Graan groeit tarwe

Eten tot het op is....

WWF Nederland
14-JUN-2024 - De monocultuur van gewassen op het land zorgt ook voor een monotoon menu op ons bord. Tarwe, melk, suiker, varkensvlees, aardappelen en sojaolie vullen onze boodschappenmandjes. Ondertussen verliezen we diversiteit in alle gewassen die de wereld voeden, en daarmee ook biodiversiteit in de natuur.

Dankzij de Groene Revolutie tussen 1960 en 1980 namen de opbrengsten van graangewassen, zoals rijst en tarwe, enorm toe. Dat was het gevolg van veredelingsprogramma’s en de toepassing van bestrijdingsmiddelen en kunstmest. Ook in Nederland was er na de Tweede Wereldoorlog een enorme ontwikkeling in de landbouw, onder het motto ‘Nooit meer honger.’ Het duurde niet lang of ook de keerzijde werd zichtbaar: de negatieve effecten op het milieu, de concentratie van macht in grote zaad- en agro-food-bedrijven, afhankelijkheid van irrigatiewater en de verdrijving van lokale rassen. Die ontwikkeling is zo doorgeschoten dat we, ook in Nederland, twee derde van onze calorieën uit nog maar negen planten- en diersoorten halen.

Rode lijst van voedselgewassen

Kijk dan naar de Hadza’s in Oost-Afrika, een van de laatste jager-verzamelaarvolken in de wereld. Zij halen een menu uit de natuur van wel achthonderd planten- en diersoorten, inclusief allerlei soorten knollen, bessen, bladeren, kleine dieren, wild en honing. Ze leren hun kleine kinderen al uit het wild te eten, wat gezond en wat gevaarlijk is. Dat is nog eens voedselvaardigheid!

Dat is een van de voorbeelden in het pas in het Nederlands verschenen boek ‘Eten tot het op is’ (Eating to Extinction) van de Britse BBC-journalist Dan Saladino. Het gaat over ’s werelds zeldzaamste voedingsmiddelen en waarom het nodig is om ze te redden. Er is zelfs een ‘rode lijst’ van bedreigde voedingsmiddelen opgesteld door de Slow Food-beweging, die ze verzameld heeft in de Ark van de Smaak. Het verlies van voedseldiversiteit is volgens hem geen toeval, maar een door mensen ingezet proces, waarbij hij de Groene Revolutie als belangrijkste oorzaak noemt. Is dat erg? Ja, betoogt hij: “Een mondiaal voedselsysteem dat afhankelijk is van slechts een beperkte selectie planten – en slechts van een zeer klein aantal variëteiten daarvan – loopt een groter risico om te bezwijken door ziekten, plagen en klimaatextremen.”

'Eten tot het op is' van Dan Saladino

Die eenheidsworst is ongezond

Dat niet alleen, naast verlies aan genetische variatie, verliezen we ook voedingswaarde en culturele variatie: het wordt steeds meer een eenheidsworst. Overal ter wereld kan je hetzelfde eten, zoals hamburgers en friet. Als we het goed onthouden hebben van de basisschool is ‘eet gevarieerd’ een van de belangrijke voedingsadviezen. Gek genoeg weet de voedingswetenschap niet precies hoe gevarieerd, maar het is in ieder geval meer dan negen gewassen, misschien dertig per week of wel honderd? Veel gewassen zijn veredeld op opbrengst (kilogram per hectare), en niet op eiwitgehalte, hoeveelheid vitamine A of natuurlijke afweerstoffen. “Het voedselsysteem moet weer in de pas komen met de voedingswetenschap” vertelde Dan Saladino mij bij de boekpresentatie. Hij noemt tientallen voorbeelden van boeren en tuinders in het boek die nog oude graangewassen, bonen, fruitsoorten en groentes in stand houden. Bijvoorbeeld de Alb-linze, een unieke linzensoort uit Schwäbische Alb (Duitsland), die goed zonder mest groeit in de rotsachtige bergen, samen met tarwe. Er waren alleen nog een paar in de genenbank in Sint-Petersburg, maar een Duitse boer heeft ze weer tot leven weten te brengen. Dit soort gewassen zijn van levensbelang voor onze toekomst als we gewassen nodig hebben die - zonder bestrijdingsmiddelen - tegen plagen kunnen, droge en warme periodes kunnen overleven, in zilte grond kunnen groeien en genoeg voedingswaarde kunnen leveren voor een groeiende wereldbevolking. Gewassen die samenwerken met hun natuurlijke omgeving in plaats van deze uit te putten.

Omarm diversiteit op je bord (nu het nog kan)

In plaats van Groene Revolutie kunnen we, wat mij betreft, beter van de grote ‘Groene Devaluatie’ spreken. Veel soortenrijkdom is daardoor verdwenen. Tijd om die waarde weer terug te brengen en – net als de Hadza - weer de connectie te herstellen tussen het voedsel dat we eten en het ecosysteem waarin we leven. Dat vraagt volgens Saladino om omdenken: “Ons voedselsysteem moet alle vormen van diversiteit weer omarmen: biologisch, cultureel, voedingskundig en economisch.” Laten we meer gevarieerd eten met meer biodiversiteit op ons bord. Een rijkdom aan smaken, geuren en kleuren valt nog te ontdekken, voordat het te laat is. Anders dan bedreigde diersoorten, vragen bedreigde voedingsmiddelen om gegeten te worden en niet in een reservaat gestopt te worden. Als rangers voor ’s werelds voedseldiversiteit beschermen we zowel de panda als de pinda, de beer en de berenwortel, de orka en de oca, de alpenlynx en de Alb-linze.

Tekst: Wereld Natuur Fonds
Foto's: Karl Schnellmann, WWF Switzerland; Dan Saladino