Lepelaars

Lutjewad een van de vier cruciale plekken voor lepelaars in het oostelijke Waddengebied

NIOZ Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee
23-SEP-2025 - Lepelaars brengen een groot deel van de zomer buiten de beschermde broedplaatsen door. Na het broeden komen de trekvogels bij elkaar op de wadplaten van Lutjewad, aan de kust van Groningen. Onderzoek van BirdEyes laat de seizoensgebonden bewegingen van lepelaars in het oostelijke Nederlandse Waddengebied zien. Ze verplaatsen zich in duidelijke en voorspelbare fasen tussen vier plekken.

De bevindingen bieden een kans om bestaande beschermingsmaatregelen in een van Europa’s ecologisch meest waardevolle kustzones te verfijnen en te versterken. 

Onderzoekers van BirdEyes, de Rijksuniversiteit Groningen (RUG), de Universiteit van Amsterdam (UvA) en het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) volgden 11 jaar lang het gedrag en de bewegingen van 31 lepelaars (Platalea leucorodia leucorodia). Ze gebruikten GPS-loggers met gedragssensoren. Het onderzoek richtte zich op vogels die broeden op Schiermonnikoog, een van de belangrijkste kolonies in het oostelijke Waddengebied. 

Aanleg TenneT-kabel bemoeilijkt ruien op Lutjewad

Het team ontdekte dat lepelaars een groot deel van de zomer buiten de strikt beschermde broedplaatsen doorbrengen. Ze verschuiven hun ruimtegebruik in duidelijke en voorspelbare fasen. Vooral na het broedseizoen komen mannelijke en vrouwelijke lepelaars samen op de wadplaten van Lutjewad, om te ruien en zich voor te bereiden op hun zuidwaartse vlucht. “Wat Lutjewad zo geschikt maakt, lijkt de relatief rustige omgeving te zijn: weinig menselijke verstoring in vergelijking met de omliggende gebieden,” licht ecoloog Mohamed Henriques van de Rijksuniversiteit Groningen toe. “Dat kan snel veranderen door het plan om een nieuwe TenneT-kabel ten zuiden van Schiermonnikoog aan te leggen. Onze studie biedt een nulmeting om de impact te monitoren van het aanleggen van een hoogspanningslijn in een gebied waar de vogels bijzonder kwetsbaar zijn." 

Foeragerende lepelaars

Vier sleutelgebieden in een levend landschap

Het leefgebied van de lepelaarspopulatie van Schiermonnikoog beslaat een gebied van 94,6 vierkante kilometer. Met dynamische 'Brownian Bridge Movement Models' identificeerden de onderzoekers vier belangrijke zomerzones voor lepelaars. Het gaat om de gebieden rond de broedkolonies en de Waddenkust van Schiermonnikoog, de wadgeulen tussen het eiland en het vasteland en delen van het zoetwatermeer Lauwersmeer. De resultaten toonden ook aan dat mannetjes en vrouwtjes deze gebieden verschillend gebruiken, maar uiteindelijk samenkomen na de broedperiode. Trekvogelecoloog Theunis Piersma, van NIOZ en RUG: “Onze resultaten laten zien dat lepelaars het Waddengebied zien als een levend landschap. Ze gaan voor verschillende behoeften, op verschillende momenten, naar verschillende zones. Dit geeft ons een completer beeld van wat bescherming in de praktijk zou kunnen betekenen.” 

Dynamische beschermingsstrategieën

De meeste van de geïdentificeerde gebieden – inclusief Lutjewad – zijn al aangewezen als Natura 2000-gebieden, Nationale Parken of UNESCO Werelderfgoedlocaties. Het nieuwe onderzoek van BirdEyes laat zien dat sommige van deze zones, op papier goed beschermd, nog gerichter beheerd kunnen worden om seizoensgebonden menselijke verstoring te verminderen. Door beschermingsmaatregelen nog beter af te stemmen op de seizoensgebonden behoeften van lepelaars, ontstaan er nieuwe kansen om de ecologische veerkracht van de regio te vergroten. “Onze bevindingen laten zien dat bescherming van broedkolonies alleen niet voldoende is,” zegt Piersma. “Om de volledige levenscyclus van deze iconische watervogels echt te ondersteunen, hebben we beschermingsstrategieën nodig die net zo mobiel en dynamisch zijn als de vogels zelf.”

De vier sleutelgebieden van 31 lepelaars die broeden of geboren zijn op Schiermonnikoog. De inzetgrafiek toont het aantal lepelaartrajecten met ten minste één geregistreerde locatie binnen elke sleutelzone

Meer informatie

Tekst en beeld: NIOZ