Koud weer in maart, bruine kiekendieven toch op tijd

Sovon Vogelonderzoek Nederland
5-APR-2013 - Ondanks ongunstige weersomstandigheden arriveren bruine kiekendieven volgens het gebruikelijke patroon. Dat suggereert dat veel vogels in een goede conditie vertrokken zijn uit de overwinteringsgebieden in de Sahel.

Bericht uitgegeven door Sovon Vogelonderzoek Nederland [land] op [publicatiedatum]

Ondanks ongunstige weersomstandigheden arriveren bruine kiekendieven volgens het gebruikelijke patroon. Dat suggereert dat veel vogels in een goede conditie vertrokken zijn uit de overwinteringsgebieden in de Sahel.

De maand maart was dit jaar uitzonderlijk koud. Met een gemiddelde temperatuur die bijna vier graden lager bleef dan normaal, was het de koudste maartmaand sinds 1987. Mede door sneeuwval en harde wind voelde het aan als een verlengde winter. De laatste decade van maart was zelfs de koudste sinds de metingen van het KNMI begonnen, meer dan een eeuw geleden.

Bruine kiekendief (foto: Arjan Boele)De kou bij ons, teweeggebracht door een hardnekkige noordoostelijke stroming, kende een tegenhanger in Zuid-Europa. Daar was het een langdurig komen en gaan van lagedrukgebieden met veel regen, zij het bij aangenamere temperaturen dan bij ons. Dat alles miste zijn uitwerking niet op trekvogels die normaliter in de tweede helft van maart in ons land arriveren. De blokkade van slecht weer boven Zuid-Europa en harde tegenwind verder noordelijk zorgde ervoor dat tjiftjaffen, roodborsttapuiten en zwaluwen maar mondjesmaat opdoken. Fitissen en zwartkoppen lieten tot begin april vrijwel verstek gaan, net als boompiepers en gele kwikstaarten.

Maar er waren ook soorten die wel op tijd waren. Het eerste trekgolfje bruine kiekendieven valt bij ons gewoonlijk eind maart/begin april te verwachten, dit jaar was het niet anders. De aantallen op de trektelposten waren vergeleken met vorig jaar zelfs aan de hoge kant. Mooie aantallen van 32 trekkers werden genoteerd over telpost De Vulkaan in Den Haag op 27 maart en 23 langs de Eemshaven op 1 april. Vooral in de zuidwestelijke helft van het land werden ook al territoria bezet en konden de eerste baltsvluchten bewonderd worden.

De eerste trekkers zijn vermoedelijk vooral Nederlandse en Noord-Duitse broedvogels. Ze worden in de tweede helft van april en in mei gevolgd door Scandinavische broedvogels en kiekendieven die nog niet tot broeden overgaan. Een groot deel van de Europese broedvogels, vooral uit de noordelijke helft, overwintert in de Sahel. Daar zou het deze winter vrij gunstig zijn geweest qua regenval en dus overstromingsvlaktes (voedsel!). Dat de trek, ondanks ongunstige weersomstandigheden, in het gebruikelijke stramien verloopt, suggereert dat veel vogels in een goede conditie vertrokken zijn uit de wintergebieden.

Tekst: Fred Hustings, Sovon Vogelonderzoek Nederland
Foto: Arjan Boele, Sovon Vogelonderzoek Nederland
Data: Trektellen.nl