Waarom zelfs insectenkenners bang zijn voor spinnen
Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]
De herfst is hét spinnenseizoen bij uitstek. Maar dat stemt niet iedereen even vrolijk. Hoeveel procent van de Vlaamse bevolking exact aan spinnenangst lijdt, is niet bekend maar bij 3 op de 10 mensen neemt die angst ernstige vormen aan en spreken we van arachnofobie. Een opmerkelijke enquête bij Amerikaanse insectenkenners wijst uit dat zelfs doorwinterde insectenexperts niet gespaard blijven van spinnenangst. Maar is er eigenlijk wel reden om bang te zijn voor de beestjes? Niet echt.
Voor veel mensen zijn spinnen echt ‘enge beestjes’. Waarop de angst voor de diertjes gebaseerd is, is niet geheel duidelijk maar het behaarde lichaam, de overdaad aan lange pootjes, hun gifkaken en hun nachtelijke, heimelijke gedrag kunnen er wat mee te maken hebben. Maar daarnaast is de angst voor spinnen vooral ook gestoeld op onwetendheid. In culturen die dichter bij de natuur staan, maar ook in regio’s waar – in tegenstelling tot bij ons - wél gevaarlijke spinnen voorkomen, komt arachnofobie opvallend minder voor dan in de westerse wereld.
Arachnofobie lijkt dan misschien wel een banale angst, maar ze kan het dagelijkse leven van mensen behoorlijk hinderen. Sommige personen durven amper een kamer binnenwandelen als er niet vooraf gecontroleerd is of er geen spinnen zitten. Of ze durven hun handtas niet op de grond zetten, uit angst dat er een spin zou inkruipen. De resultaten van een Amerikaanse enquête bij 41 insectenkenners of entomologen is dan ook verrassend. Ook mensen die veel van insecten afweten, blijken vatbaar te zijn voor spinnenangst. Ze gaven zelf toe dat ze daarvoor geen rationele verklaring hadden.
Ook bij een groot deel van de Vlaamse bevolking blijven hardnekkig clichés de ronde doen. Zo zijn spinnen in Vlaanderen allesbehalve agressief en is de kans dat je een spinnenbeet krijgt ronduit klein. Zelfs artsen blijken slecht geïnformeerd: uit onderzoek bleek dat 80% van de beten die door dokters als spinnenbeet bestempeld werden, eigenlijk door andere beestjes veroorzaakt werden. De overgrote meerderheid van de spinnen is trouwens niet eens in staat om door de menselijke huid heen te bijten.
Een andere fabel die de ronde doet stelt dat we jaarlijks wel 8 spinnen verorberen, tijdens onze slaap. Ook dat is onzin. Spinnen zullen ’s nachts net vermijden dat ze over je gezicht kruipen, laat staan dat ze in een vochtige mond geïnteresseerd zijn.
En misschien ontving je ook nog een onrustwekkende e-mail over een “nieuwe, gevaarlijke Afrikaanse spin” die, “met dank aan de vliegtuigen” in uw tuin kan voorkomen en waarvan de beet tot amputatie van ledematen kan leiden. Ook dat is onterechte bangmakerij. De weinig smakelijke foto’s die het bericht vergezellen, tonen de gevolgen van een slangenbeet. De afgebeelde spin komt hier niet eens voor.
Het mag duidelijk zijn: over spinnen bestaan veel misverstanden. En in veel gevallen is de angst voor de dieren gebaseerd op die foute informatie. In werkelijkheid zijn spinnen nuttige, hygiënische en doorgaans ongevaarlijke beestjes die hun uiterlijk nu eenmaal niet mee hebben.
Tekst: Wim Veraghtert, Natuurpunt Studie naar Eurelalert.org (16/09/2013)
Foto's: Leo Janssen