Uitdroging planten door aanhoudende droogte en hitte

Droogtesituatie blijft zorgelijk; rivierafvoer komende maanden lager dan normaal

Wageningen University & Research
22-JUN-2025 - De regen eind mei en begin juni gaf verlichting na de extreem droge periode. De droogtesituatie blijft echter zorgelijk. Het grondwaterniveau is op veel plaatsen nog laag tot extreem laag. De nieuwste verwachting van de afvoer van Europese rivieren laat zien dat de afvoer van de Rijn en Maas laag blijft. Met de verwachte hoge temperaturen kan 2025 droger worden dan het beruchte droogtejaar 2018.

Het neerslagtekort liep in mei snel op, met lokaal nauwelijks 10 millimeter neerslag tot halverwege de maand. Door dagelijkse verdamping van 4 tot 5 millimeter ontstond een groot tekort. Volgens het KNMI behoort mei 2025 tot de drie droogste meimaanden sinds het begin van de metingen, met een actueel neerslagtekort van rond de 130 millimeter – ruim het dubbele van normaal.

Sinds eind mei zijn in veel delen van het land buien gevallen, variërend van 20 tot lokaal 50 millimeter. Deze neerslag heeft de ergste droogtestress in de toplaag van de bodem tijdelijk verminderd. In landbouwgebieden is een groene waas teruggekeerd, en ook in sommige beken is de afvoer licht toegenomen.

Weinig sneeuw en regen bovenstrooms

De Rijn voert bij Lobith begin juni circa 1.600 kubieke meter per seconde aan – iets hoger dan eind mei, maar nog altijd fors onder het langjarig gemiddelde. In een extreem scenario zou de afvoer komende zomer kunnen dalen tot 700 kubieke meter per seconde. Ook de Maas voert weinig aan, met slechts de helft van de gebruikelijke hoeveelheid.

De oorzaak ligt grotendeels in de bovenstroomse gebieden van beide rivieren. In het Rijnstroomgebied, met name in Zwitserland en Zuid-Duitsland, zijn de sneeuwvoorraden deze winter uitzonderlijk gering geweest. Bovendien is het beschikbare smeltwater al vroeg afgevoerd door warme en droge voorjaarsomstandigheden. Neerslag in het voorjaar bleef ook daar sterk achter, wat leidde tot een lage bodemvochtigheid en beperkte afstroming. Hetzelfde beeld geldt voor het Maasstroomgebied in de Ardennen en Noord-Frankrijk: weinig sneeuw, geringe regenval en sterk verdroogde bodems.

Nieuwe aanvoer van water wordt pas verwacht als er in juni en juli substantiële regen valt. De huidige seizoensverwachtingen van het Europees Centrum voor Weersverwachtingen op Middellange Termijn (ECMWF) en het KNMI geven daar echter weinig aanleiding toe: het ziet ernaar uit dat het droog blijft in grote delen van de bovenstroomse gebieden.

De stille motor hapert: grondwater op kritisch niveau

Ondanks de regen en het beperkte herstel blijven de onderliggende problemen bestaan. Het grondwater is op veel plaatsen wat hersteld, maar nog steeds “laag tot extreem laag” (zie onderstaande figuur). Alleen in delen van Zuid-Limburg en op de flanken van de stuwwallen zijn de grondwaterstanden gemiddeld voor de tijd van het jaar. Hier reageert het grondwatersysteem traag en is het effect van de natte herfst en winter nog zichtbaar.

Grondwatertekorten in beeld (17 Juni 2025). Deze kaart laat zien waar in Nederland het grondwater veel lager staat dan normaal voor de tijd van het jaar. In veel gebieden is sprake van ernstige of zelfs extreme droogte

Juist het ondiepe grondwater is van essentieel belang: het voedt beken, vennen, natuurgebieden én vormt de stille reserve voor landbouw en drinkwater. Bij uitblijvende aanvulling door neerslag valt die buffer weg, met directe gevolgen voor ecosystemen, oogsten en beschikbaarheid van zoet water.

Herstel gaat traag. Zelfs bij flinke neerslag duurt het weken tot maanden voordat water diep genoeg infiltreert om grondwaterstanden daadwerkelijk te herstellen. De buien van eind mei en de komende neerslag leveren daarom slechts kortstondige verlichting.

