Deze zomer is een groot ongemak voor veel mensen achterwege gebleven of minimaal geweest: wespen die ons een bezoek komen brengen op zoek naar zoetigheid. De hoeveelheid wespen varieert vaak sterk van plaats tot plaats, maar dit jaar lijkt het aantal wespen landelijk op een zeer laag niveau te liggen. Een rondgang langs bestrijdingsdiensten in verschillende regio’s bevestigt het beeld. Het aantal meldingen van wespennesten komt niet verder dan vijftien tot twintig procent van het aantal dat in een ‘gemiddeld’ jaar gemeld wordt. Het gaat zowel om de gewone wesp als de Duitse wesp, maar ook om de hoornaar. Ook het aantal wespen dat tot nu toe is aangetroffen in feromoonvallen voor de eikenprocessievlinder, is sinds de monitoring in 2007 van start ging niet eerder zo laag geweest. Met de monitoring van eikenprocessievlinders die momenteel in volle gang is, maakt het Kenniscentrum Eikenprocessierups jaarlijks een schatting van de te verwachten plaagdruk van de eikenprocessierups in het aankomende seizoen. Normaal gesproken zijn wespen en hoornaars regelmatig bijvangst in deze vallen. Ze komen af op de vlinders die door de vallen gevangen worden.
Waar ging het mis met de wespen dit jaar?
De unieke combinatie van weersextremen is vrijwel zeker de oorzaak van het lage aantal wespen. Hieronder de belangrijkste gebeurtenissen op een rij.
Zeer warm eind februari
In de eerste helft van februari hadden we te maken met een intens koude periode. Veel sneeuw en minimumtemperaturen onder de -15 °C. Dat was echter nog niet het probleem. De wespenkoningin gaat als enige de winter door, maar zit in de rustfase waarin ze prima tegen vorst kan. De temperatuur in de tweede helft van februari was echter wel een probleem. De maxima liepen toen op tot bijna 25 °C. Door deze zeer hoge temperaturen werd een deel van de koninginnen wakker. Bijna twee maanden eerder dan normaal. De koninginnen gingen op zoek naar nectar om aan te sterken en zochten een geschikte plaats voor het maken van een nest. Het vinden van nectar direct na de intense vorstperiode zal een uitdaging zijn geweest, al had het sneeuwdek bloembollen en kruidachtige planten beschermd tegen de strenge vorst.
Zeer warm eind maart
Maart verliep tot de laatste week vrij koel met regelmatig wat vorst. Niet echt ideale omstandigheden voor de opbouw van het wespennest. Eind maart schoot de temperatuur op tot ruim boven de 20 graden. Hierdoor werden weer wespenkoninginnen uit hun winterslaap gehaald. De hoge temperaturen tijdens de warme perioden in februari en maart wekten koninginnen bij alle wespensoorten, zoals de gewone en Duitse wesp, die in de zomer de meeste overlast veroorzaken maar ook bij de hoornaar en de Franse veldwesp.
Zeer koude april en mei
Vroeg uit de winterslaap komen hoeft niet direct een probleem te zijn voor een koningin, als de weersomstandigheden in de maand na het wakker worden maar gunstig zijn. Ze moet dan aansterken van de winterrust, de bouw van het nest opstarten, eitjes gaan leggen en de larven voeren met insecten. Pas na een maand na het leggen van de eerste eitjes komen de eerste werksters tevoorschijn en krijgt de koningin hulp bij de bouw van het nest en het voeren van de larven. Van goede omstandigheden na het uit winterslaap komen was dit jaar echter geen sprake. Zowel april als mei waren zeer koud. Mei was ook nog eens zeer nat waardoor de vliegomstandigheden ongunstig waren en door de combinatie van kou en later ook veel regen was het lastiger dan normaal om voldoende insecten te vinden voor de larven. Kortom, slechte omstandigheden om een nest op te starten. Veel koninginnen zullen deze periode niet overleefd hebben.
Recordwarme juni met zeer zware buien
Juni kende weer totaal andere uitdagingen voor de wespen. Juni is de boeken in gegaan als de warmste juni ooit in Nederland. Het ging echter gepaard met veel neerslag. Veel neerslag in de zomer hoeft niet per se een probleem te zijn voor wespen, maar de intensiteit is wel van belang. Vrijwel het hele land heeft in juni te maken gehad met zeer zware onweersbuien die gepaard gingen met grote hoeveelheden neerslag in een korte tijd. Daar kunnen de werksters niet tegen. Als het overdag gebeurt kan het aantal werksters in een nest met wel tientallen procenten afnemen. Vervolgens zijn er te weinig werksters over om alle larven in het nest te voeren en kan het nest uitdoven.
‘Koele’ juli en augustus en wederom intense neerslag
Na de warmte in juni was het even terugschakelen wat de temperatuur betreft. Zowel juli als augustus zijn door het KNMI gekarakteriseerd als ‘vrij koel’ maar in vergelijking met wat we vijftig jaar geleden normaal vonden waren zowel juli als augustus warmer dan normaal. Voor wespen prima omstandigheden. De neerslagintensiteit was op diverse dagen in grote delen van het land wel weer zeer hoog, wat dus niet gunstig was voor de wespen.
Is het erg?
De meeste mensen zullen er niet rouwig om zijn dat er maar weinig wespen zijn dit jaar. Ze realiseren zich echter niet dat we dit jaar minder dan andere jaren hebben kunnen profiteren van een belangrijke functie van de wesp: de vliegen- en muggenvanger. Daarnaast eten ze ook eikenprocessierupsen en de vlinders daarvan. Dat is de voornaamste reden dat ze de feromoonvallen in vliegen. Uit een onderzoek begin vorige eeuw bleek dat 300 tot 400 Duitse wespen in zes uur tijd 2500 vliegen van verschillende soorten en 650 langpootmuggen en steekmuggen naar hun nest brachten. Eén of meerdere wespennesten in de omgeving kunnen het aantal vliegen en muggen dus flink omlaag brengen.
Koningin van de Duitse wesp eet in korte tijd veel beukenbladluizen (Bron: Silvia Hellingman)
Zijn er volgend jaar dan ook minder wespen?
Deze vraag is niet te beantwoorden. De uitganssituatie is natuurlijk minder goed dan in een normaal jaar. Het is echter niet zo dat er helemaal geen wespen zijn. Een enkel nest kan grote aantallen koninginnen voortbrengen. Hun overlevingskans hangt, zoals dit jaar laat zien, van heel veel factoren af. De komende dagen wordt mooi nazomerweer verwacht. Veel wespen hoeven we daarbij dus niet te verwachten. Overigens zijn de koninginnen al uitgevlogen en de achtergebleven werksters zijn nu op zoek naar zoetigheid. Als je de pech hebt dat je terras in de buurt van een nest zit dan kan er toch lokaal nog wat overlast zijn. Dan is het misschien handig om te weten wat wespen niet lekker vinden ruiken. De kennis hierover hebben we in een eerder bericht op een rij gezet.
Tekst: Arnold van Vliet, Wageningen University
Foto’s en film: Silvia Hellingman, Hellingman Onderzoek en Advies