BAM-akker in Well, Gelderland.

Zoemende rustakkers van Rivierenland zorgen voor meer biodiversiteit

BoerenNatuur
1-SEP-2025 - Collectief Rivierenland doet met acht agrariërs mee aan de pilot van het Biodivers Akker Mozaïek (BAM). Op deze speciaal ingerichte akkers wisselen zij stroken kruidenrijke natuur af met eiwitrijke landbouwgewassen. En dat leidt tot zoemende akkers, vol met leven. Niet voor niets bekijken BoerenNatuur en collectieven samen of en hoe de BAM-akker als beheerpakket in het ANLb kan landen.

Wie een kijkje neemt op de BAM-akker in het Gelderse dorp Well, in de Bommelerwaard langs de Maas, ziet ze vliegen. In en rond de kruidenrijke stroken op de akker zie je vlinders, bijen, hommels en andere insecten. Zelfs de meest elegante van alle vlinders, de koninginnenpage, laat zich hier zien. Een gele kwikstaart schiet weg, terwijl twee torenvalken bidden boven de landbouwgewassen in de andere stroken. Langs de Maas lopen scholeksters. Ook een van de belangrijkste doelsoorten hier, de patrijs, floreert op de BAM-akkers. De zes hectare grote akker in Well is van een oud-melkveehouder en deelnemer van agrarisch Collectief Rivierenland, die sinds vorig jaar experimenteert met deze vorm van natuurinclusieve landbouw. De verschillende stroken laten zich duidelijk onderscheiden in het landschap. Tarwe, luzerne, gerst en kruidenrijke stroken wisselen elkaar af.

Meer biodiversiteit in een straal van een kilometer

“Wat je op de BAM-akker ziet is dat oude landbouwtradities in ere worden hersteld – zoals het laten staan van graanstoppels na de oogst – wat heel goed is voor vogels”, vertelt Camiel van de Burg, projectleider Collectief Rivierenland, die trots de akker laat zien. “Ook het verbouwen van luzerne helpt mee aan meer biodiversiteit, is perfect voor de veldleeuwerik en verbetert bovendien de bodem. Het gewas bloeit op meerdere momenten in het jaar, wat goed is voor bestuivers. Een BAM-akker zorgt dan ook voor veel meer biodiversiteit in een bredere omgeving, zeker in een straal van een kilometer rondom de akker.”

En het mooie is dat het ook voor de boer interessant is, gaat Van de Burg verder. “Naast de vergoeding die hij van het collectief krijgt voor het meedoen aan de pilot, kan hij, op de kruiden na, met de rest van de gewassen iets doen. En de stikstofbindende gewassen zorgen voor hogere opbrengsten in volgende teelten.” Een akker die goed is voor boer én natuur dus. Een natuurperceel met opbrengst, zoals Van de Burg het omschrijft. “Het is super dat agrariërs bereid zijn om te experimenteren met deze nieuwe vorm van landbouw die goed is voor de biodiversiteit.”

Graan en luzerne staan naast elkaar in stroken op de BAM-akker in Well

Strokenteelt met rustgewassen

De BAM-akker is een rustakker die boeren kunnen toepassen in de rotatie van hun gewassen. Na de teelt van bijvoorbeeld aardappelen, bieten of uien krijgt de akker rust in de vorm van de meerjarige BAM-akker. Na drie jaar kan deze dan weer worden gebruikt voor een gewas naar keuze. Het concept werd een aantal jaren geleden bedacht door ecoloog Ben Koks, samen met Anthonie Stip van De Vlinderstichting en landbouwdeskundige Sander Bernaerts. Het is een vervolg op een eerder concept, genaamd de vogelakkers. Koks ontwikkelde de vogelakker vanuit zijn ervaringen met bescherming van de grauwe kiekendief. Daarbij bleek het samenwerken met akkerbouwers succesvol. BAM-akkers zijn een combinatie van stroken met landbouwgewassen – die ook wel bekend staan als rustgewassen en interessant zijn voor de natuur – en stroken meerjarige kruiden.

Het idee achter de akkers is dat 10 procent van een akker bestaat uit kruiden, en de rest uit landbouwgewassen. Daarvan moet 40 procent bestaan uit luzerne, een eiwitgewas dat gebruikt kan worden als veevoer. Andere eiwitrijke gewassen die deelnemers aan de BAM-akkers kunnen verbouwen zijn graansoorten als gerst en tarwe, maar ook veldbonen, lupine, haver, koolzaad, erwten, kapucijners, zonnebloemen en quinoa. De kruidenstrook bestaat uit een uitgekiende mix van twintig plantensoorten die elk een eigen functie hebben. Iedere bloem trekt andere insecten aan, die weer als voedsel dienen voor de vogels en hun opgroeiende kuikens. In de winter zorgen de luzerne en de gemaaide stoppels van bijvoorbeeld haver voor beschutting voor overwinterende vogels.

