Voorjaarszegge

Voorjaarszegge, snelle vroegbloeiende sprietjes

FLORON
25-APR-2011 - Grassen, zegges en biezen. Menig plantenliefhebber heeft moeite om de groene sprieten op naam te brengen. Deels is dat terecht door de ingewikkeld bouw van de kleine ‘bloemen’. Wie het aandurft, kijkt naar de halmen of de aartjes. Sommige sprietjes dragen slechts korte tijd de kenmerkende voortplantingsorganen en worden na die tijd overgeslagen bij het inventariseren.

Bericht uitgegeven door FLORON op [publicatiedatum]

Grassen, zegges en biezen. Menig plantenliefhebber heeft moeite om de groene sprieten op naam te brengen. Deels is dat terecht door de ingewikkeld bouw van de kleine ‘bloemen’. Wie het aandurft, kijkt naar de halmen of de aartjes. Sommige sprietjes dragen slechts korte tijd de kenmerkende voortplantingsorganen en worden na die tijd overgeslagen bij het inventariseren.

Eerste voorjaarszegges tellen in het Castricumse duingebied, half april (foto: Thea Spruijt)Voorjaarszegge (Carex caryophyllea) is zo’n soort. Zijn leefwijze is maandje bloeien, maandje vruchtjes en de rest van het jaar onherkenbaar verder leven als groene sprietjes. Klein en laagblijvend groeit hij in bijzondere graslanden, vaak beweid maar zonder extra bemesting. De bodem moet enigszins kalk bevatten en niet te droog zijn. Met zijn uitlopers vormt de soort losse matten. De belangrijkste gebieden waar hij voorkomt zijn nog steeds Zuid-Limburg, graslanden nabij de IJssel en haar zijrivieren, het Hollandse duingebied tussen Egmond en Noordwijk en op Voorne. Op de kaarten op waarneming.nl speelt mogelijk een inventarisatie-effect een rol, omdat floristen rond Castricum de soort ook in vegetatieve vorm herkennen. Dan is hij acht maanden per jaar te inventariseren. Dat scheelt nogal met de twee maanden van ‘maandje bloei, maandje vruchten’ …

Voorjaarszegge in bloei (foto: Thea Spruijt)

In de periode van half april tot half mei vallen de meeldraden van het mannelijke aartje sterk op. Eddy Weeda beschreef dat al: “als de licht citroengele helmknoppen de halmen het uiterlijk van fakkeltjes in een nog vrij dorre grasmat geven”. Zodra de plant in het voorjaar begint te groeien komt de bloeistengel op. De circa tien centimeter hoge bloeistengel heeft een mannelijk en meerdere eivormige vrouwelijke aartjes. De witte stampers van de bloemen in de vrouwelijk aartjes vallen minder op. Enkele weken later zijn de vruchten gevormd aan de aartjesstengel die nog iets uitgroeit. Net als bij de Pilzegge zijn de vruchten van Voorjaarszegge behaard. De aartjes met vruchten verdwijnen snel. Vanaf eind juni is de plant alleen nog te herkennen aan zijn grasgroene rozetten met relatief weinig, meestal tegen de grond groeiende, bladeren van ongeveer drie centimeter lengte. In de vrij schrale graslanden met begrazing waarin hij voorkomt, is zijn geringe grootte geen probleem.

Wil je hem vinden, ga dan nu op zoek, in de bloeitijd van april en mei. Voordeel is dat hij vroeger bloeit dan andere zegges en de meeste grassen. Zijn naam doet de soort eer aan: Voorjaarszegge.

Tekst en foto's: Thea Spruijt, FLORON