Vestiging Nauwe korfslak bij het Kennemermeer

Stichting ANEMOON
8-AUG-2021 - De Nauwe korfslak is een beschermde huisjesslak die landelijk gezien een duidelijke achteruitgang vertoont. In Nederland staat vooral het voorkomen in de hoofdbiotoop (duingebieden) onder druk. Nu en dan worden nog nieuwe vindplaatsen ontdekt, bij uitzondering ook nieuwe vestigingen. Zoals onlangs rond het Kennemermeer bij IJmuiden.

Europees gezien is de Nauwe korfslak (Vertigo angustior) een zeldzaam dier, waarvan de populaties sterk zijn afgenomen. De soort is streng beschermd via de Habitatrichtlijn. Dat geldt ook voor Nederland, waar in verhouding tot andere landen nog relatief veel en plaatselijk zelfs zeer individuenrijke populaties voorkomen. Dat is met name het geval in de Hollandse en Zeeuwse duinen. De verspreiding en het voorkomen van deze kleine huisjesslak wordt goed onderzocht en maakt onderdeel uit van landelijk monitoringsonderzoek. Het dier blijkt in ons land vooral het laatste decennium te zijn achteruitgegaan, zowel qua aantal vindplaatsen als dichtheden. Onder andere het (te) grootschalige natuurbeheer in de Nederlandse kustduinen pakte voor deze in struiken en langs oevers levende soort slecht uit. Daarom is het goed nieuws dat in het voorjaar van 2021 diverse levende exemplaren werden aangetroffen op een geheel 'nieuwe' locatie in Noord-Holland.

Klein, tegendraads slakje

De Nauwe korfslak is een kleine landslak. De dieren zelf zijn grijswit tot donkergrijs, het slakkenhuisje is meestal roodbruin en wordt circa 2,2 millimeter groot. Het lijkt op een ouderwets bijenkorfje. In de mondopening staan tandplooien. Een opvallend detail is dat de huisjes, in tegenstelling tot verreweg alle andere huisjesslakken, niet rechts- maar linksgewonden zijn. Vergeleken met andere op een korf of tonnetje lijkende slakkenhuisjes ziet het hele huisje er gespiegeld uit; met de top naar boven zit de mondopening altijd linksonder.

Links: exemplaar van de Nauwe korfslak bij het Kennemermeer. Rechts: voorbeelden van een links- en een rechtsgewonden slakkenhuis. Rechts: gewoon gedraaid rechtsgewonden huisje van het Mostonnetje (Pupilla muscorum); Links: linksgewonden huisje van de Nauwe korfslak (Vertigo angustior)

Een letterlijk nieuwe vindplaats

De nieuwe vindplaats ligt in het Nationaal Park Zuid-Kennemerland in Noord-Holland, langs de oever van het Kennemermeer. Dit duinmeer is in 1994 kunstmatig aangelegd ter compensatie van natuurverlies, toen bij de Zuidpier van IJmuiden in de jaren 90 een jachthaven met hotels en boulevard werden aangelegd. Het is dus een door de mens gegraven meer. Het bevat voornamelijk zoet water, met in de onderlaag brakke en zoute lagen. De vegetatie rond het meer heeft zich op natuurlijke wijze ontwikkeld. Er ontstond een grote vochtige duinvallei met de bijbehorende vegetatie, waaronder orchideeën en andere zeldzame planten. In 2006 is besloten de grens van het habitatrichtlijngebied Kennemerland-Zuid zo te leggen dat het Kennemermeer daar ook binnen valt. Langs de oevers van het meer groeien wilgenbosjes en Duindoornstruiken, met hier en daar meidoorn en vlier. De betreffende populatie Nauwe korfslakken werd in maart dit jaar in deze begroeiing ontdekt door Dick Groenendijk. Ook bij latere inventarisaties in het kader van het NEM werden levende dieren waargenomen. Het voorkomen ter plaatse, de habitat en nadere details worden besproken in de komende Zoekbeeld, de nieuwsbrief van Stichting ANEMOON.

Verspreiding, ecologie en bedreigingen

Vanwege de beschermde status  – de Nauwe korfslak is opgenomen in bijlage II van de Europese Habitatrichtlijn en wordt met name in Natura 2000-gebieden wettelijk beschermd – voert Stichting ANEMOON in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM) al vele jaren systematisch verspreidingsonderzoek uit. Met behulp van op gestandaardiseerde wijze uitgevoerde bemonsteringen van het bodemstrooisel, monsteranalyses en tellingen, worden sinds 2004 het voorkomen en de aantallen in de gaten gehouden. Bij deze sinds 2010 landsdekkende monitoring zijn de bekende locaties en potentiële leefgebieden betrokken en wordt regelmatig heronderzoek uitgevoerd. De telgegevens worden geanalyseerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek en de resultaten en trends gepubliceerd in het Compendium voor de Leefomgeving. In 2018 werd, onder meer op Nature Today, gepubliceerd over een duidelijke, significant sterke afname in aantallen. Ook het aantal locaties waar de soort voorkomt bleek significant afgenomen, evenals het aantal kilometerhokken en het aantal tien-bij-tienkilometerhokken waar de soort voorkomt. Deze afname heeft zich vrijwel volledig afgespeeld in de beschermingszones van Natura 2000-gebieden en bleek zich ook bij meerdere andere landslakken te hebben voorgedaan.