Meer dan honderd bestuivers per telling

En wat levert dat op? Vorig jaar heeft De Vlinderstichting onder leiding van Antonie Stip de BAM-akkers gemonitord op het aantal bestuivers per telling per 500 vierkante meter. Op sommige BAM-akkers telde hij meer dan honderd bloembezoekers per 500 vierkante meter. Gemiddeld van alle elf gemonitorde akkers kwam hij op ruim vijftig bestuivers per telling per 500 vierkante meter. Stip vergeleek dat met een onderzoek uit 2022 naar andere soorten graslanden, zoals blijvend grasland (Engels raaigras), productief grasland en extensief kruidenrijk grasland. Waar die eerste twee nauwelijks bestuivers zagen, kwam het gemiddelde bij de laatste categorie niet uit boven de twintig bloembezoekers per telling per 500 vierkante meter. Ook het aantal soorten is beduidend hoger op de BAM-akkers. Dat zijn per telling ongeveer twintig verschillende soorten. “Deze aantallen heb ik in jaren niet meer gezien in Nederland”, stelde hij enthousiast op de landelijke dag van De Vlinderstichting.

Kruidenrijke strook naast luzerne op de BAM-akker in Well

De agrariër heeft de keuze

In Rivierenland doen dus acht boeren mee aan de pilot, zowel akkerbouwers als een melkveehouder en een geitenboer. In totaal is in het gebied 50 hectare aan BAM-akkers te vinden. Sinds vorig jaar is het een van de drie pilotgebieden, naast de Hoeksche Waard en Groningen. Het zijn drie verschillende landschappen. In Rivierenland mag de agrariër zelf zijn BAM-akker inrichten, vertelt Theo van Goch, projectleider ANLb Collectief Rivierenland: “De boer zelf heeft de keuze welke eiwitrijke gewassen hij verbouwt. Dat kunnen veldbonen, lupine of graan zijn. Zo draagt hij ook bij aan de eiwittransitie van Nederland. De akker moet minimaal 4 hectare groot zijn. De verhouding is dan 30 procent kruidenrijk grasland en 70 procent luzerne, maar als er granen of andere eiwitrijke gewassen tussen staan, dan wordt dat 10 procent kruidenrijke stroken en de rest landbouwgewassen, waarvan 40 procent luzerne. Na drie jaar mag je van perceel wisselen.”

Torenvalk boven de BAM-akker in WellDe stroken zijn ongeveer 12 meter breed, maar op de akker langs de Maas lijkt de kruidenrijke strook breder. “De deelnemer mag zelf de breedte van de stroken kiezen”, aldus Van Goch. “Het is bijvoorbeeld makkelijker om een strook van 18 meter te maken voor het maaien met een triple maaier. Er vindt geen bemesting plaats en er mag geen insecticide of fungicide worden gebruikt. Alleen voor onkruidbestrijding wordt een uitzondering gemaakt. Voor het meedoen aan de BAM-akker krijgen de boeren een vergoeding, maar de belangrijkste reden dat ze meedoen is dat ze meer willen doen voor de biodiversiteit.”

Er is goed over nagedacht

Een van de bezoekers die Van de Burg rondleidt in Well is Merlijn van den Berg, agro-ecoloog bij BoerenNatuur. Ze is enthousiast over deze vorm van natuurinclusieve landbouw: “Wat ik mooi vind aan de BAM-akkers is dat ze meerjarig worden aangelegd, zeker de kruidenstroken. Dat maakt het makkelijker om te kiezen voor duurdere en zorgvuldiger samengestelde kruidenmengsels. Er is heel goed nagedacht over de samenstelling ervan, zodat deze ecologisch verantwoord is. Er zitten bijvoorbeeld geen exoten en cultivars tussen – bij deze planten kunnen bestuivers vaak niet goed bij de nectar komen. Ze zijn weliswaar kleurrijk, maar doen soms voor de biodiversiteit niet veel.”

De BAM-akkers vormen een voedselbron voor mens en dier, en dragen ook positief bij aan de bodemgezondheid, gaat Van den Berg verder: “Het is fijn dat de boeren op de BAM-akkers werken met maaigewassen, zoals bijvoorbeeld luzerne. Maaien heeft, in tegenstelling tot rooien, meer positieve impact op de bodemgezondheid. Ook daar is over nagedacht. Ik hoop dan ook dat het huidige momentum – met alle media-aandacht die er nu is voor de BAM-akkers – leidt tot meer beweging, zodat het binnenkort als beheerpakket in het ANLb mee zou kunnen. Als BoerenNatuur onderzoeken we dat momenteel samen met de collectieven.”

Er is veel leven in de kruidenrijke stroken

Bij Collectief Rivierenland zijn ze in ieder geval voorstander. “Natuurlijk zijn we nog aan het ontwikkelen”, stelt Van de Burg. “Het is geen statisch concept, we puzzelen er nog op verder, maar er zitten vooral veel voordelen aan. Het biedt melkveehouders bijvoorbeeld meer mogelijkheden voor het samenstellen van eiwitrantsoenen. Ook de potentie als het gaat om biodiversiteit is heel groot. Een groot gebied rond zo’n akker heeft er profijt van en het kan echt een hotspot van biodiversiteit vormen. De EU wil dat Nederland meer doet met beleid voor vogels, vlinders en insecten. De BAM-akker kan daar een goede bijdrage aan leveren. Het is een belangrijke bouwsteen van natuurinclusieve landbouw. Gezien de spectaculaire resultaten wordt het BAM-pakket in 2027 voorgedragen voor goedkeuring als officieel pakket binnen het ANLb.”

Meer informatie

Tekst en beeld: Pieter Verbeek, BoerenNatuur