Sint Maarten

Vegetatiestudie werpt licht op ruimtelijke ordening op Sint Maarten

Carmabi, Dutch Caribbean Nature Alliance (DCNA), Wageningen University & Research
3-SEP-2021 - De totale vegetatiebedekking van de Nederlandse kant van St. Maarten is sinds 1956 met 25 procent afgenomen. Dit blijkt uit een nieuwe vegetatiekaart van CARMABI en Wageningen University & Research. De afname kan worden toegeschreven aan verstedelijking, toerisme, overbegrazing door geïntroduceerde geiten, de impact van orkanen en de negatieve effecten van invasieve plantensoorten.

Anolis gingivinusVegetatiekaarten zijn een handig hulpmiddel om de status van de biodiversiteit en de soortensamenstelling van een bepaald gebied (bijvoorbeeld een eiland) te begrijpen. Deze kaarten worden in verschillende sectoren gebruikt, bijvoorbeeld in ruimtelijke planning en natuurbeheer. Voor St. Maarten zijn de kaarten heel relevant omdat het eiland een hotspot voor biodiversiteit vormt in het Caribisch gebied. St. Maarten wordt bewoond door meer dan honderd soorten die alleen in de regio van de Kleine Antillen voorkomen en twaalf soorten die alleen op St. Maarten leven. Bovendien behoren de vegetatietypen van het heuvellandschap (het dominante landschap van Sint Maarten) tot de meest bedreigde ecosystemen in Latijns-Amerika en wereldwijd.

Een goed ontwikkelde natuurlijke vegetatie speelt een cruciale rol bij het veiligstellen van evenwichtige en gezonde ecosystemen. Zo'n vegetatie beïnvloedt namelijk de bodemeigenschappen, voorkomt erosie, helpt bij het vasthouden van water en zorgt voor belangrijke buffers tussen land en zee. Hierdoor kan bijvoorbeeld schade aan koraalriffen door sedimentatie worden voorkomen. Daarnaast verschaft de vegetatie natuurlijk voedsel en onderdak aan de grote verscheidenheid aan inheemse dierenpopulaties van het eiland.

Veranderingen in de natuurlijke vegetatie van de eilanden sinds 1956

De resultaten van een eilandbreed veldonderzoek van eind 1999 laten zien dat de vegetatiebedekking met 25 procent is afgenomenin vergeleken met een vegetatiekaart die in 1956 werd gepubliceerd. Bovendien zijn vijf verschillende kustvegetatietypes in die meer dan veertig jaar onherkenbaar verdwenen. De onderlinge verbondenheid van ecosystemen op eilanden maakt ze kwetsbaar voor de gevolgen van verlies en versnippering van leefgebieden, evenals voor de negatieve gevolgen van begrazing door geïntroduceerde zoogdieren en het oprukken van invasieve plantensoorten. Natuurlijk mogen we de schadelijke effecten van orkanen en de opwarming van de aarde niet vergeten.

In de loop der tijd zijn habitatverlies en versnippering op Sint Maarten veroorzaakt door landbouw, begrazing door geïntroduceerde zoogdieren en sinds de jaren zestig door een enorme groei van het toerisme. Vooral na 1980 is het toerisme op het eiland explosief gestegen. Overigens zijn er ook vegetatietypen die in 1956 zijn beschreven juist verdwenen als gevolg van vegetatieherstel door de achteruitgang van landbouw en begrazing.

Sint MaartenHoewel er enig herstel heeft plaatsgevonden, is het algemene beeld dat op heel St. Maarten wordt gezien, het verlies van natuurlijke en semi-natuurlijke begroeide gebieden. Het grootste verlies vond plaats in de westelijke delen van het eiland die in 1956 werden gekenmerkt door de aanwezigheid van twee groenblijvende vegetatietypes. In de Lage Landen overheerste in 1956 een climax groenblijvend vegetatietype dat een groot deel van het gebied bedekte; dit is nu bijna volledig verdwenen. Een heel klein stukje is nog steeds aanwezig, maar dat wordt bedreigd. Ten westen van de oostelijke heuvelrug zijn grote gebieden met een bladverliezend karakter verloren gegaan. Men zou kunnen zeggen dat de algemene trend laat zien dat de heuvels herstellen terwijl de lage en kustgebieden in een hoger tempo degraderen, wat neerkomt op een netto verlies aan vegetatie. Deze trend toont verschuiving aan van een economie die voornamelijk gebaseerd is op landbouw naar één die sterk afhankelijk is van toerisme.

Op weg naar een duurzamere toekomst voor Sint Maarten

Vegetatiekaarten die vergelijkbaar zijn met die in dit rapport, heeft Carmabi ook voor de Nederlands-Caribische eilanden Curaçao (1997), Bonaire (2005), St. Eustatius (2014) en Saba (2016) gemaakt. Sinds de jaren tachtig is ruimtelijke ordening een hot topic geworden. Het begrijpen van de huidige status van de terrestrische gebieden van elk eiland is van cruciaal belang voor zowel duurzame landontwikkeling als het maken van plannen voor de toekomst. Het rapport eindigt met vijf aanbevelingen voor een effectiever terrestrisch natuurbeheer op het eiland: het opzetten van een netwerk van beschermde gebieden, controle van loslopend vee, bescherming van bedreigde plantensoorten, een actieplan voor invasieve soorten en langetermijnmonitoring van vegetatie. De bevindingen van dit rapport wijzen op het belang van het beschermen en verbinden van zeldzame en individuele landschapseenheden, zoals die in de Lage Landen, en op de resterende natuurlijk begroeide stranden. Ook is duidelijk dat de landschapsecologische eenheden die kenmerkend zijn voor de hoge heuvels, een hoge instandhoudingswaarde hebben die om bescherming vragen.

De vegetatiekaart is gemaakt in opdracht van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Infrastructuur (VROMI) van Sint Maarten.

Meer informatie

Tekst: Dutch Caribbean Nature Alliance, CARMABI en Wageningen University & Research
Foto's: Christian Konig & Marjolijn Lopes Cardozo, Shape DCNA