Het Wageningen Marine Research-visteam 2025 aan het werk in de Oostvaardersplassen; van l. naar r.: Joep de Leeuw, Kyra Beeftink, Matthijs Ledder en Joey Volwater

Open verbinding maakt Marker Wadden vis-opgroeigebied

Wageningen Marine Research
2-OKT-2025 - Wanneer moerasgebieden verbonden zijn met open water ontstaat een rijke en dynamische visgemeenschap. Voor het eerst zijn Marker Wadden en Oostvaardersplassen direct met elkaar vergeleken. Daaruit blijkt dat Marker Wadden, dankzij de open verbinding met het Markermeer, veel beter functioneert als kraamkamer voor vissen dan de grotendeels afgesloten Oostvaardersplassen.

In 2025 bracht Wageningen Marine Research, in opdracht van Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer, met fijnmazige visfuiken de visstand in Marker Wadden en Oostvaardersplassen in kaart.

De onmisbare rol van ondiepe oeverzones

Ondiepe oeverzones dienen als paaiplaats en opgroeigebied voor veel vissoorten. De verbinding met dieper water is daarbij essentieel, zodat vissen gedurende het jaar steeds de voor hen meest geschikte leefomgeving kunnen benutten. Een soort als driedoornige stekelbaars brengt een deel van zijn levenscyclus in zee door en keert terug naar zoete oeverzones om zich voort te planten. Jonge baars, snoekbaars en pos trekken halverwege het groeiseizoen juist van dieper open water naar ondiep water, om daar verder op te groeien. Deze zogeheten 'hydrologische connectiviteit', de verbinding tussen ondiep en diep water, stelt veel soorten vissen in staat hun volledige levenscyclus te voltooien.

Jonge vis op Marker Wadden: bovenaan twee snoekbaarzen, daaronder een baars en een pos. Deze soorten profiteren sterk van de open verbinding met het Markermeer

Een open archipel en een gesloten moeras

Wereldwijd staan oeverzones onder druk door menselijke ingrepen, zoals de aanleg van harde, stenige oevers. Ook in het Markermeer ontbraken lange tijd natuurlijke land-waterovergangen. Om het areaal aan moerasgebied met geleidelijke land-waterovergangen te vergroten, werd onder meer Marker Wadden aangelegd: een open archipel met een grote variatie aan ondiepe leefgebieden, grotendeels verbonden met het Markermeer. Andere moerasgebieden rond het Markermeer, zoals de Oostvaardersplassen, zijn daarentegen hydrologisch grotendeels afgesloten. Om deze situatie te verbeteren wordt de afgelopen jaren geëxperimenteerd met vistrappen die vissen weer toegang geven tot delen van de Oostvaardersplassen.

Onder aan de vistrap in de Oostvaardersplassen staat een fuik opgesteld. De dam in de Kitstocht vormt hier nog een barrière voor vrije vismigratie

De vistrap bij de Kitstocht in de Oostvaardersplassen, een bekkenstuwpassage die werkt met een trapsgewijze reeks bekkens, waarin water stroomt door hoogteverschillen. Deze stelt vissen in staat toch de dam in de Kitstocht te passeren

De paai- en opgroeifunctie van Marker Wadden

De resultaten van deze experimenten laten zien dat de verschillen in hydrologische connectiviteit een groot effect hebben op visgemeenschappen, vooral op de functie als kraamkamer. Op Marker Wadden is de soortenrijkdom én seizoensdynamiek groot, dankzij de open verbinding en de variatie aan leefgebieden. Soorten als driedoornige stekelbaars, baars, snoekbaars en pos kwamen hier veel vaker voor dan in de Oostvaardersplassen.

In maart, april en mei trokken volwassen driedoornige stekelbaarzen massaal de ondieptes in om te paaien, waarna ze verdwenen. Deze piek werd in juli en augustus opgevolgd door enorme aantallen jonge baars, snoekbaars en pos. Daarnaast maakten soorten als blankvoorn, grondels en in mindere mate winde en roofblei gebruik van de gevarieerde habitats die Marker Wadden bieden.

Jonge vis bereikt Oostvaardersplassen via vispassage

In de Oostvaardersplassen is het beeld heel anders. In afgesloten plassen, zoals de Krentenplas en Keersluisplas, domineren soorten als karper, giebel en ruisvoorn. Dit zijn soorten die goed bestand zijn tegen warme, zuurstofarme omstandigheden in ondiep water in de zomermaanden. Jonge vis werd hier, in tegenstelling tot Marker Wadden, nauwelijks aangetroffen.

In het slotensysteem in het zuidelijk deel van de Oostvaardersplassen werden wel baars, snoekbaars en blankvoorn gevangen, net als op Marker Wadden. Dit systeem is sinds enkele jaren via een vispassage verbonden met de Lage Vaart. Waarschijnlijk weten jonge vissen via deze route, en mogelijk ook via sluizen verder weg, hun weg terug te vinden naar het moeras.

Verschillende soorten vis in de Oostvaardersplassen. Van boven naar beneden baars, karper, brasem en ruisvoorn. Vooral karper, brasem en ruisvoorn domineren in de afgesloten plassen

Een karper wordt opgemeten na vangst in een fuik in de Oostvaardersplassen. Deze soort is beter bestand tegen ondiepere wateren met hoge temperaturen en lage zuurstofniveaus

Het belang van verbinding voor een rijke visstand

De vergelijking laat zien dat een diverse visgemeenschap, met volop  opgroeimogelijkheden voor jonge vis, pas ontstaat wanneer ondiep water direct verbonden is met open water. Zonder die verbinding blijven slechts enkele soorten over die extreme omstandigheden aankunnen. De situatie rond de nieuwe vistrap in de Oostvaardersplassen toont echter aan dat vispassages de natuurlijke seizoensdynamiek kunnen helpen herstellen en jonge vis weer toegang kunnen geven tot geïsoleerde moerasgebieden.

Dit versterkt niet alleen de visstand, maar ook het voedselaanbod voor visetende vogels die afhankelijk zijn van stekelbaarsjes en jonge vis. Juist in tijden van klimaatverandering, waarin droogteperiodes vaker voorkomen, is ook het verbeteren van verbindingen tussen diep open water en ondiepe oeverzones een must.

Meer informatie

Tekst: Kyra Beeftink, Joep de Leeuw, Joey Volwater en Cecile Leuverink, Wageningen Marine Research
Beelden: Joep de Leeuw (leadfoto: het visteam 2025 aan het werk in de Oostvaardersplassen. V.l.n.r.: onderzoeker Joep de Leeuw, student Kyra Beeftink, student Matthijs Ledder en onderzoeker Joey Volwater, credits: Staatsbosbeheer)