
Paddenstoelwaarneming doorgeven? Gebruik de nieuwe richtlijnen
Nederlandse Mycologische VerenigingIn de jaren 1980 is de landelijke paddenstoelenkartering gestart door de Nederlandse Mycologische Vereniging (NMV). Dit project loopt nog steeds, al is de opzet in de loop der jaren wel gewijzigd. Op dit moment kan iedereen die dat wil paddenstoelenwaarnemingen uit heel Nederland doorgeven voor centrale opslag in de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF). Daarvoor is een aantal online invoerportalen beschikbaar, waarvan Verspreidingsatlas.nl (inclusief de offline VERA-app voor in het veld) en Waarneming.nl het meest bekend zijn. Alle waarnemingen die via deze portalen worden ingevoerd, worden in principe aangeboden aan de NDFF.
Waarnemers eerste stap in betrouwbaarheid validatieproces
De gegevens in de NDFF worden onder andere gebruikt voor onderzoek en beleid: Hoe staat de natuur ervoor? Waar groeien beschermingswaardige soorten? Welke soorten verdienen überhaupt bescherming omdat ze op Rode Lijsten staan? Het is dan ook belangrijk dat de NDFF betrouwbare gegevens levert. Om die betrouwbaarheid te garanderen, doorlopen de aangeboden waarnemingen eerst een validatie-procedure. Alleen goedgekeurde ('gevalideerde') waarnemingen stromen door naar de NDFF. Die validatie, een beoordeling van de correcte identificatie van de waargenomen soort, wordt voor de paddenstoelen uitgevoerd door ruim zestig validatoren: personen met een bovengemiddelde kennis van specifieke groepen paddenstoelen. Voor die validatoren zijn richtlijnen opgesteld door de karteringscommissie van de NMV. Met die richtlijnen hopen we het aantal ten onrechte gevalideerde waarnemingen te minimaliseren. Maar de eerste stap in het proces zijn de waarnemers zelf: hoe betrouwbaarder de waarnemingen, hoe betrouwbaarder de NDFF. En voor die waarnemers waren er tot nu toe nog geen richtlijnen.
Richtlijnen voor waarnemers
Nu realiseren we ons dat er misschien wel meer soorten waarnemers dan soorten paddenstoelen in Nederland zijn, maar toch is deze situatie ongewenst. Het is verstandig om zeker ook de bron van alle waarnemingen, de waarnemers dus, een paar tips te geven om de kwaliteit van de ingevoerde waarnemingen zo hoog mogelijk te houden.
Voer alleen waarnemingen in als je 100 procent zeker bent dat de soort correct geïdentificeerd is.
- Ga niet af op wat bijvoorbeeld ObsIdentify vindt, zonder dat zelf te controleren met behulp van de geschikte literatuur.
- Leg eventuele vragen voor aan het forum van Waarneming.nl, of vraag een meer ervaren mycoloog.
- Vergeet niet dat alle paddenstoelen een of meer dubbelgangers hebben. Bij moeilijk te onderscheiden soorten is het vaak mogelijk om een waarneming als sl-soort (sensu lato, in wijde zin) op te geven.
- Als je een soort uitgesleuteld hebt, controleer dan ook, aan de hand van beschrijving en foto’s, of de overige kenmerken, die niet in de sleutel genoemd worden, kloppen.
Veel paddenstoelensoorten kunnen alleen met behulp van microscopie op naam gebracht worden. Voer deze soorten niet in, als je ze niet microscopisch gedetermineerd hebt.
- Om welke soorten het gaat kun je vinden op Verspreidingsatlas.nl. Op het tabblad ‘algemeen’ staat dan 'microscopische controle is nodig voor zekere determinatie'.
- Dagelijks spraakgebruik: “Deze soort heeft een M!”
- Als je een soort hebt laten barcoderen, stuur dan ook de barcode met de waarneming mee.
Validatoren kunnen waarnemingen alleen beoordelen als er voldoende informatie bij staat. Een of meer goede foto’s zijn nodig (met de relevante kenmerken goed zichtbaar), maar ook gegevens over:
- Ecologie, de groeiplaats, bijvoorbeeld klei of zand? Tuin, bos of heide?
- Op welke houtsoort groeide de paddenstoel (voor houtbewonende soorten)?
- Welke bomen groeien er in de buurt (voor mycorrhiza-vormende soorten)?
Bij sommige soortengroepen (bijvoorbeeld Psathyrella (Franjehoeden) en Cortinarius (Gordijnzwammen)) moet specifieke literatuur gebruikt worden voor determinatie. Geef in die gevallen ook expliciet aan met welke literatuur je gedetermineerd hebt.
- In sommige groepen zijn de soortopvattingen recent sterk gewijzigd (meestal als gevolg van nieuwe inzichten door moleculair-genetisch werk). De NDFF hanteert dan de soortopvattingen uit de aangegeven literatuur. Soortopvattingen uit oudere literatuur kunnen daar sterk van afwijken.
Volg voor nieuwe soorten voor Nederland (soorten die nog niet in Verspreidingsatlas.nl staan) het nieuwe-soortenprotocol.
- Het nieuwe-soortenprotocol is te vinden op de website van de NMV.
Als je waarneming door de validatoren niet wordt goedgekeurd, dan is daar, behoudens vergissingen, een goede reden voor.
- Houd er rekening mee dat validatoren in het algemeen strikter zijn naarmate de waargenomen soort zeldzamer is.
- Het kan geen kwaad om zelf kritischer op je determinatie te worden, naarmate de soort waar je op uitkomt zeldzamer is.
Tekst: Nico Dam, Nederlandse Mycologische Vereniging (NMV)
Beeld: Ronald Morsink