Schepjes rukken op in de westelijke Oosterschelde

Stichting ANEMOON
21-MEI-2017 - Precies een jaar geleden werden voor het eerst grote populaties van het Schepje levend in de Nederlandse kustwateren aangetroffen. Toen werden vele honderden levende dieren en hun eikapsels bij een klein aantal duiklocaties, uitsluitend in de oostelijke Oosterschelde waargenomen. In 2017 heeft het Schepje ook slibbodems in de noordwestelijke Oosterschelde bereikt en zich daar massaal gevestigd.

Alle eerste waarnemingen van het Schepje (Philine quadripartita) in 2016 betroffen uitsluitend duiklocaties in de oostelijke Oosterschelde: bij Stavenisse en Bruinisse. Op deze locaties werden ook dit jaar weer grote aantallen Schepjes aangetroffen. Enkele weken geleden werden echter in de westelijke Oosterschelde bij de duiklocatie Levensstrijd, ten westen van Zierikzee, op circa vier meter diepte door sportduikers ook grote aantallen eikapsels en enkele levende exemplaren van het Schepje aangetroffen. Het lijkt er op dat de soort zich, tenminste voorlopig, succesvol in de Oosterschelde aan het vestigen is en zich zelfs verder aan het verspreiden is. Er zijn nog geen meldingen van waarnemingen in het Veerse Meer of het Grevelingenmeer bekend.

Ook in 2017 zijn er bij Stavenisse weer grote aantallen Schepjes aangetroffen

Het Schepje is een opmerkelijk schelpdragend weekdier. Dat het een schelp heeft is aan de buitenkant niet te zien. De zeer dunne en breekbare schelp zit namelijk volledig verstopt onder de mantel in het centrale lichaam van het dier. Om zich te beschermen leeft het dier verstopt in de sliblagen van zeebodems waar het zich als een mol een weg baant en zich voedt met kleine zeedieren die het daar tegenkomt. Het zijn vleeseters die meestal ’s nachts actief jagen. Het voedsel bestaat uit onder andere foraminiferen, wormen, tweekleppigen, huisjesslakken en kleine stekelhuidigen zoals het Zeeboontje.

Eikapsel van een Schepje in de westelijke Oosterschelde (2017). Rechts een detailopname

Schepjes worden gemiddeld 40 tot maximaal 70 millimeter groot. Het zijn melkwitte dieren die als ze op het slib worden aangetroffen meestal bedekt zijn met een slijmlaag waar veel vuil aan kleeft. Als ze verstoord worden, scheiden ze een zuurachtige substantie uit waarmee ze proberen de belagers af te schrikken. Eikapsels worden in het voorjaar en in de zomer afgezet. De soort is aanwezig in alle kustwateren van West-Europa, de gehele Middellandse zee en langs de gehele West-Afrikaanse kust tot voorbij Zuid-Afrika. Ze worden tenminste drie tot vier jaar oud.

De inwendige schelp van het Schepje is uiterst dun en zeer breekbaar. Daardoor is de kans klein dat intacte schelpjes op onze stranden aanspoelen en daar gevonden kunnen worden. In het verleden zijn er echter zeer kleine aantallen schelpen van het Schepje aangespoeld aangetroffen op onze stranden. Mogelijk zijn er in de Noordzee ook al of niet grotere populaties Schepjes aanwezig.

Tekst en foto’s: Peter H van Bragt, Stichting ANEMOON (leadfoto: schepje in de westelijke Oosterschelde bij de duiklocatie Levensstrijd, Zierikzee, april 2017)