Juchtleerkever (Osmoderma eremita)

Levende doden #11: De juchtleerkever

SoortenNL
14-DEC-2024 - Elke twee weken portretteert Sander Turnhout een planten- of diersoort voor wie ‘het lot van de dodo’ dreigt. Nu: de juchtleerkever, een boomholtespecialist die wettelijk goed beschermd is, maar dan moeten we wel handelen naar de geest, en niet alleen naar de letter van de wet.

"Lees maar, er staat niet wat er staat", was ooit een credo in de Nederlandse poëzie, waarmee je kon aanduiden dat de betekenis van literatuur kosmische vormen kan aannemen, totdat iemand opperde dat het ook een flauwe grap kon zijn: waterstaat is wat er staat. En sindsdien is de betekenis voorgoed veranderd. In poëzie is niets wat het lijkt, zelfs een ontkenning niet.

Dood hout

In het Nederlands natuurbeleid is iets vergelijkbaars aan de hand, en dat brengt ons bij de juchtleerkever. Het gaat relatief goed met saproxyle soorten in Nederland, maar of dat goed nieuws is, is niet helemaal duidelijk. Saproxyle soorten zijn soorten die afhankelijk zijn van dood hout. Houtminnende kevers zoals de juchtleerkever zijn ooit uitgekozen om ons te helpen bij de invulling van goed bos- en boombeheer. Het landschap is gezond als de populatie bomen gevarieerd is, niet alleen wat soorten bomen betreft, maar ook qua leeftijdsopbouw.

Daar is al het eerste vege teken: we hebben maar weinig oude bomen in Nederland – omdat we veel bomen voortijdig ‘oogsten’, maar ook omdat we veel (half)dode bomen jarenlang hebben ‘opgeruimd’. De toename van kevers, spechten en andere liefhebbers van dood hout kan twee dingen betekenen. De positieve conclusie is dat we beter met onze bomen omgaan en eindelijk onze opruim- en aanharkwoede een beetje aan het afleren zijn. Maar het kan ook betekenen dat onze bossen aan het sterven zijn. Op zandgronden is dat laatste het geval, en de oorzaken zijn bekend: stikstof, klimaatopwarming en verdroging. Een kever als de letterzetter profiteert van de schade, waardoor de bomen versneld afsterven. Grote kevers zoals de neushoornkever, de juchtleerkever of het vliegend hert profiteren extra van klimaatopwarming omdat de larven een beetje moeten broeien om te groeien.

Goed beschermd?

Poëzie is vaak het mooist als het ook een beetje kan ontregelen. De juchtleerkever doet dat zeker. Het is een van de weinige van de honderden boomholtespecialisten die we in Europa kennen die wettelijk goed beschermd is, niet alleen de soort, maar ook het leefgebied. En omdat we ons niet aan die wet houden, leidt het tot ontwrichting. Hoe dat zit, vereist enige uitleg. Holle bomen zijn ecologisch van grote waarde. De holtes kunnen onderdak bieden aan vleermuizen en steenuiltjes, en de dikke humuslaag onder in de holte is van groot belang voor vele soorten kevers. Voor bomen is het strategisch handig om hol te worden: de voedingsstoffen uit het hout worden opnieuw beschikbaar gemaakt en het zwaartepunt van de boom komt lager te liggen, waardoor hij makkelijker mee kan bewegen op de wind. Holle bomen zijn verre van dood; eerder oud, stevig en taai.

In Nederland hebben we onze bossen nooit oud laten worden omdat we het hout nodig hadden voor steden en scheepvaart. De enige bomen die oud mochten worden, waren bomen op landgoederen die de leeftijd van een kasteel of klooster luister moesten bijzetten. En in boerengeriefbosjes en houtsingels bleven ze staan als ze genoeg knothout opleverden.

Door de juchtleerkever te beschermen, beschermen we eigenlijk een stadium in de natuurlijke ontwikkeling van bomen. Meer precies: vrijstaande bomen met grote holtes in open landschap. In gesloten bossen wordt het niet warm genoeg voor de larven in het molm.

Broedboom

De laatste vondst van een juchtleerkever dateert van 1946 – tot er in 2004 een kever gevonden werd in Kerkrade. Dat leek een grensgevalletje, want in 2005 werd een kever gevonden aan de Duitse kant van de Crombacherbeek. Maar correspondentie met een Duitse specialist doet vermoeden dat die afkomstig was van een in Nederland groeiende broedboom, die nu niet meer geschikt is. De kevers zijn weinig mobiel, en experts schatten in dat de Nederlandse kevers jarenlang over het hoofd zijn gezien. Dat heeft te maken met hun gedrag: ze verplaatsen zich van boomholte naar boomkroon en terug. Je ziet ze soms op de stam of rond de stamvoet lopen. Dat is dan bij toeval of na heel gericht zoeken. Want als je ze ziet, is de kans groot dat het al te laat is.

In 2020 werd een broedboom gevonden in GaiaZOO in Kerkrade. De boom was rond 2012 omgezaagd, vermoedelijk wegens valgevaar, maar is op stobben gelegd en door de langzame aftakeling enige jaren geschikt gebleven als broedboom. De broedboom is pas ontdekt toen de kevers op zoek moesten naar een nieuwe plek om voort te planten. Dit is in strijd met de Habitatrichtlijn. Maar je kunt er ook niks aan doen; de gemeente kan niet zomaar een oude holle boom bestellen om ernaast te zetten.

Geest van de wet

Strikte bescherming onder de Habitatrichtlijn betekent dat Nederland ruim moet inzetten op de bescherming van huidig én potentieel leefgebied én dat de soort door onderzoek en monitoring goed in de gaten gehouden moet worden. Dat betekent dat je bij het boombeheer ten minste moet kijken of er juchtleerkevers zitten. Dat deden we in Nederland nooit, omdat we dachten dat er geen juchtleerkevers voorkwamen. En omdat we er niet naar keken, hebben we de juchtleerkevers die er wel degelijk bleken te zijn, weer laten verdwijnen.

Om de juchtleerkever te beschermen, moeten we handelen in de geest van de wet, liever dan naar de letter. Dat betekent: mensen die werkzaam zijn in het groenbeheer ecologisch goed opleiden en goed zorgen voor bomen die ecologische en cultuurhistorische waarde vertegenwoordigen. Op die manier krijg je niet alleen juchtleerkevers, maar ook een aantrekkelijk landschap met steenuiltjes, vleermuizen en vele tientallen houtmolmsoorten die niet op de Habitatrichtlijn staan.

Levende doden

Geen land ter wereld weet zoveel van zijn natuur als Nederland. Tegelijk gaat geen 'Het lot van de dodo' land ter wereld er zo slecht mee om. Omdat de overheid het systematisch laat afweten, is natuurbescherming afhankelijk geworden van de inzet van talloze vrijwilligers. Er zijn soorten die onmiddellijk uit Nederland zouden verdwijnen als zij hun inspanningen zouden staken.

Om de twee weken portretteert Sander Turnhout een planten- of diersoort voor wie ‘het lot van de dodo’ dreigt. Dit portret is ook verschenen in De Groene Amsterdammer.

Tekst: Sander Turnhout, SoortenNL
Foto: Al Vrezec, Saxifraga (leadfoto: juchtleerkever, Osmoderma eremita); Ludwig Volbeda