Nieuwe langetermijnverwachting: aanhoudend droog

Onze onderzoeksgroep levert bijdragen aan de langetermijnverwachtingen van het Europese Copernicus-programma, waarbij we specifiek kijken naar rivierafvoeren in Europa voor de komende maanden. Voor juni tot augustus laten de prognoses zien dat in grote delen van Europa de afvoeren onder het langjarig gemiddelde liggen (zie onderstaande figuur). Dit geldt nadrukkelijk ook voor de bovenstroomse gebieden van de Rijn en de Maas, waar een combinatie van een droge winter, geringe sneeuwval en beperkte lenteneerslag leidt tot sterk verminderde toevoer.

In Zuid-Europa – met name in Spanje, Portugal en delen van Italië – zien we juist iets hogere afvoeren, vooral veroorzaakt door lokale en intensieve regenval. Deze zijn echter regionaal beperkt en bieden geen compensatie voor het bredere beeld van droogte in Midden- en Noordwest-Europa.

Verwachte rivierafvoer in Europa in juni en augustus 2025. De figuur toont de verwachte rivierafvoer (Ensemble Median) ten opzichte van de langjarige reeks. Grote delen van Europa, waaronder de bovenlopen van de Rijn en Maas, vertonen duidelijk lagere afvoeren dan normaal. Ook de bovenstroomse gebieden laten verminderde afvoeren zien. Deze verwachting is gebaseerd op simulaties met het grootschalige hydrologische model VIC-WUR

De ‘tercile-percentile’-analyse, waarmee we de verwachte afvoer afzetten tegen historische verdelingen, bevestigt dat we momenteel ruim onder normaal zitten. Hoewel de modellen een lichte verbetering voorspellen, is er geen sprake van een structureel herstel. De kans op een natte omslag blijft voorlopig klein.

Kansverdeling van rivierafvoer in de categorieën laag, normaal en hoog (Tercile Probability). De tercielverdeling van de verwachte afvoer wijst op een verhoogde kans op (zeer) lage rivierafvoeren in Midden- en Noordwest-Europa. Dit duidt op een aanhoudend droogterisico in de regio. De analyse is gebaseerd op modelresultaten van het grootschalige hydrologische model VIC-WUR

Vooruitblik: weinig hoop op herstel

De seizoenverwachtingen van ECMWF en KNMI geven weinig reden tot optimisme. Integendeel: het neerslagtekort zal waarschijnlijk verder oplopen. De zomer van 2025 dreigt gekenmerkt te worden door aanhoudende droogte, verhoogde kans op hittegolven en oplopende temperaturen. Daarmee zou 2025 zelfs droger kunnen worden dan het beruchte droogtejaar 2018, dat pas later in het seizoen op gang kwam.

In natuurgebieden wordt de droogtestress zichtbaar: heide droogt uit, vennen vallen versneld droog en kwelafhankelijke beekdalen verliezen hun aanvoer. Ook in de landbouw nemen de zorgen toe. Jonge gewassen staan onder druk; op sommige plekken zijn al onttrekkingsverboden van kracht. Bij aanhoudende droogte is directe gewasschade onvermijdelijk, met blijvend opbrengstverlies tot gevolg.

Watervoorziening komt eveneens onder druk: zo’n zestig procent van het Nederlandse drinkwater komt uit grondwater. In delen van Brabant, Utrecht en Gelderland worden bij winpunten kritische niveaus benaderd. Waterbedrijven treffen voorzorgsmaatregelen en roepen op tot bewust gebruik. In kustgebieden dreigt verzilting, waar zout grondwater het zoete systeem binnendringt.

Structurele droogte vraagt om structurele oplossingen

Wat we nu zien, is niet alleen een tijdelijk neerslagtekort, maar een symptoom van structurele droogte onder een veranderend klimaat. Onze onderzoeksgroep, actief op het snijvlak van hydrologie, klimaat en adaptatie, herkent hierin een duidelijk patroon: langere droge periodes, snellere verdamping, extremere pieken, en gelijktijdige tekorten in grond- én oppervlaktewater.

Het watersysteem in Nederland is nog niet ontworpen op deze mate van droogte en snelheid van verandering. Het vraagt om robuuster waterbeheer: beter vasthouden van water in natte periodes, integratie van grondwater en oppervlaktewater in beleidsmodellen, en adaptatiestrategieën die rekening houden met toekomstige extremen. We zijn nog lang niet uit de gevarenzone. Juist nu is het moment om van noodmaatregelen door te schakelen naar structurele verandering in het waterbeheer. Alleen zo kan Nederland weerbaarder worden tegen de droogte van morgen.

Tekst: Inge de Graaf & Lisanne Nauta, Leerstoelgroep Earth Systems and Global Change, Wageningen University and Research
Foto’s: Arnold van Vliet; Droogteportaal.nl; Lisanne Nauta