Vliegende kleine zwanen / Flying Bewick's swans, HaalerAu

Trekvogels versnellen naar de Noordpool, maar de klok tikt door

Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW), Universiteit van Amsterdam
10-SEP-2025 - Door klimaatverandering begint de lente in het noordpoolgebied steeds eerder in het jaar. Trekvogels staan onder druk: ze moeten hun voorjaarsmigratie naar het noorden versnellen om te voorkomen dat ze te laat aankomen op hun broedplaatsen. Hun aanpassingsvermogen is indrukwekkend, maar het versnellen van de trek heeft een natuurlijke grens, waarschuwen onderzoekers.

Uit een nieuwe studie, geleid door onderzoekers van de UvA en het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW), komt naar voren dat veel Arctische watervogels sneller kunnen migreren. Ze blijken in staat de tijd te verkorten die ze besteden aan het rusten en bijtanken tijdens de reis, of aan het opvetten voorafgaand aan vertrek. Maar die strategie werkt waarschijnlijk alleen tijdelijk, waarschuwen de onderzoekers.

In hun studie, gepubliceerd op 9 september 2025 in Nature Climate Change, volgden de onderzoekers met behulp van GPS de voorjaarstrek van meer dan vijfhonderd vogels van vijf grote watervogelsoorten: rotgans, brandgans, kolgans, kleine rietgans en kleine zwaan. Ze combineerden de zenderdata met langetermijngegevens over het lichaamsgewicht van vogels in hun overwinteringsgebieden.

Voorjaarsmigraties en zenderdata van vijf in het Noordpoolgebied broedende soorten watervogels

Kortere reistijd

Om hun broedgebieden te bereiken, moeten de vogels elk voorjaar duizenden kilometers afleggen. Het grootste deel van de reis brengen ze niet vliegend door, maar rustend en bijtankend. Het onderzoeksteam ontdekte dat de meeste van de onderzochte soorten de reistijd aanzienlijk kunnen verminderen door hun rust- en foerageertijden te verkorten. Maar niet alle vogelsoorten kunnen even flexibel reageren op veranderende voorjaarsomstandigheden. In jaren waarin het noordpoolgebied vroeg ontdooide, wisten soorten als de kolgans en de kleine zwaan hun tussenstops te verkorten en eerder aan te komen. Kleine rietganzen en rotganzen pasten zich onderweg minder aan, mogelijk omdat zij sowieso minder tussenstops maken.

"Vogels met meer tussenstops en kortere vluchten daartussen kunnen de voorjaarsomstandigheden beter volgen," legt UvA-bewegingsecoloog Hans Linssen uit. "Soorten die langere etappes of over zee vliegen, hebben waarschijnlijk minder mogelijkheden om te reageren op een vroege of late lente."

Trekkende brandganzen

Opvetten

In tegenstelling tot eerdere studies keken de onderzoekers ook naar de opvettijd voorafgaand aan vertrek. Die opvettijd blijkt vooral belangrijk voor soorten als de brandgans en de rotgans, die sterk afhankelijk zijn van energievoorraden die ze vóór de trek opbouwen. Door deze tijd mee te nemen in de analyse, werd duidelijk dat de vogels meer speling hadden om hun trek te versnellen dan eerder werd aangenomen. Sommige individuen wisten hun totale opvettijd met maar liefst dertig procent te verkorten, waardoor ze tientallen dagen eerder aankwamen dan in eerdere jaren.

Natuurlijke grenzen

Ondanks de aanpassingen die de vogels weten te maken, waarschuwen de onderzoekers dat het versnellen van de trek natuurlijke grenzen heeft. Snel kunnen opvetten vraagt om voedsel van hoge kwaliteit en gunstige omstandigheden, zoals weinig verstoring, en die zijn er niet altijd. Bovendien zijn er zorgen dat vogels die sneller migreren in slechtere conditie aankomen, wat hun broedsucces kan beïnvloeden. Op basis van de huidige klimaatontwikkelingen en gegevens over sneeuwsmelting schatten de onderzoekers dat de waargenomen flexibiliteit in de timing van hun migratie de vogels nog zo’n twee tot drie decennia kan helpen om gelijke tred te houden met de lente. Daarna zal snellere migratie alleen niet meer voldoende zijn. 

Kleine zwanen, in ons land zijn dit doortrekkers en wintergasten. Ze broeden in het noordpoolgebied

Hoop en zorg

"Onze onderzoeksresultaten zijn zowel hoopgevend als zorgwekkend," aldus Linssen. "Het aanpassingsvermogen van de meeste Arctische watervogels blijkt indrukwekkend. Maar als we kijken naar de huidige snelheid waarmee de Noordpool opwarmt, tikt de klok door. Rond het midden van deze eeuw zullen de vogels mogelijk andere strategieën moeten gaan inzetten, zoals het veranderen van overwinteringsgebied of van complete migratieroutes, om te voorkomen dat ze uit de pas gaan lopen met de lente op de Noordpool."

Timing bepaalt succes

Voor hun broedsucces en overleving is het voor trekvogels cruciaal dat ze op tijd het noordpoolgebied bereiken. Als het voorjaar aanbreekt en de sneeuw gaat dooien, is er een explosie van insecten, planten en ander voedsel. Deze piek duurt maar enkele weken. Als vogels te laat aankomen, missen ze het moment waarop voedsel in overvloed aanwezig is om hun jongen groot te brengen. Daarnaast is er maar een smalle tijdsspanne waarin eieren gelegd, uitgebroed en jongen gevoed kunnen worden voordat de kou terugkomt. Vertraging kan betekenen dat jongen de trek naar het zuiden niet overleven. 

Meer informatie

  • De link naar de publicatie met de titel 'Scope for waterfowl to speed up migration to a warming Arctic' in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Climate Change.
  • Het persbericht op de website van het NIOO-KNAW. 

Tekst: NIOO-KNAW
Beeld: Hans-Joachim Augst (lead-foto: trekkende kleine zwanen, Cygnus bewickii); Hans Linssen