hommel

Hommelkoninginnen maken trektochten van honderden kilometers

Wageningen Environmental Research
24-OKT-2020 - Uit nieuw onderzoek blijkt dat hommelkoninginnen afstanden van wel honderden kilometers afleggen. Dat ontdekte de Wageningse bestuivingsonderzoeker Thijs Fijen met de hulp van oplettende vrijwilligers. Deze ontdekking is bijzonder omdat biologen tot nu toe dachten dat hommelkoninginnen in een bepaald gebied bleven.

De ontdekking betekent dat maatregelen om hommels te beschermen mogelijk minder effectief zijn dan biologen dachten. Omdat sommige hommelsoorten zelfs in intensieve landbouwgebieden voorkomen, namen wetenschappers tot nu toe aan dat die landbouwgebieden nog net voldoende natuurlijk gebied bevatten. Nu blijkt dat hommelkoninginnen grote afstanden afleggen, zou dat kunnen betekenen dat de hommelpopulaties in agrarische gebieden ieder jaar grotendeels uitsterven, waarna nieuwe koninginnen het gebied binnentrekken.

Fanatieke vogelaars

Het trekgedrag van hommels werd per toeval opgemerkt door vogelaars die deelnamen aan vogeltellingen. Het viel sommigen van hen op dat er wel erg veel hommels voorbij vlogen en besloten daarom deze langszoemende pluizenbolletjes te tellen. Op een topdag trokken er ruim elfduizend hommelkoninginnen langs een telpost. Naar schatting vlogen ze met een snelheid van dertig kilometer per uur en konden dat mogelijk de hele dag volhouden.

“Hommels trekken niet in groepen en formaties zoals vogels”, benadrukt Fijen. “Deze reis maken ze individueel.” Dat verklaart ook waarom biologen dit fenomeen niet eerder opviel. Wel telden Engelse, Franse, Zweedse en Finse onderzoekers trekkende hommels in de jaren 50 en 70. In Nederland registreerden vrijwilligers in totaal tien van dit soort massale trekdagen.

Zoeken naar nieuwe nestplekken

Van alle hommels overleven alleen de koninginnen de winter. Waarom ze vervolgens in het voorjaar zo massaal trekken, is nog onbekend. Fijen denk dat een tekort aan nestplekken een rol speelt. Als er onvoldoende van zulke plekjes in natuurgebieden zijn, zoeken ze naar nieuwe mogelijkheden buiten het natuurgebied. Daar vinden ze slechts agrarisch terrein met geringe biodiversiteit en weinig voedsel en nestplekken. “Maar dat is slechts een hypothese”, benadrukt Fijen. “Of dat echt de reden is, moet nog blijken uit onderzoek”.

Beschermingsmaatregelen: meer biodiversiteit

Hoewel exacte cijfers van de hoeveelheid hommels in Nederland ontbreken, zien biologen al jaren de hoeveelheid hommelsoorten in ons land afnemen. De kennis over de hommeltrek betekent dat we anders om moeten gaan met hun bescherming. “Als hommels inderdaad natuurgebieden verlaten, op zoek naar nieuwe plekken om zich te vestigen, moeten we hen die bieden”, zegt Fijen.

Het betekent ook dat de agrarische gebieden in Nederland niet voldoende ruimte bieden aan de hommels. “Op dit moment is het een typisch geval van dweilen met de kraan open”, vertelt Fijen. De natuurgebieden produceren hommelkoninginnen, maar in de agrarische gebieden verdwijnen ze weer. “Met meer koninginnen in natuurgebieden los je het probleem niet op. Je moet zorgen dat de populatie niet meer leegloopt in het agrarische gebied.”

Daarom pleit de bioloog voor meer biodiversiteit, wilde bloemen en nestplekken voor hommels. Niet alleen in Nederland, maar op internationale schaal. Een voordeel is dat de hommels snel kunnen profiteren van zulke nieuwe maatregelen. “Als we de kwaliteit en biodiversiteit van landschappen verhogen, vinden ze hun weg er wel naartoe, ook al is het honderd kilometer vliegen”, aldus Fijen.

Een trekkende hommel bij telpost De Noordkaap, Groningen op 9 april 2016

Betrouwbaarheid en toekomst

Fijen hoopt dat de nieuwe resultaten tot meer hommeltellingen gaan leiden. Omdat het onmogelijk is om vast te stellen dat voorbijtrekkende hommels op de ene telpost, dezelfde zijn als op de andere, wil de bioloog de hommels ook met technologie volgen. “Helaas kunnen we ze geen zender ombinden”, zegt hij. Wel kunnen wetenschappers insecten bijvoorbeeld volgen via een radar. Met zulke onderzoeken hoopt Fijen de hommeltrek beter in kaart te brengen.

Fijen publiceerde zijn bevindingen in het wetenschappelijke tijdschrift Journal of Applied Ecology. De publicatie is hier te lezen.

De hommeltrek zien

De grootste kans om zelf trekkende hommels te zien, heb je rond begin april met relatief warm en zonnig weer. Als het dan ook nog eens waait vanuit het oosten, heb je langs de zee- en IJsselmeerkust de grootste kans om massale trek te zien. Vooral op bekende vogeltrektelposten zoals Breskens in Zeeland, Kamperhoek bij de Ketelbrug in Flevoland, en de Noordkaap in Groningen heb je goede kans. De tellingen kun je volgen op Trektellen.org.

Tekst: Wageningen Environmental Research
Foto's: Lee Walker, Shutterstock; Jacob Bosma