Henk van Diest - eenmalig gebruik

Vogelaar Henk deelt passie voor natuur met nieuwe generaties

Provincie Noord-Brabant
13-DEC-2020 - “Met dit werk kun je elke dag urenlang bezig zijn als je zou willen. Het geeft mij een enorme brok voldoening. Sommige mensen gaan graag naar het strand, maar ik loop de natuur in met mijn verrekijker. Meer ontspanning en plezier is er voor mij niet.” Henk van Diest is een van de ‘Groene Helden’ die bijdragen aan een groene en gezonde leefomgeving in Noord-Brabant.

Henk van Diest is een natuurmens pur sang, met een voorliefde voor vogels. De 69-jarige Sleeuwijker is aangesloten bij de vogelwerkgroep van de regionale natuurbeschermingsvereniging Altenatuur. Hij is al vele jaren betrokken bij beschermingsprojecten voor weidevogels en uilen en sinds 2017 ook voor de patrijs.

Geen wonder als je bedenkt dat hij geboren en getogen is in Putten, aan de rand van de Veluwe waar zijn ouders een boerderij hadden. “Ik moet een jaar of acht geweest zijn toen ik er een veldleeuwerik hoorde. Ik ben op mijn rug in het veld gaan liggen om ‘m te kunnen volgen. Ook ging ik met vriendjes voor een zakcentje kievitseieren zoeken.”

Weidevogelbescherming

De kievit, een weidevogel bij uitstek. Met drie anderen stuurt Henk vanuit de werkgroep weidevogelbescherming van Altenatuur negen loopgroepen aan. Die gaan in het Land van Heusden & Altena op het (boeren)land op zoek naar nesten, om deze te markeren. Daarvoor zitten ze dus ook vaak aan tafel bij agrariërs en loonwerkers. Hij roemt de samenwerking, die zich als een olievlek uitbreidt: “Boeren lezen ook in de krant dat het niet goed gaat met de weidevogels.”

In het werkgebied van Henk valt dat op zich nog mee. “We hebben hier behoorlijke aantallen. In deze regio vinden we ruim vijfhonderd kievitsnesten en zo’n veertig nesten van de grutto, de wulp en de scholekster. Wel wat minder van de tureluur, zo’n vijftien. Het blijft allemaal redelijk stabiel. Maar er zit géén groei in!”

Natuurlessen

Bescherming is dus noodzakelijk. De basis hiervoor legde de Sleeuwijker door zijn passie voor de natuur met nieuwe generaties te delen. Als onderwijzer kon hij wat dat betreft zijn ei prima kwijt op basisschool De Morgenster in zijn woonplaats. Daar kreeg hij de ruimte om natuurlessen te geven en kinderen mee naar buiten te nemen. Met een collega maakte hij begin jaren tachtig voor elk leerjaar een natuurpad, deze paden zijn tot in lengte van jaren in gebruik geweest.

“De kleuters bleven rond de school, maar met oudere groepen gingen we naar een natuurgebied, zoals de Sleeuwijkerwaard en de Groesplaat. Het is mooi om daar de verbazing op die gezichten te zien: wat een hoop bloemen staan hier en kijk eens hoeveel verschillende insecten daar op afkomen.” Ook na zijn pensionering in 2013 maakt hij nog ieder jaar deze tocht met de leerlingen van groep zes. In februari en maart verzorgt hij samen met Len Bruining namens Altenatuur gastlessen op scholen in de regio over weidevogels.

Van oud-leerlingen hoort Henk meer dan eens dat zij de liefde voor de natuur van hem hebben meegekregen. “Je hebt iets bij ze losgemaakt. Ze moeten het eerst gezien en ervaren hebben. Dan komt vanzelf het respect en de waardering voor de natuur. Ze krijgen het gevoel: dit is zo waardevol, dit moet worden beschermd!”

