Charadrius morinellus. Morinelplevier

Morinelplevieren pleisteren op Texel

Vogelbescherming Nederland
18-MEI-2012 - Al enkele weken pleistert een aantal morinelplevieren op de noordpunt van Texel, in Polder Eierland. De morinelplevieren zijn op doortrek naar de Scandinavische fjells, waar ze broeden. In Nederland hebben ze ook enkele malen gebroed, voor het laatst met zekerheid in 1969.

Bericht uitgegeven door Vogelbescherming Nederland [land] op [publicatiedatum]

Al enkele weken pleistert een aantal morinelplevieren op de noordpunt van Texel, in Polder Eierland. De morinelplevieren zijn op doortrek naar de Scandinavische fjells, waar ze broeden. In Nederland hebben ze ook enkele malen gebroed, voor het laatst met zekerheid in 1969.

De eerste morinellen in Nederland werden al op 19 april gezien, en op 20 april werd de eerste op Texel waargenomen. Vanaf begin mei doken ze steeds vaker op en werden de groepen ook groter. Op 13 mei verbleven er maar liefst 31 op het eiland. Ook rond het Lauwersmeer werden rond die tijd groepjes morinelplevieren gezien.

Morinelplevier (foto: Mark Zekhuis)

De morinelplevier is een van de steltlopersoorten waarvan het vrouwtje opvallender getekend en gekleurd is dan het mannetje. Dit is ook het geval bij franjepoten. Na bevruchting en de eileg laat het vrouwtje het broeden en de zorg voor de jongen geheel aan het mannetje over.

De bij ons doortrekkende morinellen komen uit Noord-Afrika, waar ze hebben overwinterd in woestijnen en halfwoestijnen, en trekken vermoedelijk alle naar de kale fjells van het Scandinavisch gebergte. Ze broeden ook in lage aantallen in Schotland, de Alpen en de Pyreneeën. Het was daarom niet minder dan een ornithologische sensatie dat deze soort in 1961 broedend werd aangetroffen in Nederland, in de Noordoostpolder. De jaren erna werden er meer nesten gevonden, in de Noordoostpolder en in Oost-Flevoland. De broedresultaten waren echter slecht en het broedvoorkomen doofde uit; voor zover bekend werd in 1969 voor het laatst in Nederland gebroed.

Morinelplevieren pleisteren tijdens de trek op kaal of kort begroeid land; akkers en velden met kort gras. De vogels worden jaarlijks op traditionele pleisterplaatsen waargenomen, zoals in Polder Eierland op Texel. Soms trekken ze op met goudplevieren. De morinellen vallen op doordat ze tussen de stops lange stukken lopen tijdens het zoeken naar voedsel, langer dan goudplevieren. De morinelplevier is net als alle plevieren vooral een oogjager. De trek door Nederland vindt vooral in mei plaats.

De aantallen morinelplevieren in Europa nemen vermoedelijk al enige decennia af, en dat zou ook kunnen blijken uit de afnemende aantallen doortrekkers in Nederland. Voorheen werden wel eens groepen van 100 tot 150 exemplaren gezien in Flevoland. Tegenwoordig worden hier in de meeste voorjaren helemaal geen morinelplevieren meer gezien. Wellicht vindt er overbejaging plaats in de Noord-Afrikaanse overwinteringsgebieden; ook het pesticidengebruik bij de bestrijding van sprinkhanen zou de soort parten spelen.

Tekst: Ruud van Beusekom, Vogelbescherming Nederland
Foto: Mark Zekhuis, Saxifraga