Koperwiek

Turdus iliacus. Koperwiek Koperwiek (Bron: Bart Vastenhouw, Saxifraga)

Turdus iliacus

De Koperwiek is een kleine lijster, met een opvallende wenkbrouwstreep en opvallende roestbruin/oranje flanken en oksels. De soort is vaak te horen tijdens de trek in oktober/november, als ze 's nachts in grote groepen over ons land trekken.
In Noord-Europa is de Koperwiek een talrijke broedvogel van naald- en berkenbossen. In de winter trekken ze, meestal 's nachts, naar het zuidwesten. Veel Koperwieken blijven in Nederland overwinteren. Wanneer de winter te koud wordt, verlaten ze ons land weer en trekken verder naar het zuiden, of verplaatsen ze zich naar de stad, waar het warmer is.

Koperwieken zie je vaak ook in gezelschap van andere lijsters, vaak Kramsvogels. Koperwieken zijn wat kleiner dan Kramsvogels en hebben een witte oogstreep en 'kopergekleurde' ondervleugels. Kramsvogels zijn flink uit de kluiten gewassen en hebben een grijze kop en grijze stuit. Het geluid van beide is ook anders. Koperwieken maken een hoog langgerekt 'tjiehhh' (klik hierop om het geluid te horen), Kramsvogels maken een 'tsjak-tsjak-tsjak'-geluid.

Voor De Natuurkalender willen we weten:

  • Wanneer worden in het najaar de eerste Koperwieken gezien of gehoord?

Waarnemingen voor deze soort