Uilen

De Sleeuwijker leerde als lid van de vogelwerkgroep Rinus Punt kennen, dé uilenkenner in het Land van Heusden & Altena. Henk haalde hem in 2008 over om er in de klas over te komen vertellen. Die samenwerking werd uitgebreid. Hij ging Rinus helpen bij het plaatsen en onderhouden van uilenkasten, met name voor steenuilen. Na zijn pensionering stelde de oud-docent voor om samen gastlessen te gaan geven. In november vorig jaar waren dat er negentien in het Land van Heusden en Altena.

“Ik verzorg dan het theoretische deel over de leefwijze van een uil. Rinus springt tussendoor bij met praktijkverhalen. Dat hij een kerkuil moest vangen in een autoshowroom in Genderen. Of dat we vorig jaar in een kast tíén jonge kerkuilen hadden. Uniek!” Ze laten de kinderen ook braakballen van een kerkuil uitpluizen, een soort verrassingspakket met vooral muizenbotjes. Henk en Rinus worden ook jaren later nog op het schoolplein herkend als de ‘uilenmannen’.

“In principe gaat het goed met de uilenstand, al heb je golfbewegingen. 2020 was een slecht jaar voor de kerkuil. Waarom? Lastig te zeggen. Misschien was er door de hete zomer een beperkte muizenvoorraad. Terwijl we vorig jaar nog dik over de honderd jonge kerkuiltjes hadden. Een steenuil heeft daar minder last van, die pakt ook weleens een kikker of een regenworm.” De uilenkasten krijgen ze van Brabants Landschap. Er hangen er alleen al voor steenuilen ongeveer honderdveertig in het Land van Heusden & Altena en voor kerkuilen zo’n vijftig.

PARTRIDGE: Europees beschermingsproject voor patrijzen

PARTRIDGE

Via Brabants Landschap is Henk sinds 2017 eveneens aangesloten bij een beschermingsproject in Europees verband voor patrijzen: PARTRIDGE. Hierbij wordt samengewerkt met Engeland, Schotland, Denemarken, Duitsland en België. “Ik kwam bij het vogelen amper nog patrijzen tegen, terwijl het in het verleden heel algemene vogels waren. Tot mijn verbazing kreeg ik te horen dat er in het Land van Heusden & Altena nog een levensvatbare populatie voorkwam, een van de weinige in heel Nederland.”

Met een aantal vrijwilligers ging de vogelaar aan de slag om biotoopverbeteringen te treffen: het planten van patrijzenhagen. Andere maatregelen zijn het inzaaien van bloemblokken en graanveldjes, die als schuilplaats en voedselbron voor deze vogels dienen, en tijdens de winterdagen het plaatsen van voedertonnen, gevuld met graan. De aanleg van keverbanken geven een boost aan insecten. De uitwerking daarvan wordt momenteel met allerlei tellingen gemonitord. “Ik werk er met enorm veel plezier aan. Het zogeheten demonstratiegebied, de polder Oude Doorn, ligt bovendien zowat in mijn achtertuin.”

Belangrijk werk

In het kader van PARTRIDGE heeft Henk geholpen bij excursies voor onder anderen Europarlementariërs vanuit Brussel. Voor Altenatuur draagt hij ook zijn steentje bij aan boerenerfdagen en natuurwerkdagen. ‘Ongelofelijk belangrijk werk’, noemt hij de natuurbescherming. Door corona is het nu niet mogelijk om die in grote groepen te verzorgen, maar er gaan hiervoor nog genoeg liefhebbers in kleiner verband op pad.

“De natuur is de motor die ons laat leven. Als we geen gezonde leefomgeving hebben, schieten we onszelf in de voet. Daarom geef ik ook nog gastlessen. Die kinderen ontneem je ontzettend veel als de rijkdom van de natuur er niet meer is. En gelukkig zijn er steeds meer mensen die dat inzien.”

Dit is een artikel uit de serie 'Groene Helden' van provincie Noord-Brabant.

Tekst: Tim Durlinger, provincie Noord-Brabant
Foto's: Marc Bolsius