Wilde kat

Is Noord-Brabant geschikt voor de wilde kat?

Zoogdiervereniging
12-JUN-2022 - De wilde kat is weer terug in Nederland en bezig aan een opmars. Na de eerste sporadische waarnemingen in Zuid-Limburg zijn de aantallen de afgelopen jaren toegenomen. De verwachting is dat de dieren uiteindelijk andere provincies zullen koloniseren, waaronder Noord-Brabant. De vraag is echter of Noord-Brabant geschikt is voor de wilde kat en of er genoeg veilige routes zijn om er te komen.

Gedurende de negentiende en twintigste eeuw hebben meerdere factoren, zoals de intensivering van de landbouw en verstedelijking, geleid tot de achteruitgang van verschillende Europese roofdieren, waaronder de Europese wilde kat. Door een beschermde status en habitatverbetering is de soort langzaam aan het herstellen en bezig met een opmars vanuit kerngebieden in Duitsland (onder andere Harz en Eifel). Tegenwoordig is de wilde kat weer aanwezig in de Belgische Ardennen en in het Zuid-Limburgse Vijlenerbos. Naar verwachting zal de wilde kat van daaruit andere leefgebieden gaan koloniseren, waaronder de provincie Noord-Brabant. Dankzij een subsidie van deze provincie heeft ARK Natuurontwikkeling in samenwerking met de Zoogdiervereniging, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer, een meerjarig project opgestart. Onder de noemer ‘Warm welkom voor wilde kat in Brabant’ wordt in het zuidoosten van Noord-Brabant de komst van de wilde kat voorbereid. Hierbij zal het leefgebied van de wilde kat verbeterd worden en zullen verbindingszones tussen natuurgebieden worden aangelegd om de verspreiding van de wilde kat te stimuleren.

Herkenning wilde kat

De wilde kat is gemakkelijk te verwarren met de huiskat. De wilde kat heeft een grijze, bruine en soms een rossige vacht. Ze heeft een donkere tekening die richting de flanken meestal wat vager wordt. Waar de huiskat vaak een slanke staart heeft, heeft de wilde kat een dikke staart met drie tot vijf zwarte ringen met een zwarte punt. Ook loopt over de rug van de wilde kat een smalle zwarte streep, de aalstreep, die eindigt voor de staart. Zelfs met deze verschillen in uiterlijke kenmerken blijft het moeilijk om de wilde kat te onderscheiden van een (cyperse) huiskat, of een kruising tussen de twee. In sommige gevallen is het zelfs onmogelijk en kan alleen DNA-onderzoek uitsluitsel geven.

Verspreidingsgebied van de wilde kat in Nederland

Verschil tussen de wilde kat en cyperse huiskat

Ecologie van de wilde kat

De wilde kat wordt aangetroffen in een verscheidenheid aan leefgebieden. Zo is de kat te vinden in bosgebieden met brede bosranden en aangrenzende natuurgraslanden, halfopen landschappen met grasland en struweel en in door landbouw gedomineerde landschappen, mits er voldoende schuilmogelijkheden zijn. Vanwege de brede habitatvoorkeur wordt gedacht dat het prooiaanbod (zoals knaagdieren en haasachtigen) en schuilmogelijkheden (bijvoorbeeld oude dassenburchten of dichte ondergroei) een grotere invloed hebben op het voorkomen van de wilde kat dan het type habitat.

Potentieel geschikt gebied voor de wilde kat: een structuurrijk bos met een geleidelijke overgang naar een muizenrijk natuurgrasland

Verder landinwaarts?

Sinds 2012 heeft de wilde kat zich officieel gevestigd in het Zuid-Limburgse Vijlenerbos, met sporadische waarnemingen in andere gebieden. Om andere leefgebieden te koloniseren is het van belang dat er geschikte verbindingszones zijn. Zo zijn er in Limburg al meerdere verbindingszones aangelegd met ruigtes en struwelen naar potentiële leefgebieden. Het is belangrijk om bij de aanleg rekening te houden met de breedte van de verbindingszone. Deze moet minimaal vijftig meter zijn. Door het maken van verbindingszones worden ook verkeersknelpunten aangepakt om verkeersslachtoffers zo veel mogelijk te voorkomen. Het verkeer vormt namelijk een van de grootste bedreigingen voor de wilde kat in Europa. De verwachting is dat met de juiste maatregelen de wilde kat vanuit het Vijlenerbos andere provincies koloniseert, waaronder de provincie Noord-Brabant. De wilde kat heeft zich voor zover bekend nog niet gevestigd in Noord-Brabant, maar door te werken aan verbetering van potentiële leefgebieden worden de kansen op succesvolle vestigingen vergroot.

Geschikt gebied

Op basis van habitatgebruik en schuilmogelijkheden is onderzocht waar (semi-)geschikte leefgebieden zijn voor de wilde kat in het zuidoosten van Noord-Brabant. Om deze leefgebieden te bepalen is een habitatgeschiktheidsanalyse uitgevoerd met 48 verschillende habitattypen onderverdeeld in vier categorieën: bos, graslanden, agrarisch gebruik en overig. De wilde kat vermijdt gebieden rond steden en dorpen. Daarom is een zone rond steden en dorpen niet meegenomen in de analyse. Vervolgens zijn alle habitattypen die onder grasland, agrarisch gebruik en overig vallen meegenomen in de analyse, mits ze zich binnen 75 meter van bosgebied bevinden. Het land dat vervolgens overbleef, is opgedeeld in geschikt, semi-geschikt en ongeschikt.

