons die de waterhuishouding reguleert. Weidevogels, zoals de sterk bedreigde grutto, kunnen hier ook van profiteren. Tegelijk zijn zulke vernatte gebieden te zien als uitweg voor de stikstofcrisis, die Nederland nog altijd niet heeft opgelost.

Witwangstern

Hoe gaat het verder?

100.000 gerealiseerde hectare in vijftien jaar is een prachtig resultaat waar we, net als de andere partners, trots op zijn. Nederland heeft veel meer van zulke gebieden nodig. We gaan daarom door in een andere vorm: als onderdeel van het overheidsprogramma NL2120. Binnen NL2120 werken wetenschap, bedrijfsleven, overheden, natuurorganisaties en onderwijs samen om kennis op te doen over natuurlijke oplossingen, of 'nature-based solutions'. Het programma laat zien hoe de natuur kan fungeren als oplossing voor maatschappelijke opgaven, zoals klimaatadaptatie en ruimtegebruik. Het kabinet investeerde fors binnen NL2120 – ongeveer 110 miljoen euro – onder meer via het Nationaal Groeifonds.

Tekst: Vogelbescherming Nederland
Beeld: Richard Kalkman; Bart van de Riet; Jan Lok