Het Kennemermeer gezien vanaf de havenkant vanaf de ferry van DFDS

De Nauwe korfslak leeft in Nederland vooral in de kalkrijke kustduingebieden van Noord- en Zuid-Holland en Zeeland en op enkele kwelders in het Waddengebied. Daarnaast zijn er plaatselijke populaties in rivierduinen in Gelderland en in Limburg (oevervegetaties met zeggen). In de duinen leven de dieren in een brede range aan vegetatietypen, van tamelijk droge, halfopen duinhellingen, tot natte duinvalleien. De slakken leven in de strooisellaag en de toplaag van luchtige, voedselrijke bodems met een relatief warm en vochtig microklimaat. In de duinen kunnen vooral in de randen van struwelen soms hoge dichtheden voorkomen, evenals onder populierachtigen. In het laatste geval zelfs in kalkarm duingebied, aangezien het bladstrooisel van populieren voor kalk zorgt. Van het struweel is vooral Duindoorn belangrijk, maar ook in vegetaties met Eenstijlige meidoorn, Wegedoorn, Kardinaalsmuts en Gewone vlier en in zachthoutbossen komen de dieren voor, evenals in sommige duinrietvegetaties.

Voor de afname in de duinen zijn meerdere oorzaken te noemen. De belangrijkste drie zijn het dichtgroeien van duinen; het reduceren en kappen van populierachtigen en met name het grootschalig rooien van duinstruweel, gevolgd door afplaggen met daarna intensieve begrazing. Vanzelfsprekend is duinbeheer nodig. Zonder beheer zouden duingebieden grotendeels dichtgroeien met ruigten en struweel en uiteindelijk verbossen. Ook zijn we inmiddels allemaal bekend met de stikstofproblematiek, waardoor ook in de duinen stikstofminnende vegetaties sneller gaan groeien en kenmerkende stikstofgevoelige duinvegetaties met lage grassen en kruiden – Grijsduinvegetaties – in het gedrang zijn gekomen. Maar door (te) grootschalig en rigoureus beheer, onder andere uitgevoerd sinds 2015 bij de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) door de overheid, werden duingebieden op veel plaatsen op een dusdanige schaal opener gemaakt, dat dit nadelig heeft uitgepakt voor de Nauwe korfslak en diverse andere bodembewonende organismen. Met wat aanpassingen van de maatregelen, zeker met betrekking tot het plaggen gevolgd door het op grote schaal inzetten van begrazing, valt nog winst te behalen. Stichting ANEMOON is vanzelfsprekend steeds bereid gedachten en ideeën hieromtrent te delen met gebiedsbeherende instanties. Gelukkig zien we vooral op enkele minder intensief aangepakte plekken in de duinen voorbeelden van hoe de natuur zelf manieren zoekt om terugslagen te herstellen. Het zich op natuurlijke wijze vestigen van de Nauwe korfslak in duingebied nabij het Kennemermeer is daar ook een mooi voorbeeld van.

Vestiging

Naar de manier waarop land- en zoetwaterslakken zich op natuurlijke wijze verspreiden zijn meerdere onderzoeken gedaan. Aangetoond is onder meer dat ze door vogels kunnen worden getransporteerd, vastgehecht aan onder andere nestmateriaal en soms aan de dieren zelf (pootjes, veren). Er zijn zelfs gevallen bekend waarin soorten (onder andere wadslakjes) een tocht door het maag-darmstelsel van vogels hebben overleefd. Maar ook andere factoren kunnnen slakken verplaatsen. Bij storm en harde wind kan plantmateriaal met daarop vastgehechte slakjes of eieren worden verplaatst. Langs rivieren en andere wateren vindt transport plaats op drijvend en zwevend materiaal en hevige regenval kan soorten op kleinere schaal verplaatsen. Ook de mens is, meestal ongewild, een aanzienlijke verspreider van soorten (exotenproblematiek).

Door de mens ingevoerde zuidelijke soort: de Behaarde grasslak (Xerotricha apicina); 19-2-2021; omgeving parkeerplaats Kennemermeer

Hoe de huidige populatie zich exact gevestigd heeft, is onbekend. Tussen 2002 en 2017 zijn door meerdere waarnemers monsters genomen rondom het Kennemermeer – ook op de nu bekende vindplaats – waarbij de Nauwe korfslak niet werd aangetroffen. De vestiging is dus van recente datum. Dat de mens hierbij een rol zou hebben gespeeld is in dit geval niet waarschijnlijk. Het betreft een kleine soort waarvan in de nabijgelegen duingebieden meerdere natuurlijke populaties voorkomen. Natuurlijk transport over zo'n relatief korte afstand ligt dus voor de hand.

(Enige) invloed van de mens op de verspreiding van slakken valt overigens nooit voor honderd procent uit te sluiten. Zo leeft vooral in het sterk onder menselijke invloed staande gedeelte van het meer (parkeerplaats en omgeving) al jaren de Behaarde grasslak (Xerotricha apicina), een Zuid-Europese soort met een geheel andere leefwijze en biotoop: droge en kalkrijke zandige gebieden. Deze is hier zonder twijfel op een niet-natuurlijke manier terechtgekomen, bijvoorbeeld met bouwmateriaal, kampeermateriaal of meeliftend met auto's.

Alle meldingen van deze en andere soorten land- en zoetwaterweekdieren zijn welkom bij Stichting ANEMOON en platforms als Waarneming.nl.

Tekst: Rykel de Bruyne, Tello Neckheim en Dick Groenedijk, Stichting ANEMOON
Foto's: Alie Postma (leadfoto links: Kennemermeer gezien vanaf zuidwestkant, met op de achtergrond de Zuidpier en het strand van IJmuiden); Dick Groenendijk (leadfoto rechts: Nauwe korfslak tussen mos, Kennemermeer 13-3-2021); PICTAN