Potentieel geschikte en semi-geschikte leefgebieden voor de wilde kat, op basis van verwachte schuil- en foerageermogelijkheden, in het zuidoosten van de provincie Noord-Brabant. Het lichtgele gebied op de kaart geeft de buffers aan rondom steden en dorpen en is niet meegenomen in de analyses. Het overige terrein binnen het gebied valt buiten de 75-meterrichtlijn van bossen en is ook niet meegenomen

De resultaten laten zien dat het totale oppervlak van het onderzoeksgebied (1.104 vierkante kilometer) bestaat uit 231,28 vierkante kilometer semi-geschikte en geschikte gebieden op basis van schuilmogelijkheden en het prooiaanbod. Dit kan in theorie ruimte bieden voor tien tot vijftien wilde katten. Binnen deze (semi-)geschikte gebieden vallen enkele natuurgebieden op: de Brabantse Kempen (13,02 vierkante kilometer), de Leenderheide (7,29 vierkante kilometer), de Strabrechtse Heide (16,22 vierkante kilometer), de Deurnese Peel (12,75 vierkante kilometer) en De Plateaux (3,97 vierkante kilometer). Op de kaart is direct te zien dat het onderzoeksgebied zeer gefragmenteerd is. Dit wordt mede veroorzaakt door knelpunten tussen natuurgebieden, zoals snelwegen, gebrek aan voedsel, naaldbossen en akkers met bijvoorbeeld aspergeteelt of maïs. De grote vraag is nu: hoe lossen we deze knelpunten op?

Knelpunten oplossen

Hier leggen we de nadruk op het gebrek aan verbindingszones. Om een voorbeeld te noemen: ten noorden van Heeze lopen de Geldropseweg en de spoorlijn tussen Eindhoven en Weert. Dit is het punt waar de afstand tussen de Leender- en Strabrechtse heide het kleinst is. Op dit moment zijn een smalle dassentunnel onder de Geldropseweg en een duiker onder het spoor de enige voorzieningen voor zoogdieren om deze barrières te overbruggen. Naast het spoor staat een stalen hek van twee meter hoog, dat ervoor zorgt dat de wilde kat niet wordt aangereden door een trein. De rasters die naar de dassentunnel leiden zijn echter nog geen meter hoog, hier kan de wilde kat zo overheen springen en bij de weg terechtkomen. De Geldropseweg is voor het dorp Heeze de verbinding met de snelweg (A67). Hier rijden zowel overdag als ’s nachts veel voertuigen. Dit is een groot risico voor de wilde kat en dus is het belangrijk om deze verbinding veiliger te maken.

Er kan een verbinding worden gecreëerd met het bos langs de Geldropseweg door een corridor aan te leggen vanuit het oosten. De natuurgebieden langs de Kleine Dommel, die in contact staan met de Strabrechtse Heide, worden zo verbonden met dit bos. De corridor omvat bijvoorbeeld een loofbos met een goed ontwikkelde struiklaag of een brede struweelrand met natuurgrasland, waardoor de wilde kat is voorzien van voldoende dekking en voedsel. Deze dekking is nodig om ongestoord door het landschap te kunnen bewegen. Door onder de Geldropseweg en de spoorlijn een grote faunatunnel aan te leggen ontstaat er een veilige verbinding met de Leenderheide.

Verwachte route die de wilde kat zal afleggen als de draagkracht van het huidige leefgebied wordt bereikt

Project ‘Warm welkom voor de wilde kat

De maatregelen binnen het project 'Warm welkom voor de wilde kat' helpen ook andere diersoorten. Wilde katten kiezen vaak voor een andere route als de faunatunnel te smal is. Door te kiezen voor grote faunatunnels kan een grote groep diersoorten gebruikmaken van de verbinding, waaronder boommarter, das en ree. Daarbij wordt gedurende het project gewerkt aan het verbeteren en verbinden van leefgebieden en gecommuniceerd over het belang hiervan.

Tot slot

Incidenteel wordt een wilde kat waargenomen in de provincie Noord-Brabant. Het is echter de vraag of het haalbaar is voor de wilde kat om een gezonde populatie te vormen in de provincie. Daarvoor zijn goede verbindingszones nodig vanuit de omgeving. De wilde kat kan via Limburg en België doortrekken naar Noord-Brabant, waarbij de meest realistische route is om via België de grens over te steken. Alleen zijn de verbindingszones via België nog zeer ongunstig. Een samenwerking met België en de Nederlandse provincie Limburg zal nodig zijn om het voorkomen van de wilde kat te realiseren. Als er robuuste verbindingen worden gelegd tussen natuurgebieden is het zeer waarschijnlijk dat de wilde kat zich op termijn vestigt in Brabant. Wellicht kunnen ze uiteindelijk zelfs andere delen van Nederland koloniseren.

Zoogdier

Dit artikel is ter beschikking gesteld door de redactie van Zoogdier. Zoogdier is het populairwetenschappelijk kwartaalblad van de Zoogdiervereniging en Natuurpunt. Leden van de Zoogdiervereniging krijgen Zoogdier automatisch thuisgestuurd. Leden van Natuurpunt kunnen korting krijgen op een abonnement op Zoogdier. 

In Zoogdier worden artikelen gepubliceerd over zoogdieronderzoek en -bescherming van soorten die in Nederland en Vlaanderen (kunnen) voorkomen. Daarnaast verschijnen er ook aankondigingen van activiteiten die werkgroepen van de Zoogdiervereniging (Nederland) en Natuurpunt (Vlaanderen) ondernemen.

Tekst: Daniëlle Koopman en Daan Houwers
Foto's: Rick Boerboom (leadfoto: wilde kat); NDFF; Jeroen Helmer, ARK Natuurontwikkeling; Wesley Overman; Daniëlle Koopman