De trekroute van de grauwe klauwier is recentelijk met kleine lichtloggers ontrafeld. Zoals vrijwel alle zangvogels reizen grauwe klauwieren veel sneller in het voor- dan in het najaar (totale treksnelheid is 190 versus 101 kilometer per dag).

Trekvogels reizen sneller in het voorjaar dan in het najaar

Grauwe Kiekendief - Kenniscentrum Akkervogels
16-JUN-2013 - Zoals bij alle vogels bestaat er ook onder trekvogels competitie om goede territoria en partners. Een individu zou voordeel kunnen hebben van eerder aankomen in het broedgebied dan de concurrenten, immers, wie het eerst komt, wie het eerst maalt. We kunnen de voorjaarstrek beschouwen als een race tussen individuen, waarbij de snelheden tijdens de evolutie alleen maar zijn opgestuwd.

 

 

In het najaar kunnen trekvogels het een stuk rustiger aan doen, eerder aankomen in het overwinteringsgebied heeft immers weinig tot geen voordelen. Door deze verschillen in selectiedruk is altijd aangenomen dat de voorjaarstrek veel sneller verloopt dan de najaarstrek. Nu is dit ook wetenschappelijk aangetoond.  

Studie naar treksnelheden
In het laatste nummer van het wetenschappelijke tijdschrift The American Naturalist staat een artikel waarin alle studies die snelheden van trekvogels hebben gemeten in voor- en najaar op een rij worden gezet. . Dit zijn hoofdzakelijk studies waarin trekvogels gevolgd zijn met allerlei zenders en loggers, of waarbij observaties zijn gemaakt met geavanceerde radarapparatuur. Bij de vergelijking tussen voor- en najaar maakten de auteurs onderscheid tussen verschillende manieren waarop je snelheid kan meten. Zo keken ze niet alleen naar de totale treksnelheid, maar ook naar het aantal reis- en stopoverdagen, de afstand die per dag werd afgelegd, en zelfs de eigen vliegsnelheid van de vogel.

De trekroute van de grauwe klauwier is recentelijk met kleine lichtloggers ontrafeld. Zoals vrijwel alle zangvogels reizen grauwe klauwieren veel sneller in het voor- dan in het najaar (totale treksnelheid is 190 versus 101 kilometer per dag)

Voorjaarstrek sneller
Het bewijs voor een snellere voorjaarstrek was overweldigend, op welke manier de vergelijking ook werd gemaakt: er was altijd een duidelijke meerderheid aan studies die een snellere voorjaarstrek lieten zien. Dus de voorjaarstrek duurde korter, er werden minder dagen onderweg gestopt, er werden meer kilometers per dag afgelegd, en er werd harder gevlogen.

Verschillende soorten ’snelheid’
Wel bleken er verschillen te zijn in de mate waarin de snelheden verschilden. Zo was het verschil in de eigen vliegsnelheid relatief klein. Op zich is dit niet verwonderlijk omdat je weinig wint met sneller vliegen. Dat kost bovendien ook nog eens meer energie, en dus tijd om op te vetten. Het grootste verschil bleek te zitten in het aantal dagen dat de vogels onderweg stopten om bij te tanken; er werd in het voorjaar veel minder vaak en korter gestopt. Het aantal dagen dat je niet vliegt heeft dan ook een grote invloed op de uiteindelijke duur van de trek en de totale treksnelheid, en dit effect is vele malen groter dan bijvoorbeeld het effect van iets sneller vliegen.

Onderscheid tussen zang- en roofvogels
Grauwe kiekendief ’Franz’ met satellietzender op de rug. Eén van de soorten die werd meegenomen in de vergelijking tussen reissnelheden in voor- en najaarVoor de totale treksnelheid was het mogelijk om ook onderscheid tussen soortgroepen te maken. Zangvogels bleken vrijwel alle gevallen sneller te zijn in het voorjaar. Voor roofvogels bleken er echter evenveel voorbeelden van een snellere voorjaars- als een snellere najaarstrek te zijn. Door te zweven reizen roofvogels min of meer gratis, maar dat betekent wel dat ze meer een speelbal zijn van het weer en de wind. De behaalde treksnelhied zal bij deze groep dan ook voornamelijk afhangen van de weerscondities. Gedetailleerde studies naar de prestaties van roofvogels, in relatie tot het weer, zijn dus noodzakelijk om te begrijpen waarom roofvogels een uitzondering op de regel vormen.

Een pdf van het artikel gepubliceerd in The American Naturalist, ”Differences in Speed and Duration of Bird Migration between Spring and Autumn” door Nilsson, Klaassen & Alerstam, is op te vragen bij Raymond Klaassen.

Tekst: Raymond Klaassen, Werkgroep Grauwe Kiekendief
Foto's: Roine Strandberg, Theo van Kooten