Wilde paardenhoeven kussen Zeeuwse duinvallei tot leven

ARK Rewilding Nederland
13-OKT-2019 - In de duinen van natuurgebied Oranjezon in Zeeland, beheerd door Het Zeeuwse Landschap, is spectaculaire vestiging van herfstbitterling gevonden. Deze zeldzame plant gedijt in pootafdrukken en slipsporen van de wilde konikpaarden die in het gebied leven. Ook duizendguldenkruid blijkt volop te profiteren van de sporen van deze grote grazers.

Kale grond gezocht

Veel planten hebben kale grond nodig om hun zaden te laten kiemen, en genoeg licht om op te groeien. In een dichte grasmat of gesloten moslaag maken jonge kiemplanten dan ook weinig kans om te overleven. Er is dan teveel concurrentie om ruimte en licht. Het is een normaal, natuurlijk proces dat kale grond meer en meer begroeid raakt, naarmate de tijd vordert. De overdaad aan stikstofneerslag waar Nederland mee te maken heeft, versnelt dit proces. Natuurlijke tegenkrachten kunnen de gesloten begroeiing ook weer inperken en openbreken. Begrazing door runderen en paarden is zo’n tegenkracht, die zowel meer licht als nieuwe, kale grond oplevert. Vraat vermindert namelijk de hoogte van de vegetatie; betreding door de dieren creëert kale plekken in de bodem.

Herfstbitterling in een slibspoor van een konikpaard

Natte grond

Meestal ontstaan door betreding maar kleine stukjes kale grond. Maar als de bodem nat is of erg rul, dan zal een pootafdruk eerder een flinke open plek achterlaten. Om nog maar te zwijgen over de ‘slipsporen’ die achterblijven als de dieren (bijna) uitglijden. Het doorgaans natte winterhalfjaar is daarom bij uitstek de periode waarin nieuwe kale plekken in de (grasland)vegetatie ontstaan. De slipsporen en pootafdrukken zijn ideale kiembedden voor kruiden. Op Oranjezon grepen op dergelijke plekken zeldzame planten als herfstbitterling en duizendguldenkruid onmiddellijk hun kans. Van die eerste soort stonden zelfs bijna alle exemplaren in oude of nieuwe sporen. Overigens is de betreffende duinvallei in Oranjezon het hele jaar door vochtig, en ontstaan er dus ook in de zomer mooie sporen.
De grootste sporen ontstaan als de bodem nat is en de paarden eroverheen rennen, of beter nog, met elkaar stoeien

Jaarrond begrazing en natuurlijke kuddes

Grote grazers als konikpaarden, galloways of Schotse hooglanders trekken het hele jaar door natuurgebieden. Ze leggen juist in de wintermaanden grotere afstanden af op zoek naar voedsel. Dat is immers schaarser, dus de dieren moeten meer plekken bezoeken om goed in conditie te blijven. Precies in de wat nattere periode van het jaar wordt de bodem dus frequent met de poten omgewoeld en ontstaan er kansen voor tal van kruiden.

Fraai duizenguldenkruid en herfstbitterling in paardenspoor in duinvallei Oranjezon

In natuurlijke kuddes moet ook het nodige worden uitgevochten om de plek van elk dier in de kudde te bepalen. Hengsten bijvoorbeeld, happen naar elkaars voorpoten, rennen achter elkaar aan en steigeren, terwijl ze met hun voorpoten naar elkaar slaan. Stieren staan met de koppen tegen elkaar en proberen de ander weg te duwen. Dat heeft allemaal zijn weerslag op de bodem. In gebieden waar kuddes grote grazers het hele jaar door aanwezig mogen zijn, krijgen bloemen en al het leven wat daarmee samenhangt, veel meer kansen en neemt de soortenrijkdom toe.
 
Grote grazers staan aan de basis van een afwisselend landschap van bloemrijke graslanden, ruigtes, bosjes en struwelen, waarin duizenden plant- en diersoorten floreren. Kijk voor meer informatie op ark.eu/begrazing of freenature.nl.
 
Herfstbitterling
Tekst: Leo Linnartz, ARK Natuurontwikkeling
Foto's: Esther Linnartz, FREE Nature