
Honingbijen bedreigen wilde bijen
StaatsbosbeheerMeer dan 150 soorten
Staatsbosbeheer-boswachter Joey Braat vertelt dat in Nationaal Park De Biesbosch minimaal 97 verschillende soorten wilde bijen leven, 11 soorten hommels en 51 soorten zweefvliegen. Dat blijkt uit recent onderzoek van het EIS Kenniscentrum Insecten. Samen zorgen zij voor de bestuiving van allerlei soorten veelvoorkomende en zeldzame planten in De Biesbosch, Nederlands enige zoetwatergetijdegebied. Het is een kwetsbaar natuurgebied van 9.500 hectare, ingeklemd tussen snelwegen, landbouw en steden. De insecten zijn onmisbaar voor het in stand houden van de unieke leefgebieden op deze plek.
Panda van de delta
“Er leven hier zeldzame bijen die het moeten hebben van een of enkele planten”, zegt Joey. De knautiabij bijvoorbeeld. Die leeft alleen van de zeldzame, maar wel in de Biesbosch voorkomende, beemdkroon. Of de roodrandzandbij. Die is onder meer geïnteresseerd in de bloeiende wilg, een van de eerste bloeiers in het buitendijkse gebied van de Biesbosch. De zandhommel is een ander voorbeeld. In 1990 kwam die nog wijdverspreid in Nederland voor. Nu nog maar op enkele plekken, waaronder de Biesbosch. Hij wordt ook wel de panda van de delta genoemd, enerzijds omdat hij bijna is uitgestorven en anderzijds vanwege zijn bruin-witte verschijning.”
Al die verschillende soorten bijen hebben op hun beurt weer invloed op andere soorten planten en dieren in het ecosysteem. Oliekevers parasiteren bijvoorbeeld op zandbijen en de knautiawespbij op de knautiabij. Als bepaalde soorten bijen en hommels verdwijnen of te erg beconcurreerd worden, heeft dat dus ook invloed op andere soorten in dat ecosysteem. Alles grijpt in elkaar, alles heeft elkaar nodig.
Het gaat slecht
Het gaat slecht met bestuivers zoals wilde bijen, hommels en zweefvliegen. Wereldwijd en ook in Nederland. Meer dan de helft van de ruim 350 in Nederland voorkomende soorten worden met uitsterven bedreigd. Onder meer door pesticidegebruik, verstedelijking en klimaatverandering. Hun achteruitgang heeft niet alleen effect op het ecosysteem zelf, maar ook op onze voedselvoorziening. Insecten zijn nodig om het stuifmeel van de ene bloem naar de andere te brengen. Veel voedselgewassen en planten kunnen zich daarna pas voortplanten of vruchten krijgen. Bestuiving is nodig voor meer dan 75 procent van de voedselgewassen.
Miljoenen honingbijen
Wilde bijen, zweefvliegen en hommels hebben ook last van de honingbij. Zoals in de Biesbosch. Tegen de grenzen van het Natura 2000-gebied plaatsen imkers in de zomer honderden (in 2024 waren het er 1589) bijenkasten. Vele miljoenen honingbijen trekken vanuit die kasten de Biesbosch in. Soms wel meer dan zestig miljoen. Uit onderzoek van het EIS Kenniscentrum in 2023 blijkt dat het aantal honingbijen in augustus anderhalf keer zo groot is alle wilde bijen, zweefvliegen en hommels bij elkaar. Waar veel wilde bijen maar enkele honderden meters – of soms zelfs maar enkele tientallen meters – bij hun nest vandaan komen, leggen honingbijen kilometers af. “De vele miljoenen honingbijen uit kasten van imkers buiten de Biesbosch zijn dan ook tot in de kern van het gebied massaal aanwezig.”
Veel reuzenbalsemien
Een probleem dat daarmee samenhangt, is de enorme hoeveelheid reuzenbalsemien in de Biesbosch. Joey vertelt dat deze – oorspronkelijk uit de Himalaya afkomstige – plant sinds tientallen jaren op veel plekken in Nederland zeer weelderig groeit. “Het is een uitheemse soort, die bijzonder snel groeit en zich snel voortplant. De hele Biesbosch is ermee bezaaid. Juist omdat ze zo hard groeien, zetten ze veel inheemse vegetatie in de schaduw, waardoor die het steeds moeilijker heeft. De reuzenbalsemien verdringt dus de bloemen en kruiden die onder meer de wilde bijen zo hard nodig hebben.”
