Vijf jaar na de werkzaamheden in het vennengebied

Natuur Overasseltse en Hatertse vennen herstelt van verdroging

Staatsbosbeheer
12-DEC-2019 - In 2013 en 2014 stond het Overasseltse en Hatertse vennengebied (GD) flink op zijn kop voor natuurherstel. Er werden maatregelen uitgevoerd tegen de verdroging van de vennen. Nu, vijf jaar later, laten deze maatregelen een positief effect zien op het waterpeil in de vennen. Tegelijk is de heide-ontwikkeling in het gebied op veel plekken succesvol. De natuur is aan het herstellen.

Bijzonder aan dit gebied zijn de ruim dertig vennen die grotendeels regenwatervennen zijn. Door verdroging van het Overasseltse en Hatertse vennengebied dreigden de vennen en de vochtige heide te verdwijnen. De biodiversiteit in het vennengebied stond onder druk. Er zijn daarom maatregelen getroffen om de afvoer en verdamping van water terug te dringen, zodat dit water ten goede komt aan de vennen. Sloten zijn gedempt en 35 hectare naaldbos rond de vennen is gekapt. De vennen en heideterreinen zijn met elkaar verbonden voor de verspreiding van dieren als levendbarende hagedis en venwitsnuitlibel. Dit leidt ook tot meer beleving van rivierduinen en historische grafheuvels.

Voor, tijdens en vijf jaar na de werkzaamheden in het vennengebied

Monitoring

Bij het besluit tot uitvoering van de maatregelen werd afgesproken om de resultaten goed te volgen. Een vijf jaar durende wetenschappelijke monitoring van het grondwater, venpeil en heideontwikkeling volgde; uitgevoerd door Waterschap Rivierenland en Staatsbosbeheer. De resultaten zijn nu gepresenteerd.

Resultaten

De fluctuatie van de venpeilen nam bijna overal af, wat gunstig is voor de natuur. In de centraal gelegen vennen is het waterpeil met vijf à tien centimeter gestegen. Metingen door Waterschap Rivierenland tonen ook een verhoging van het grondwater in het midden van het natuurgebied, en een verlaging van het grondwater in de rand. Dat is in bijvoorbeeld twee vennen aan de rand van het natuurgebied in het peil af te lezen: daar zakte het iets. Het gaat om het Oude Rakenbergven en Roelofsven-zuid.

Doordat vooraf ingespeeld is op de mogelijke gevolgen voor de omwonenden, hebben de peilveranderingen in het vennengebied uiteindelijk geen nadelige gevolgen voor hen gehad. Uit de onderzoeksresultaten blijkt daarnaast dat de waterkwaliteit gelijk is gebleven. Dat betekent dat enkele vennen nog steeds te zuur zijn. Dit heeft een negatieve invloed op de biodiversiteit. Heikikker, gevlekte orchis en klein blaasjeskruid staan onder druk.

Op veel plekken in het gebied is de heide-ontwikkeling succesvol en nog in volle gang. Na vijf jaar is bosopslag en braam beperkt aanwezig en op alle voormalige kapvlakten zijn struikheide, dopheide en heideflora onderweg om de grond te bedekken. Dankzij de heideontwikkeling zijn alle geplande verbindingszones tussen vennen en heide-enclaves gerealiseerd.

Voor, tijdens en vijf jaar na de werkzaamheden in het vennengebied

Toekomst   

Het gebied wordt in de toekomst in haar huidige vorm beheerd. Projecten als het uitbaggeren van vennen en de voortzetting van begrazing met een schaapskudde zijn hierbij noodzakelijk voor het handhaven en verbeteren van de kwaliteit. De ontwikkeling van de vennen en het natuurgebied wordt de komende vijf jaar nauwgezet gevolgd.

In het project werkte provincie Gelderland als opdrachtgever samen met Staatsbosbeheer en Waterschap Rivierenland aan het vennenherstel in nauw overleg met gemeenten Heumen en Wijchen. Het project dat in 2013 en 2014 werd uitgevoerd, is geslaagd. Er was veel waardevolle input vanuit de omgeving, onder andere van het Vennenplatform. Ook in de toekomst blijft de afstemming met deze klankbordgroep vanuit de omgeving essentieel.

Tekst: Imke Boerma en Iranda Vermij, Staatsbosbeheer
Foto's: Jacqueline van de Boom