
Zeldzame bijenplaaggeesten ontrafeld
EIS Kenniscentrum InsectenDe sterk gelijkende gewone en blauwe oliekever (Meloe proscarabaeus en M. violaceus) zijn grote, zeldzame insecten met een fascinerende levenswijze. De volwassen kevers leggen eitjes in de buurt van bijennesten, waarna de uitgekomen jonge larven op bloemen klimmen. Daar grijpen de larven zich met hun behendige pootjes vast aan wilde bijen die de bloem bezoeken, zodat ze kunnen meeliften naar het nest. Daar roven ze de door de bijen aangelegde voedselvoorraad voor de bijenlarven.
Minder leefgebied
Volwassen oliekevers zijn zwaarlijvige, glimmend blauwzwarte wandelaars die niet kunnen vliegen. De levenswijze van deze kevers maakt ze afhankelijk van onverstoorde plekken met grote, stabiele populaties wilde bijen. Ze kunnen dienen als kwaliteitsindicator van een stabiele omgeving met grote aantallen bijen. Toch is er nog weinig bekend over wat deze kevers precies nodig hebben.
De twee soorten oliekevers lijken op elkaar wat betreft de levenswijze, maar verschillen duidelijk in waar ze voorkomen in Nederland. Beide keversoorten kwamen ooit wijder verspreid voor. Tegenwoordig is vooral het areaal van de blauwe oliekever sterk teruggedrongen. De gewone oliekever wordt nog gezien in Noord-Nederland, het rivierengebied en de Delta. De blauwe oliekever komt alleen nog voor in het rivierengebied. Onderstaande kaartjes laten zien hoe het verspreidingsgebied van beide soorten in de afgelopen eeuw is teruggedrongen.
Nieuw onderzoek
Dit jaar heeft Bastiaan Schuit, student aan de Hogeschool Van Hall Larenstein, zijn afstudeeronderzoek gericht op deze merkwaardige kevers, met als hoofdvraag waarin de twee soorten oliekevers van elkaar verschillen. Voor het onderzoek zijn negen terreinen in het centrale rivierengebied onderzocht. Hier is gezocht naar de volwassen kevers (imago’s) en larven. Vervolgens is informatie verzameld over voedsel, gedrag en habitat.
Ander voedsel, ander leefgebied
Allereerst bleek dat de twee soorten als imago van verschillende planten eten. De gewone oliekever heeft een gevarieerd dieet van grassen en kruiden, de blauwe oliekever eet vooral van gewoon speenkruid. De larven van de blauwe oliekever worden ook veruit het meest op deze plant gezien.
Het karakter van het leefgebied van beide soorten verschilt duidelijk van elkaar. Zelfs in terreinen waar beide soorten voorkomen, worden ze niet op dezelfde plekken gezien. De blauwe oliekever komt vooral voor op plekken met een hoge, dichte en minder kruidenrijke vegetatie, met schaduw van bomen en struweel. De gewone oliekever daarentegen wordt in verschillende omgevingen gezien en zoekt daar dan de meest warme en droge plekken op. Deze verschillen zijn ook duidelijk in de plekken waar de eitjes afgezet worden. Deze habitatverschillen werden al vaker geopperd in de literatuur.
De gewone en blauwe oliekever (Bron: Bastiaan Schuit)
Kleinere kever, grotere eitjes
Waar de twee raadselachtige kevers ook in verschillen, is hun voortplantingsstrategie. De gewone oliekever legt een groot aantal eitjes die, als alles goed gaat, binnen een jaar uitgroeien tot volwassen kevers. De blauwe oliekever is als imago kleiner maar legt minder, grotere eitjes, die pas een jaar later uitkomen. De levenscyclus van de blauwe oliekever duurt dus een jaar langer dan die van de gewone oliekever. Waarschijnlijk zijn beide strategieën aangepast aan de leefomgeving. Op warmere plekken, zoals de leefgebieden van de gewone oliekever, verloopt de ontwikkeling sneller dan op de vochtige, koele plekken die de blauwe oliekever verkiest.
Gastvrouwen
Welke bijensoorten door oliekevers geparasiteerd worden, is niet voldoende bekend. Dit is zeer moeilijk te onderzoeken, omdat de bijennesten ondergronds zitten. Larven die op een bij gevonden worden zijn geen goede indicator: zij klampen zich aan elk bewegend insect vast en worden ook veel gevonden op wespen en andere kevers. Om toch een puzzelstuk te leggen in dit vraagstuk is voor mogelijke gastheren (eigenlijk -vrouwen!) beoordeeld in hoeverre hun leefgebied overlapt met dat van de beide oliekevers. Goede kanshebbers voor de gewone oliekever zijn de grasbij en het roodgatje. Voor de blauwe oliekever zijn dit de viltvlekzandbij en het roodbuikje.
Nieuwe inzichten
Het onderzoek heeft interessante inzichten opgeleverd in de levenswijze van de twee soorten oliekevers. De belangrijkste conclusie is dat er een verschil is in de plekken waar de soorten voorkomen, waarschijnlijk door de verschillende voortplantingsstrategieën en de voedselvoorkeur van de imago’s. De gewone oliekever komt voor op meer diverse plekken, maar heeft een voorkeur voor warme, droge omstandigheden waarin de larven snel ontwikkelen. De blauwe oliekever komt alleen voor op vochtige, beschaduwde, dichtbegroeide plekken, waar de grotere larven langzamer ontwikkelen.
Oliekevers zijn fascinerende insecten die indicatoren kunnen zijn voor de stabiele aanwezigheid van nestelende bijen. We concluderen dat de soorten een verschillende ecologische niche hebben, wat wijst op de waarde van gevarieerde landschappen. Er blijft nog steeds veel te ontdekken over deze mysterieuze, grote kevers.
Meer informatie
- Lees het volledige onderzoeksrapport.
Tekst: Bastiaan Schuit en Linde Slikboer, EIS Kenniscentrum Insecten
Beeld: Bastiaan Schuit (leadfoto: volwassen blauwe oliekevers en larven van de blauwe oliekever op speenkruid); EIS Kenniscentrum Insecten