
Gele en oranje luzernevlinders nu te zien
De VlinderstichtingTrekvlinders hebben van jaar tot jaar grote fluctuaties. Er zijn veel factoren die het aantal dat we hier te zien krijgen, beïnvloeden. In de eerste plaats of de voortplanting in de zuidelijke streken goed was en er dus veel vlinders onze kant op komen. Maar ook de situatie tijdens de trektocht heeft invloed. Vervolgens bepalen de voorjaars- en zomeromstandigheden hoeveel nakomelingen er uit de voorjaarsvlinders voortkomen. Bij de distelvlinder, een bekende trekvlinder, zijn die fluctuaties extreem. In topjaren worden er heel veel waargenomen, in de mindere jaren nauwelijks. Ook bij de luzernevlinders wisselen de aantallen die worden gezien van jaar tot jaar, maar minder extreem dan bij de distelvlinder. Dit jaar worden beide luzernevlinders veel waargenomen en de komende weken heb je dus een goede kans om er een te zien te krijgen. Zowel de gele als de oranje luzernevlinder zijn in flinke aantallen aanwezig. Trekvlinders zijn hele goede vliegers en je kunt ze dan ook letterlijk overal tegenkomen.
Luzernevlinders hebben altijd hun vleugels gesloten, zowel tijdens het foerageren op bloemen als in rust, en de bovenkant zie je alleen als ze vliegen. Dat maakt de herkenning wel wat lastig, want een dichte luzernevlinder is niet zo makkelijk op naam te brengen. Ze vliegen gelukkig ook veel en dan zie je bij de oranje luzernevlinder, zowel bij het mannetje als het vrouwtje, een oranje bovenzijde. Het mannetje van de gele luzernevlinder is heldergeel van boven, het vrouwtje vuilwit en deze lijkt uit de verte wel op een koolwitje. Dus vliegend lijkt het niet moeilijk: oranje luzernevlinder is oranje van boven, de gele geel of wit. Maar er is een complicerende factor. Sommige vrouwtjes van oranje luzernevlinders zijn niet oranje, maar wit, de zogenaamde helice-vorm. Bij vrouwtjes moet je dus altijd nog even een extra check doen om te kijken of je met een gele of met de helice-vorm van de oranje te maken hebt. Dit is te zien als je de vlinders ziet vliegen. De oranje heeft veel meer donkere tekening op de achtervleugel, de gele nauwelijks. Even goed opletten dus, maar dan kom je er zeker uit.
Tekst: Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto’s: Kars Veling (leadfoto: oranje luzernevlinder); Bernard Fransen; Bobo Freeke; Berry Geerligs