Honingbijen zijn echter gek op reuzenbalsemien. Balsemien-honing is een van de redenen waarom imkers graag hun bijen aan de rand van de Biesbosch plaatsen. De tientallen miljoenen honingbijen zorgen voor de bestuiving van de reuzenbalsemien, waardoor die zich maar blijft uitbreiden. Maar ze beperken zich er niet toe. Uit onderzoek blijkt dat ze ook in grote mate de voor wilde bijen belangrijke bloemen bezoeken. Aan de ene kant dragen de honingbijen dus bij aan de uitbreiding van de reuzenbalsemien en de verdringing van de andere bloemen. Terwijl ze aan de andere kant ook in grote getale van die andere bloemen gebruik maken. Het gevolg: ze vormen een bedreiging voor de aanwezige insecten en de vegetatietypen, en daarmee voor de Natura 2000-doelen die in de Biesbosch gelden.
Vergunningen
Tot 2021 kreeg een beperkte groep imkers van Staatsbosbeheer een vergunning om hun kasten in de Biesbosch te plaatsen. “Wij hebben natuurlijk helemaal niks tegen imkers of tegen de honingbij, zolang hun aantal maar binnen de perken is. Maar doordat hun aantal zo enorm toenam, geven wij sinds 2021 geen vergunningen meer op onze grond. Dat heeft echter helaas niet zoveel effect, omdat de grote aantallen bijenkasten juist net buiten de Staatsbosbeheergrenzen staan. Vanwege de grote actieradius van de honingbijen, bestrijken ze evengoed de hele Biesbosch.”
Onderzoek toont negatieve effecten aan
De afgelopen jaren zijn er verschillende onderzoeken gedaan om beter te snappen wat er met en door de bijen in de Biesbosch gebeurt. Het voorkomen van de reuzenbalsemien is onderzocht, de hoeveelheid honingbijen versus wilde bijen en het effect van honingbijen op de wilde bijen. De conclusies zijn duidelijk. Het aantal honingbijen is veel te groot, met een negatief effect op het ecosysteem als gevolg. “Er is helemaal niks mis met een hobby-imker die een bijenkast in zijn tuin plaatst”, benadrukt Joey nogmaals. “Maar de grote schaal waarop het nu gebeurt – commerciële bedrijven uit binnen- en buitenland die honderden kasten vlak naast het gebied plaatsen – veroorzaken veel schade. Zoals het nu gaat is het in feite 'intensieve veeteelt' in een Natura 2000-gebied.”
De onderzoeken zijn in opdracht van de provincies Zuid-Holland en Noord-Brabant gedaan. Nu is het wachten op beleid waarmee de negatieve effecten van de honingbij worden tegengegaan. Staatsbosbeheer is voorstander van regulering. “Het is nodig dat er een maximumaantal bijenkasten wordt vastgesteld. De provincie Zuid-Holland voert hier nu gesprekken over. Met regulering zou het in ieder geval mogelijk moeten zijn dat bijenkasten minder of niet meer op land van andere overheidspartijen mogen staan. Ook is er echt een zone rondom het gebied nodig, waar minder tot geen volken geplaatst mogen worden. Als dat niet lukt, dan gaan de wilde bijen het gewoon verliezen.”
Wat kan je zelf doen?
Niet alleen in de Biesbosch gaat het slecht met de wilde bijen, zweefvliegen en hommels. In heel Nederland hebben ze het moeilijk. Iedereen met een tuin of een balkon kan hen helpen. Plant inheemse bloeiers, liefst biologisch. Ook helpt het om een bijenhotel in je tuin op te hangen. Omdat wilde bijen niet zo’n grote afstand afleggen, hebben ze bloemen nodig in hun directe omgeving.
Tekst: Staatsbosbeheer
Beeld: Staatsbosbeheer (leadfoto: roodrandzandbij)